Leviticus 14

DSV_Strongs(i)
  1 H1696 H8762 Daarna sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8800 , zeggende:
  2 H8451 Dit zal de wet H6879 H8794 des melaatsen H3117 zijn, ten dage H2893 zijner reiniging H3548 : dat hij tot den priester H935 H8717 zal gebracht worden.
  3 H3548 En de priester H2351 zal buiten H4264 het leger H3318 H8804 gaan H3548 ; als de priester H7200 H8804 merken zal H5061 , dat, ziet, die plaag H6883 der melaatsheid H6879 H8803 van den melaatse H7495 H8738 genezen is;
  4 H3548 Zo zal de priester H6680 H8765 gebieden H2891 H8693 , dat men voor hem, die te reinigen zal zijn H8147 , twee H2416 levende H2889 reine H6833 vogelen H3947 H8804 neme H730 H6086 , mitsgaders cederenhout H8144 H8438 , en scharlaken H231 , en hysop.
  5 H3548 De priester H6680 H8765 zal ook gebieden H259 , dat men den ene H6833 vogel H7819 H8804 slachte H2789 , in een aarden H3627 vat H2416 , over levend H4325 water.
  6 H2416 Dien levenden H6833 vogel H3947 H8799 zal hij nemen H730 H6086 , en het cederhout H8144 H8438 , en het scharlaken H231 , en den hysop H2416 ; en zal die, en den levenden H6833 vogel H2881 H8804 dopen H1818 in het bloed H6833 des vogels H2416 , die boven het levende H4325 water H7819 H8803 geslacht is.
  7 H6883 En hij zal over hem, die van de melaatsheid H2891 H8693 te reinigen is H7651 H6471 , zevenmaal H5137 H8689 sprengen H2891 H8765 ; daarna zal hij hem rein verklaren H2416 , en den levenden H6833 vogel H6440 in het open H7704 veld H7971 H8765 vliegen laten.
  8 H2891 H8693 Die nu te reinigen is H899 , zal zijn klederen H3526 H8765 wassen H8181 , en al zijn haar H1548 H8765 afscheren H4325 , en zich in het water H7364 H8804 afwassen H2891 H8804 , zo zal hij rein zijn H310 ; daarna H4264 zal hij in het leger H935 H8799 komen H2351 , maar zal buiten H168 zijn tent H7651 zeven H3117 dagen H3427 H8804 blijven.
  9 H7637 En op den zevenden H3117 dag H8181 zal het geschieden, dat hij al zijn haar H1548 H8762 zal afscheren H7218 , zijn hoofd H2206 , en zijn baard H1354 , en de wenkbrauwen H5869 zijner ogen H8181 ; ja, al zijn haar H1548 H8762 zal hij afscheren H899 , en al zijn klederen H3526 H8765 wassen H1320 , en zijn vlees H4325 met water H7364 H8804 baden H2891 H8804 , zo zal hij rein zijn.
  10 H8066 En op den achtsten H3117 dag H8147 zal hij twee H8549 volkomen H3532 lammeren H259 , en een H1323 H8141 eenjarig H8549 volkomen H3535 schaap H3947 H8799 nemen H7969 , mitsgaders drie H6241 tienden H5560 meelbloem H4503 ten spijsoffer H8081 , met olie H1101 H8803 gemengd H259 , en een H3849 log H8081 olie.
  11 H3548 De priester H2891 H8764 nu, die de reiniging doet H376 , zal den man H2891 H8693 , die te reinigen is H5975 H8689 , en die dingen, stellen H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H6607 , aan de deur H168 van de tent H4150 der samenkomst.
  12 H3548 En de priester H259 zal dat ene H3532 lam H3947 H8804 nemen H7126 H8689 , en hetzelve offeren H817 tot een schuldoffer H3849 met den log H8081 olie H8573 ; en zal die ten beweegoffer H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H5130 H8689 bewegen.
  13 H3532 Daarna zal hij dat lam H7819 H8804 slachten H4725 in de plaats H2403 , waar men het zondoffer H5930 en het brandoffer H7819 H8799 slacht H6944 , in de heilige H4725 plaats H2403 ; want het schuldoffer H817 , gelijk het zondoffer H3548 , is voor den priester H6944 ; het is een heiligheid H6944 der heiligheden.
  14 H3548 En de priester H1818 zal van het bloed H817 des schuldoffers H3947 H8804 nemen H3548 , hetwelk de priester H5414 H8804 doen zal H8571 op het lapje H3233 H241 van het rechteroor H2891 H8693 desgenen, die te reinigen is H931 , en op den duim H3233 H3027 zijner rechterhand H931 , en op den groten teen H3233 H7272 zijns rechtervoets.
  15 H3548 De priester H3849 zal ook uit den log H8081 der olie H3947 H8804 nemen H3548 , en zal ze op des priesters H3709 H8042 linkerhand H3332 H8804 gieten.
  16 H3548 Dan zal de priester H3233 H676 zijn rechtervinger H2881 H8804 indopen H8081 , [nemende] van die olie H8042 H3709 , die in zijn linkerhand H676 is, en zal met zijn vinger H8081 van die olie H7651 H6471 zevenmaal H5137 H8689 sprengen H6440 , voor het aangezicht H3068 des HEEREN.
  17 H3499 En van het overige H8081 van die olie H3709 , die in zijn hand H3548 zal zijn, zal de priester H5414 H8799 doen H8571 op het lapje H3233 H241 van het rechteroor H2891 H8693 desgenen, die te reinigen is H931 , en op den duim H3233 H3027 zijner rechterhand H931 , en op den groten teen H3233 H7272 zijns rechtervoets H1818 , boven op het bloed H817 des schuldoffers.
  18 H3498 H8737 Dat nog overgebleven zal zijn H8081 van die olie H3709 , die in de hand H3548 des priesters H5414 H8799 geweest is, zal hij doen H7218 op het hoofd H2891 H8693 desgenen, die te reinigen is H3548 ; zo zal de priester H3722 H8765 over hem verzoening doen H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN.
  19 H3548 De priester H2403 zal ook het zondoffer H6213 H8804 bereiden H2932 , en voor hem, die van zijn onreinigheid H2891 H8693 te reinigen is H3722 H8765 , verzoening doen H310 ; en daarna H5930 zal hij het brandoffer H7819 H8799 slachten.
  20 H3548 En de priester H5930 zal dat brandoffer H4503 en dat spijsoffer H4196 op het altaar H5927 H8689 offeren H3548 ; zo zal de priester H3722 H8765 de verzoening voor hem doen H2891 H8804 , en hij zal rein zijn.
  21 H1800 Maar indien hij arm H3027 is, en zijn hand H5381 H8688 [dat] niet bereikt H259 , zo zal hij een H3532 lam H817 ten schuldoffer H8573 , ter beweging H3947 H8804 nemen H3722 H8763 , om voor hem verzoening te doen H259 ; daartoe een H6241 tiende H5560 meelbloem H8081 , met olie H1101 H8803 gemengd H4503 , ten spijsoffer H3849 , en een log H8081 olie;
  22 H8147 Mitsgaders twee H8449 tortelduiven H8147 , of twee H1121 jonge H3123 duiven H3027 , die zijn hand H5381 H8686 bereiken zal H259 , welker ene H2403 ten zondoffer H259 , en een H5930 ten brandoffer zijn zal.
  23 H8066 En hij zal die, op den achtsten H3117 dag H2893 zijner reiniging H3548 , tot den priester H935 H8689 brengen H6607 , aan de deur H168 van de tent H4150 der samenkomst H6440 , voor het aangezicht H3068 des HEEREN.
  24 H3548 En de priester H3532 zal het lam H817 des schuldoffers H3849 , en den log H8081 der olie H3947 H8804 nemen H3548 ; en de priester H8573 zal die ten beweegoffer H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H5130 H8689 bewegen.
  25 H3532 Daarna zal hij het lam H817 des schuldoffers H7819 H8804 slachten H3548 , en de priester H1818 zal van het bloed H817 des schuldoffers H3947 H8804 nemen H5414 H8804 , en doen H8571 H3233 H241 op het rechteroorlapje H2891 H8693 desgenen, die te reinigen is H931 , en op den duim H3233 H3027 zijner rechterhand H931 , en op den groten teen H3233 H7272 zijns rechtervoets.
  26 H3548 Ook zal de priester H8081 van die olie H3548 op des priesters H3709 H8042 linkerhand H3332 H8799 gieten.
  27 H3548 Daarna zal de priester H3233 H676 met zijn rechtervinger H8081 van die olie H8042 H3709 , die op zijn linkerhand H5137 H8689 is, sprengen H7651 H6471 , zevenmaal H6440 , voor het aangezicht H3068 des HEEREN.
  28 H3548 En de priester H8081 zal van de olie H3709 , die op zijn hand H5414 H8804 is, doen H8571 aan het lapje H3233 H241 van het rechteroor H2891 H8693 desgenen, die te reinigen is H931 , en aan den duim H3233 H3027 zijner rechterhand H931 , en aan den groten teen H3233 H7272 zijns rechtervoets H4725 , op de plaats H1818 van het bloed H817 des schuldoffers.
  29 H3498 H8737 En het overgeblevene H8081 van de olie H3709 , die in de hand H3548 des priesters H5414 H8799 is, zal hij doen H7218 op het hoofd H2891 H8693 desgenen, die te reinigen is H3722 H8763 , om de verzoening voor hem te doen H6440 , voor het aangezicht H3068 des HEEREN.
  30 H259 Daarna zal hij de ene H8449 van de tortelduiven H1121 , of van de jonge H3123 duiven H6213 H8804 bereiden H834 , van hetgeen H3027 zijn hand H5381 H8686 bereikt zal hebben.
  31 H3027 Van hetgeen zijn hand H5381 H8686 bereikt zal hebben H259 , zal het een H2403 ten zondoffer H259 , en het een H5930 ten brandoffer H4503 zijn, boven het spijsoffer H3548 ; zo zal de priester H2891 H8693 voor hem, die te reinigen is H3722 H8765 , verzoening doen H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN.
  32 H8451 Dit is de wet H5061 [desgenen], in wien de plaag H6883 der melaatsheid H3027 zal zijn, wiens hand H2893 in zijn reiniging H5381 H8686 [dat] niet bereikt zal hebben.
  33 H1696 H8762 Verder sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H175 en tot Aaron H559 H8800 , zeggende:
  34 H935 H8799 Als gij zult gekomen zijn H776 in het land H3667 van Kanaan H272 , hetwelk Ik u tot bezitting H5414 H8802 geven zal H5061 , en Ik de plaag H6883 der melaatsheid H1004 aan een huis H776 van dat land H272 uwer bezitting H5414 H8804 zal gegeven hebben;
  35 H1004 Zo zal hij, van wien dat huis H935 H8804 is, komen H3548 , en den priester H5046 H8689 te kennen geven H559 H8800 , zeggende H7200 H8738 : Het schijnt H5061 mij, alsof er een plaag H1004 in het huis ware.
  36 H3548 En de priester H6680 H8765 zal gebieden H1004 , dat zij dat huis H6437 H8765 ruimen H3548 , aleer de priester H935 H8799 komt H5061 , om die plaag H7200 H8800 te bezien H1004 , opdat niet al wat in dat huis H2930 H8799 is, onrein worde H310 ; en daarna H3548 zal de priester H935 H8799 komen H1004 , om dat huis H7200 H8800 te bezien.
  37 H5061 Als hij die plaag H7200 H8804 bezien zal H5061 , dat, ziet, die plaag H7023 aan de wanden H1004 van dat huis H3422 zijn groenachtige H125 of roodachtige H8258 kuiltjes H4758 , en hun aanzien H8217 lager H4480 is dan H7023 die wand;
  38 H3548 De priester H1004 zal uit dat huis H3318 H8804 uitgaan H6607 , aan de deur H1004 van het huis H1004 , en hij zal dat huis H7651 zeven H3117 dagen H5462 H8689 doen toesluiten.
  39 H3548 Daarna zal de priester H7637 op den zevenden H3117 dag H7725 H8804 wederkeren H7200 H8804 ; indien hij merken zal H5061 , dat, ziet, die plaag H7023 aan de wanden H1004 van dat huis H6581 H8804 uitgespreid is;
  40 H3548 Zo zal de priester H6680 H8765 gebieden H68 , dat zij de stenen H2004 , in welke H5061 die plaag H2502 H8765 is, uitbreken H853 , en dezelve H2351 tot buiten H5892 de stad H7993 H8689 werpen H2931 , aan een onreine H4725 plaats;
  41 H1004 En dat huis H5439 zal hij rondom H1004 van binnen H7106 H8686 doen schrabben H6083 , en zij zullen het stof H7096 H8689 , dat zij afgeschrabd hebben H2351 , tot buiten H5892 de stad H2931 aan een onreine H4725 plaats H8210 H8804 uitstorten.
  42 H312 Daarna zullen zij andere H68 stenen H3947 H8804 nemen H8478 , en in de plaats H68 van gene stenen H935 H8689 brengen H312 ; en men zal ander H6083 leem H3947 H8799 nemen H1004 , en dat huis H2902 H8804 bestrijken.
  43 H5061 Maar indien die plaag H7725 H8799 wederkeert H1004 , en in dat huis H6524 H8804 uitbot H310 , nadat H68 men de stenen H2502 H8765 uitgebroken heeft H310 , en na H7096 H8687 het afschrabben H1004 van het huis H310 , en nadat H2902 H8736 het zal bestreken zijn;
  44 H3548 Zo zal de priester H935 H8804 komen H7200 H8804 ; als hij nu zal merken H5061 , dat, ziet, die plaag H1004 aan dat huis H6581 H8804 uitgespreid is H3992 H8688 , het is een knagende H6883 melaatsheid H1004 in dat huis H2931 , het is onrein.
  45 H1004 Daarom zal men dat huis H68 , zijn stenen H6086 , en zijn hout H5422 H8804 even afbreken H6083 , mitsgaders al het leem H1004 van het huis H2351 , en men zal het tot buiten H5892 de stad H3318 H8689 uitvoeren H2931 , aan een onreine H4725 plaats.
  46 H1004 En die in dat huis H935 H8802 gaat H3117 te enigen dage H5462 H8689 , als men hetzelve zal toegesloten hebben H2930 H8799 , zal onrein zijn H6153 tot aan den avond.
  47 H1004 Die ook in dat huis H7901 H8802 te slapen ligt H899 , zal zijn klederen H3526 H8762 wassen H1004 ; insgelijks, die in dat huis H398 H8802 eet H899 , zal zijn klederen H3526 H8762 wassen.
  48 H3548 Maar als de priester H935 H8800 zal weder H935 H8799 ingegaan zijn H7200 H8804 , en zal merken H5061 , dat, ziet, die plaag H1004 aan dat huis H6581 H8804 niet uitgespreid is H310 , nadat H1004 het huis H2902 H8736 zal bestreken zijn H3548 ; zo zal de priester H1004 dat huis H2891 H8765 rein verklaren H5061 , dewijl die plaag H7495 H8738 genezen is.
  49 H1004 Daarna zal hij, om dat huis H2398 H8763 te ontzondigen H8147 , twee H6833 vogeltjes H3947 H8804 nemen H730 H6086 , mitsgaders cederenhout H8144 H8438 , en scharlaken H231 , en hysop.
  50 H259 En hij zal den enen H6833 vogel H7819 H8804 slachten H2789 in een aarden H3627 vat H2416 , over levend H4325 water.
  51 H730 H6086 Dan zal hij dat cederenhout H231 , en dien hysop H8144 H8438 , en het scharlaken H2416 , en den levenden H6833 vogel H3947 H8804 nemen H1818 , en zal die in het bloed H7819 H8803 des geslachten H6833 vogels H2416 en in het levende H4325 water H2881 H8804 dopen H1004 ; en hij zal dat huis H7651 H6471 zevenmaal H5137 H8689 besprengen.
  52 H1004 Zo zal hij dat huis H2398 H8765 ontzondigen H1818 met het bloed H6833 des vogels H2416 , en met dat levend H4325 water H2416 , en met den levenden H6833 vogel H730 H6086 , en met dat cederenhout H231 , en met den hysop H8144 H8438 , en met het scharlaken.
  53 H2416 Den levenden H6833 vogel H2351 nu zal hij tot buiten H5892 de stad H6440 , in het open H7704 veld H7971 H8765 , laten vliegen H1004 ; zo zal hij over het huis H3722 H8765 verzoening doen H2891 H8804 , en het zal rein zijn.
  54 H8451 Dit is de wet H5061 voor alle plage H6883 der melaatsheid H5424 , en voor schurftheid;
  55 H6883 En voor melaatsheid H899 der klederen H1004 , en der huizen;
  56 H7613 Mitsgaders voor gezwel H5597 , en voor gezweer H934 , en voor blaren;
  57 H3384 H8687 Om te leren H3117 , op welken dag H2931 iets onrein H3117 , en op welken dag H2889 iets rein H8451 is. Dit is de wet H6883 der melaatsheid.