DSV_Strongs(i)
9
H6944
Dit zult gij hebben van de heiligheid
H6944
der heiligheden
H784
, uit het vuur
H7133
: al hun offeranden
H4503
, met al hun spijsoffer
H2403
, en met al hun zondoffer
H817
, en met al hun schuldoffer
H7725 H8686
, dat zij Mij zullen wedergeven
H1121
; het zal u en uw zonen
H6944
een heiligheid
H6944
der heiligheden zijn.
10
H6944 H6944
Aan het allerheiligste
H398 H8799
zult gij dat eten
H2145
; al wat mannelijk
H398 H8799
is zal dat eten
H6944
; het zal u een heiligheid zijn.
11
H8641
Ook zal dit het uwe zijn: het hefoffer
H4976
hunner gave
H8573
, met alle beweegofferen
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H5414 H8804
; Ik heb ze aan u gegeven
H1121
, en aan uw zonen
H1323
, en aan uw dochteren
H5769
met u, tot een eeuwige
H2706
inzetting
H1004
; al wie in uw huis
H2889
rein
H398 H8799
is, zal dat eten.
12
H2459
Al het beste
H3323
van de olie
H2459
, en al het beste
H8492
van de most
H1715
, en van koren
H7225
, hun eerstelingen
H3068
, die zij den HEERE
H5414 H8799
zullen geven
H5414 H8804
, u heb Ik ze gegeven.
13
H1061
De eerste vruchten
H776
van alles, wat in hun land
H3068
is, die zij den HEERE
H935 H8686
zullen brengen
H1004
, zullen uwe zijn; al wie in uw huis
H2889
rein
H398 H8799
is, zal dat eten.
15
H7358
Al wat de baarmoeder
H6363
opent
H1320
, van alle vlees
H3068
, dat zij den HEERE
H7126 H8686
zullen brengen
H120
, onder de mensen
H929
, en onder de beesten
H1060
, zal het uwe zijn; doch de eerstgeborenen
H120
der mensen
H6299 H8800
zult gij ganselijk
H6299 H8799
lossen
H6299 H8799
; ook zult gij lossen
H1060
de eerstgeborenen
H2931
der onreine
H929
beesten.
16
H6299 H8803
Die nu onder dezelve gelost zullen worden
H2320
, zult gij van een maand
H1121
oud
H6299 H8799
lossen
H6187
, naar uw schatting
H3701
, voor het geld
H2568
van vijf
H8255
sikkelen
H8255
, naar den sikkel
H6944
des heiligdoms
H6242
, die is twintig
H1626
gera.
17
H1060
Maar het eerstgeborene
H7794
van een koe
H1060
, of het eerstgeborene
H3775
van een schaap
H1060
, of het eerstgeborene
H5795
van een geit
H6299 H8799
zult gij niet lossen
H6944
, zij zijn heilig
H1818
; hun bloed
H2236 H8799
zult gij sprengen
H4196
op het altaar
H2459
, en hun vet
H6999 H8686
zult gij aansteken
H801
, tot een vuuroffer
H5207
van liefelijken
H7381
reuk
H3068
den HEERE.
18
H1320
En hun vlees
H8573 H2373
zal het uwe zijn; gelijk de beweegborst
H7785 H3225
, en gelijk de rechterschouder, zal het uwe zijn.
19
H8641
Alle hefofferen
H6944
der heilige dingen
H1121
, die de kinderen
H3478
Israels
H3068
den HEERE
H7311 H8686
zullen offeren
H5414 H8804
, heb Ik aan u gegeven
H1121
, en aan uw zonen
H1323
, en aan uw dochteren
H5769
met u, tot een eeuwige
H2706
inzetting
H5769
; het zal een eeuwig
H1285 H4417
zoutverbond
H6440
zijn, voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H2233
, voor u en voor uw zaad met u.
20
H559 H8799
Ook zeide
H3068
de HEERE
H175
tot Aaron
H776
: Gij zult in hun land
H5157 H8799
niet erven
H2506
, en gij zult geen deel
H8432
in het midden
H2506
van henlieden hebben; Ik ben uw deel
H5159
en uw erfenis
H8432
, in het midden
H1121
van de kinderen
H3478
Israels.
21
H1121
En zie, aan de kinderen
H3878
van Levi
H4643
heb Ik alle tienden
H3478
in Israel
H5159
ter erfenis
H5414 H8804
gegeven
H2500
, voor
H5656
hun dienst
H5647 H8802
, dien zij bedienen
H5656
, den dienst
H168
van de tent
H4150
der samenkomst.
22
H1121
En de kinderen
H3478
Israels
H5750
zullen niet meer
H7126 H8799
naderen
H168
tot de tent
H4150
der samenkomst
H2399
, om zonde
H5375 H8800
te dragen
H4191 H8800
[en] te sterven.
23
H3881
Maar de Levieten
H5647 H8804
, die zullen bedienen
H5656
den dienst
H168
van de tent
H4150
der samenkomst
H5771
, en die zullen hun ongerechtigheid
H5375 H8799
dragen
H5769
; het zal een eeuwige
H2708
inzetting
H1755
zijn voor uw geslachten
H8432
; en in het midden
H1121
van de kinderen
H3478
Israels
H5159
zullen zij geen erfenis
H5157 H8799
erven.
24
H4643
Want de tienden
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H3068
, die zij den HEERE
H8641
tot een hefoffer
H7311 H8686
zullen offeren
H3881
, heb Ik aan de Levieten
H5159
tot een erfenis
H5414 H8804
gegeven
H559 H8804
; daarom heb Ik tot hen gezegd
H8432
: Zij zullen in het midden
H1121
van de kinderen
H3478
Israels
H5159
geen erfenis
H5157 H8799
erven.
26
H3881
Gij zult ook tot de Levieten
H1696 H8762
spreken
H559 H8804
, en tot hen zeggen
H1121
: Wanneer gij van de kinderen
H3478
Israels
H4643
de tienden
H3947 H8799
zult ontvangen hebben
H5159
, die Ik u voor uw erfenis
H5414 H8804
van henlieden gegeven heb
H8641
, zo zult gij daarvan een hefoffer
H3068
des HEEREN
H7311 H8689
offeren
H4643
, de tienden
H4643
van die tienden;
27
H2803 H8738
En het zal u gerekend worden
H8641
tot uw hefoffer
H1715
, als koren
H1637
van den dorsvloer
H4395
, en als de volheid
H3342
van de perskuip.
28
H8641
Alzo zult gij ook een hefoffer
H3068
des HEEREN
H7311 H8686
offeren
H4643
van al uw tienden
H1121
, die gij van de kinderen
H3478
Israels
H3947 H8799
zult hebben ontvangen
H3068
; en gij zult daarvan des HEEREN
H8641
hefoffer
H5414 H8804
geven
H3548
aan den priester
H175
Aaron.
29
H4979
Van al uw gaven
H8641
zult gij alle hefoffer
H3068
des HEEREN
H7311 H8686
offeren
H2459
; van al het beste
H4720
van die, van zijn heiliging daarvan.
30
H559 H8804
Gij zult dan tot hen zeggen
H2459
: Als gij deszelfs beste
H7311 H8687
daarvan offert
H3881
, zo zal het den Levieten
H2803 H8738
toegerekend worden
H8393
als een inkomen
H1637
des dorsvloers
H8393
, en als een inkomen
H3342
der perskuip.