DSV_Strongs(i)
4
H3588
Want
H5804
Gaza
H5800 H8803
zal verlaten
H1961 H8799
wezen
H831
, en Askelon
H8077
zal ter verwoesting
H795
wezen; Asdod
H6672
zal men in den middag
H1644 H8762
verdrijven
H6138
, en Ekron
H6131 H8735
zal uitgeworteld worden.
5
H1945
Wee
H3427 H8802
den inwoneren
H2256
van de landstreek
H3220
der zee
H1471
, den volken
H3774
der Cheretim
H1697
! Het woord
H3068
des HEEREN
H5921
zal tegen
H3667
ulieden zijn, gij Kanaan
H6430
, der Filistijnen
H776
land
H6 H8689
! en Ik zal u verdoen
H4480
, dat er
H369 H0
geen
H3427 H8802
inwoner
H369
zal zijn.
6
H2256
En de landstreek
H3220
der zee
H1961 H8804
zal wezen
H5116
[tot] hutten
H3741
, uitgegraven putten
H7462 H8802
der herders
H1448
, en betuiningen
H6629
der kudden.
7
H2256
En de landstreek
H7611
zal wezen voor het overblijfsel
H1004
van het huis
H3063
van Juda
H5921
, dat zij daarin
H7462 H8799
weiden
H6153
; des avonds
H1004
zullen zij in de huizen
H831
van Askelon
H7257 H8799
legeren
H3588
, als
H3068
de HEERE
H430
, hunlieder God
H6485 H8799
, hen zal bezocht
H7622 H8675 H7622
, en hun gevangenis
H7725 H8804
zal gewend hebben.
8
H2781
Ik heb de beschimping
H4124
van Moab
H8085 H8804
gehoord
H1421
, en de scheldwoorden
H1121
der kinderen
H5983
Ammons
H834
, waarmede
H5971
zij Mijn volk
H2778 H8765
beschimpt hebben
H1431 H8686
, en hebben zich groot gemaakt
H5921
tegen
H1366
deszelfs landpale.
9
H3651
Daarom
H589
, [zo] [waarachtig] [als] Ik
H2416
leef
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H430
, de God
H3478
Israels
H4124
: Moab
H5467
zal zekerlijk zijn als Sodom
H1121
, en de kinderen
H5983
Ammons
H6017
als Gomorra
H4476 H2738
, een netelheide
H4379 H4417
, en een zoutgroeve
H8077
, en een verwoesting
H5704
tot
H5769
in eeuwigheid
H7611
! De overigen
H5971
Mijns volks
H962 H8799
zullen ze beroven
H3499
, en het overige
H1471
Mijns volks
H5157 H8799
zal ze erfelijk bezitten.
10
H2063
Dat
H8478
zullen zij hebben in plaats van
H1347
hun hoogmoed
H3588
; want
H2778 H8765
zij hebben beschimpt
H1431 H8686
, en hebben zich groot gemaakt
H5921
tegen
H5971
het volk
H3068
van den HEERE
H6635
der heirscharen.
11
H3372 H0
Vreselijk zal
H3068
de HEERE
H5921
tegen
H3372 H8737
hen wezen
H3588
, want
H3605
Hij zal al
H430
de goden
H776
der aarde
H7329 H8804
doen uitteren
H376
; en een iegelijk
H4725
uit zijn plaats
H7812 H8691
zal Hem aanbidden
H3605
, al
H339
de eilanden
H1471
der heidenen.
13
H3027
Hij zal ook Zijn hand
H5186 H8799
uitstrekken
H5921
tegen
H6828
het Noorden
H804
, en Hij zal Assur
H6 H8762
verdoen
H5210
; en Hij zal Nineve
H7760 H8799
stellen
H8077
tot een verwoesting
H6723
, droog
H4057
als een woestijn.
14
H8432
En in het midden
H5739
van haar zullen den kudden
H7257 H8804
legeren
H3605
, al
H2416
het gedierte
H1471
der volken
H1571
; ook
H6893
de roerdomp
H1571
, ook
H7090
de nachtuil
H3730
zullen op haar granaatappelen
H3885 H8799
vernachten
H6963
; een stem
H2474
zal in het venster
H7891 H8787
zingen
H2721
, verwoesting
H5592
zal in den dorpel
H3588
zijn, als
H731
Hij haar cederwerk
H6168 H8765
zal ontbloot hebben.
15
H2063
Dit
H5892
is die stad
H5947
, die opspringt van vreugde
H983
, die zeker
H3427 H8802
woont
H3824
, die in haar hart
H559 H8802
zegt
H589
: Ik
H657
ben het, en buiten mij is geen
H5750
meer
H349
; hoe
H1961 H8804
is zij geworden
H8047
tot woestheid
H4769
, een rustplaats
H2416
van het gedierte
H3605
! Een ieder
H5921
, die daardoor
H5674 H8802
trekt
H8319 H8799
, zal ze aanfluiten
H3027
, hij zal zijn hand
H5128 H8686
bewegen.