DSV_Strongs(i)
1
H5921
Tot
H2856 H8803
de verzegelingen
H5166
nu waren: Nehemia
H8660
Hattirsatha
H1121
, zoon
H2446
van Hachalja
H6667
, en Zidkia,
9
H3881
En de Levieten
H3442
, namelijk: Jesua
H1121
, zoon
H245
van Azanja
H1131
, Binnui
H4480
; van
H1121
de zonen
H2582
van Henadad
H6934
, Kadmiel;
14
H7218
De hoofden
H5971
des volks
H6551
: Parhos
H6355
, Pahath-moab
H5867
, Elam
H2240
, Zatthu
H1137
, Bani,
28
H7605
En het overige
H5971
des volks
H3548
, de priesteren
H3881
, de Levieten
H7778
, de poortiers
H7891 H8789
, de zangers
H5411
, de Nethinim
H3605
, en al
H4480
wie zich van
H5971
de volken
H776
der landen
H914 H8737
had afgescheiden
H413
tot
H430
Gods
H8451
wet
H802
, hun vrouwen
H1121
, hun zonen
H1323
en hun dochteren
H3605
, al
H3045 H8802
wie wetenschap
H995 H8688
[en] verstand had;
29
H2388 H8688
Die hielden zich
H5921
aan
H251
hun broederen
H117
, hun voortreffelijken
H935 H8802
, en kwamen
H423
in den vloek
H7621
en in den eed
H3212 H8800
, dat zij zouden wandelen
H8451
in de wet
H430
Gods
H834
, die
H5414 H8738
gegeven is
H3027
door de hand
H5650
van den knecht
H430
Gods
H4872
, Mozes
H8104 H8800
; en dat zij zouden houden
H6213 H8800
, en dat zij zouden doen
H3605
al
H4687
de geboden
H3068
des HEEREN
H113
, onzes Heeren
H4941
, en Zijn rechten
H2706
en Zijn inzettingen;
30
H834
En dat
H1323
wij onze dochteren
H3808
niet
H5414 H8799
zouden geven
H5971
aan de volken
H776
des lands
H3808
, noch
H1323
hun dochteren
H3947 H8799
nemen
H1121
voor onze zonen.
31
H5971
Ook als de volken
H776
des lands
H4728
waren
H3605
en alle
H7668
koren
H7676 H3117
op den sabbatdag
H4376 H8800
ten verkoop
H935 H8688
brengen
H7676
, dat wij op den sabbat
H6944
, of op een [anderen] heiligen
H3117
dag
H4480
van
H3808
hen niet
H3947 H8799
zouden nemen
H7637
; en dat wij het zevende
H8141
jaar
H5203 H8799
zouden vrij laten
H3605 H3027
, mitsgaders allerhande
H4853
bezwaarnis.
32
H5975 H0
Voorts zetten wij
H5921
ons
H4687
geboden
H5975 H8689
op
H5921
, ons
H5414 H8800
opleggende
H7992
een derde deel
H8255
van een sikkel
H8141
in het jaar
H5656
, tot den dienst
H1004
van het huis
H430
onzes Gods;
33
H3899
Tot het brood
H4635
der toerichting
H8548
, en het gedurig
H4503
spijsoffer
H8548
, en tot het gedurig
H5930
brandoffer
H7676
, der sabbatten
H2320
, der nieuwe maanden
H4150
, tot de gezette hoogtijden
H6944
, en tot de heilige
H2403
dingen, en tot de zondofferen
H3722 H8763
, om verzoening te doen
H5921
over
H3478
Israel
H3605
; en [tot] alle
H4399
werk
H1004
van het huis
H430
onzes Gods.
34
H5307 H8689
Ook wierpen wij
H1486
de loten
H3548
, onder de priesters
H3881
, de Levieten
H5971
en het volk
H5921
, over
H7133
het offer
H6086
van het hout
H935 H8687
, dat men brengen zou
H1004
ten huize
H430
onzes Gods
H1004
, naar het huis
H1
onzer vaderen
H2163 H8794
, op bestemde
H6256
tijden
H8141
, jaar
H8141
op jaar
H1197 H8763
, om te branden
H5921
op
H4196
het altaar
H3068
des HEEREN
H430
, onzes Gods
H8451
, gelijk het in de wet
H3789 H8803
geschreven is;
35
H1061
Dat wij ook de eerstelingen
H127
onzes lands
H1061
en de eerstelingen
H3605
van alle
H6529
vrucht
H3605
van al
H6086
het geboomte
H8141
, jaar
H8141
op jaar
H935 H8687
, zouden brengen
H1004
ten huize
H3068
des HEEREN;
36
H1060
En de eerstgeborenen
H1121
onzer zonen
H929
en onzer beesten
H8451
, gelijk het in de wet
H3789 H8803
geschreven is
H1062
; en dat wij de eerstgeborenen
H1241
onzer runderen
H6629
en onzer schapen
H935 H8687
zouden brengen
H1004
ten huize
H430
onzes Gods
H3548
, tot de priesteren
H1004
, die in het huis
H430
onzes Gods
H8334 H8764
dienen.
37
H7225
En dat wij de eerstelingen
H6182
onzes deegs
H8641
, en onze hefofferen
H6529
, en de vrucht
H3605
aller
H6086
bomen
H8492
, most
H3323
en olie
H935 H8686
, zouden brengen
H3548
tot de priesteren
H413
, in
H3957
de kameren
H1004
van het huis
H430
onzes Gods
H4643
, en de tienden
H127
onzes lands
H3881
tot de Levieten
H1931
; en dat dezelfde
H3881
Levieten
H6237 H8764
de tienden zouden hebben
H3605
in alle
H5892
steden
H5656
onzer landbouwerij;
38
H3548
En dat er een priester
H1121
, een zoon
H175
van Aaron
H5973
, bij
H3881
de Levieten
H1961 H8804
zou zijn
H3881
, als de Levieten
H6237 H8687
de tienden ontvangen
H3881
; en dat de Levieten
H4643 H4643
de tienden
H5927 H8686
zouden opbrengen
H1004
ten huize
H430
onzes Gods
H413
, in
H3957
de kameren
H214 H1004
van het schathuis.
39
H3588
Want
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H1121
en de kinderen
H3878
van Levi
H8641
moeten hefoffer
H1715
van koren
H8492
, most
H3323
en olie
H3957
in die kameren
H935 H8686
brengen
H8033
, omdat aldaar
H3627
de vaten
H4720
des heiligdoms
H3548
zijn, en de priesteren
H8334 H8764
, die dienen
H7778
, en de poortiers
H7891 H8789
, en de zangers
H1004
; dat wij alzo het huis
H430
onzes Gods
H3808
niet
H5800 H8799
zouden verlaten.