Nehemiah 10

DSV_Strongs(i)
  1 H5921 Tot H2856 H8803 de verzegelingen H5166 nu waren: Nehemia H8660 Hattirsatha H1121 , zoon H2446 van Hachalja H6667 , en Zidkia,
  2 H8304 Seraja H5838 , Azarja H3414 , Jeremia,
  3 H6583 Pashur H568 , Amarja H4441 , Malchia,
  4 H2407 Hattus H7645 , Sebanja H4409 , Malluch,
  5 H2766 Harim H4822 , Meremoth H5662 , Obadja,
  6 H1840 Daniel H1599 , Ginnethon H1263 , Baruch,
  7 H4918 Mesullam H29 , Abia H4326 , Mijamin,
  8 H4590 Maazia H1084 , Bilgai H8098 , Semaja H428 . Dit H3548 waren de priesters.
  9 H3881 En de Levieten H3442 , namelijk: Jesua H1121 , zoon H245 van Azanja H1131 , Binnui H4480 ; van H1121 de zonen H2582 van Henadad H6934 , Kadmiel;
  10 H251 En hun broederen H7645 : Sebanja H1941 , Hodia H7042 , Kelita H6411 , Pelaja H2605 , Hanan,
  11 H4316 Micha H7340 , Rehob H2811 , Hasabja,
  12 H2139 Zakkur H8274 , Serebja H7645 , Sebanja,
  13 H1941 Hodia H1137 , Bani H1148 , Beninu;
  14 H7218 De hoofden H5971 des volks H6551 : Parhos H6355 , Pahath-moab H5867 , Elam H2240 , Zatthu H1137 , Bani,
  15 H1138 Bunni H5803 , Azgad H893 , Bebai,
  16 H138 Adonia H902 , Bigvai H5720 , Adin,
  17 H333 Ater H2396 , Hizkia H5809 , Azzur,
  18 H1941 Hodia H2828 , Hasum H1209 , Bezai,
  19 H2756 Harif H6068 , Anathoth H5109 , Nebai,
  20 H4047 Magpias H4918 , Mesullam H2387 , Hezir,
  21 H4898 Mesezabeel H6659 , Zadok H3037 , Jaddua,
  22 H6410 Pelatja H2605 , Hanan H6043 , Anaja,
  23 H1954 Hosea H2608 , Hananja H2815 , Hassub,
  24 H3873 Hallohes H6401 , Pilha H7733 , Sobek,
  25 H7348 Rehum H2812 , Hasabna H4641 , Maaseja,
  26 H281 En Ahia H2605 , Hanan H6052 , Anan,
  27 H4409 Malluch H2766 , Harim H1196 , Baana.
  28 H7605 En het overige H5971 des volks H3548 , de priesteren H3881 , de Levieten H7778 , de poortiers H7891 H8789 , de zangers H5411 , de Nethinim H3605 , en al H4480 wie zich van H5971 de volken H776 der landen H914 H8737 had afgescheiden H413 tot H430 Gods H8451 wet H802 , hun vrouwen H1121 , hun zonen H1323 en hun dochteren H3605 , al H3045 H8802 wie wetenschap H995 H8688 [en] verstand had;
  29 H2388 H8688 Die hielden zich H5921 aan H251 hun broederen H117 , hun voortreffelijken H935 H8802 , en kwamen H423 in den vloek H7621 en in den eed H3212 H8800 , dat zij zouden wandelen H8451 in de wet H430 Gods H834 , die H5414 H8738 gegeven is H3027 door de hand H5650 van den knecht H430 Gods H4872 , Mozes H8104 H8800 ; en dat zij zouden houden H6213 H8800 , en dat zij zouden doen H3605 al H4687 de geboden H3068 des HEEREN H113 , onzes Heeren H4941 , en Zijn rechten H2706 en Zijn inzettingen;
  30 H834 En dat H1323 wij onze dochteren H3808 niet H5414 H8799 zouden geven H5971 aan de volken H776 des lands H3808 , noch H1323 hun dochteren H3947 H8799 nemen H1121 voor onze zonen.
  31 H5971 Ook als de volken H776 des lands H4728 waren H3605 en alle H7668 koren H7676 H3117 op den sabbatdag H4376 H8800 ten verkoop H935 H8688 brengen H7676 , dat wij op den sabbat H6944 , of op een [anderen] heiligen H3117 dag H4480 van H3808 hen niet H3947 H8799 zouden nemen H7637 ; en dat wij het zevende H8141 jaar H5203 H8799 zouden vrij laten H3605 H3027 , mitsgaders allerhande H4853 bezwaarnis.
  32 H5975 H0 Voorts zetten wij H5921 ons H4687 geboden H5975 H8689 op H5921 , ons H5414 H8800 opleggende H7992 een derde deel H8255 van een sikkel H8141 in het jaar H5656 , tot den dienst H1004 van het huis H430 onzes Gods;
  33 H3899 Tot het brood H4635 der toerichting H8548 , en het gedurig H4503 spijsoffer H8548 , en tot het gedurig H5930 brandoffer H7676 , der sabbatten H2320 , der nieuwe maanden H4150 , tot de gezette hoogtijden H6944 , en tot de heilige H2403 dingen, en tot de zondofferen H3722 H8763 , om verzoening te doen H5921 over H3478 Israel H3605 ; en [tot] alle H4399 werk H1004 van het huis H430 onzes Gods.
  34 H5307 H8689 Ook wierpen wij H1486 de loten H3548 , onder de priesters H3881 , de Levieten H5971 en het volk H5921 , over H7133 het offer H6086 van het hout H935 H8687 , dat men brengen zou H1004 ten huize H430 onzes Gods H1004 , naar het huis H1 onzer vaderen H2163 H8794 , op bestemde H6256 tijden H8141 , jaar H8141 op jaar H1197 H8763 , om te branden H5921 op H4196 het altaar H3068 des HEEREN H430 , onzes Gods H8451 , gelijk het in de wet H3789 H8803 geschreven is;
  35 H1061 Dat wij ook de eerstelingen H127 onzes lands H1061 en de eerstelingen H3605 van alle H6529 vrucht H3605 van al H6086 het geboomte H8141 , jaar H8141 op jaar H935 H8687 , zouden brengen H1004 ten huize H3068 des HEEREN;
  36 H1060 En de eerstgeborenen H1121 onzer zonen H929 en onzer beesten H8451 , gelijk het in de wet H3789 H8803 geschreven is H1062 ; en dat wij de eerstgeborenen H1241 onzer runderen H6629 en onzer schapen H935 H8687 zouden brengen H1004 ten huize H430 onzes Gods H3548 , tot de priesteren H1004 , die in het huis H430 onzes Gods H8334 H8764 dienen.
  37 H7225 En dat wij de eerstelingen H6182 onzes deegs H8641 , en onze hefofferen H6529 , en de vrucht H3605 aller H6086 bomen H8492 , most H3323 en olie H935 H8686 , zouden brengen H3548 tot de priesteren H413 , in H3957 de kameren H1004 van het huis H430 onzes Gods H4643 , en de tienden H127 onzes lands H3881 tot de Levieten H1931 ; en dat dezelfde H3881 Levieten H6237 H8764 de tienden zouden hebben H3605 in alle H5892 steden H5656 onzer landbouwerij;
  38 H3548 En dat er een priester H1121 , een zoon H175 van Aaron H5973 , bij H3881 de Levieten H1961 H8804 zou zijn H3881 , als de Levieten H6237 H8687 de tienden ontvangen H3881 ; en dat de Levieten H4643 H4643 de tienden H5927 H8686 zouden opbrengen H1004 ten huize H430 onzes Gods H413 , in H3957 de kameren H214 H1004 van het schathuis.
  39 H3588 Want H1121 de kinderen H3478 Israels H1121 en de kinderen H3878 van Levi H8641 moeten hefoffer H1715 van koren H8492 , most H3323 en olie H3957 in die kameren H935 H8686 brengen H8033 , omdat aldaar H3627 de vaten H4720 des heiligdoms H3548 zijn, en de priesteren H8334 H8764 , die dienen H7778 , en de poortiers H7891 H8789 , en de zangers H1004 ; dat wij alzo het huis H430 onzes Gods H3808 niet H5800 H8799 zouden verlaten.