Numbers 12:1-15

DSV_Strongs(i)
  1 H4813 Mirjam H1696 H8762 nu sprak H175 , en Aaron H4872 , tegen Mozes H182 , ter oorzake H802 der vrouw H3571 , der Cuschietische H3947 H8804 , die hij genomen had H3571 ; want hij had een Cuschietische H802 ter vrouw H3947 H8804 genomen.
  2 H559 H8799 En zij zeiden H3068 : Heeft dan de HEERE H4872 maar alleen door Mozes H1696 H8765 gesproken H1696 H8765 ? Heeft Hij ook niet door ons gesproken H3068 ? En de HEERE H8085 H8799 hoorde het!
  3 H376 Doch de man H4872 Mozes H3966 was zeer H6035 H8675 H6035 zachtmoedig H120 , meer dan alle mensen H6440 , die op H127 den aardbodem waren.
  4 H559 H8799 Toen sprak H3068 de HEERE H6597 haastelijk H4872 tot Mozes H175 , en tot Aaron H4813 , en tot Mirjam H7969 : Gij drie H3318 H8798 , komt uit H168 tot de tent H4150 der samenkomst H7969 ! En zij drie H3318 H8799 kwamen uit.
  5 H3381 H8799 Toen kwam H3068 de HEERE H5982 H6051 af in de wolkkolom H5975 H8799 , en stond H6607 aan de deur H168 der tent H7121 H8799 ; daarna riep Hij H175 Aaron H4813 en Mirjam H8147 ; en zij beiden H3318 H8799 kwamen uit.
  6 H559 H8799 En Hij zeide H8085 H8798 : Hoort H1697 nu Mijn woorden H5030 ! Zo er een profeet H3068 [onder] u is, Ik, de HEERE H4759 , zal door een gezicht H3045 H8691 Mij aan hem bekend maken H2472 , door een droom H1696 H8762 zal Ik met hem spreken.
  7 H5650 Alzo is Mijn knecht H4872 Mozes H1004 niet, die in Mijn ganse huis H539 H8737 getrouw is.
  8 H6310 [Van] mond H6310 tot mond H1696 H8762 spreek Ik H4758 met hem, en [door] aanzien H2420 , en niet door duistere woorden H8544 ; en de gelijkenis H3068 des HEEREN H5027 H8686 aanschouwt hij H3372 H8804 ; waarom dan hebt gijlieden niet gevreesd H5650 tegen Mijn knecht H4872 , tegen Mozes H1696 H8763 , te spreken?
  9 H2734 H8799 Zo ontstak H3068 des HEEREN H639 toorn H3212 H8799 tegen hen, en Hij ging weg.
  10 H6051 En de wolk H5493 H8804 week H168 van boven de tent H4813 ; en ziet, Mirjam H6879 H8794 was melaats H7950 , [wit] als de sneeuw H175 . En Aaron H6437 H8799 zag H4813 Mirjam H6879 H8794 aan, en ziet, zij was melaats.
  11 H559 H8799 Daarom zeide H175 Aaron H4872 tot Mozes H994 : Och H113 , mijn heer H7896 H8799 ! leg H2403 toch niet op ons de zonde H2973 H8738 , waarmede wij zottelijk gedaan H2398 H8804 , en waarmede wij gezondigd hebben!
  12 H4994 Laat zij toch H4191 H8801 niet zijn als een dode H1320 , van wiens vlees H517 , als hij uit zijns moeders H7358 lijf H3318 H8800 uitgaat H2677 , de helft H398 H8735 wel verteerd is!
  13 H4872 Mozes H6817 H8799 dan riep H3068 tot den HEERE H559 H8800 , zeggende H410 : O God H7495 H8798 ! heel haar toch!
  14 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H4872 tot Mozes H1 : Zo haar vader H3417 H8800 smadelijk H6440 in haar aangezicht H3417 H8804 gespogen had H7651 , zou zij niet zeven H3117 dagen H3637 H8735 beschaamd zijn H7651 ? Laat haar zeven H3117 dagen H2351 buiten H4264 het leger H5462 H8735 gesloten H310 , en daarna H622 H8735 aangenomen worden!
  15 H4813 Zo werd Mirjam H2351 buiten H4264 het leger H7651 zeven H3117 dagen H5462 H8735 gesloten H5971 ; en het volk H5265 H8804 verreisde H4813 niet, totdat Mirjam H622 H8736 aangenomen werd.