DSV_Strongs(i)
3
H3117
En het zal geschieden ten dage
H3068
, wanneer u de HEERE
H5117 H8687
rust geven zal
H6090
van uw smart
H7267
, en van uw beroering
H7186
, en van de harde
H5656
dienstbaarheid
H5647 H8795
, waarin men u heeft doen dienen;
4
H4912
Dan zult gij deze spreuk
H5375 H8804
opnemen
H4428
tegen den koning
H894
van Babel
H559 H8804
, en zeggen
H7673 H0
: Hoe houdt
H5065 H8802
de drijver
H7673 H8804
op
H7673 H0
? [Hoe] houdt
H4062
de goudene
H7673 H8804
op?
5
H3068
De HEERE
H4294
heeft den stok
H7563
der goddelozen
H7665 H8804
gebroken
H7626
, den scepter
H4910 H8802
der heersers.
6
H5971
Die de volken
H5221 H8688
plaagde
H5678
in verbolgenheid
H4347
met een plaag
H1115
zonder
H5627
ophouden
H639
, die in toorn
H1471
over de heidenen
H7287 H8802
heerste
H4783
, die wordt vervolgd
H1097
, zonder dat het iemand
H2820 H8804
afweren kan.
7
H776
De ganse aarde
H5117 H8804
rust
H8252 H8804
, zij is stil
H6476 H8804
; zij maken groot geschal
H7440
met gejuich.
8
H8055 H8804
Ook verheugen zich
H1265
de dennen
H730
over u, [en] de cederen
H3844
van Libanon
H7901 H8804
, [zeggende]: Sinds dat gij daar nederligt
H5927 H0
, komt
H5927 H8799
niemand tegen ons op
H3772 H8802
, die ons afhouwe.
9
H7585
De hel
H7264 H8804
van onderen was beroerd
H7125 H8800
om uwentwil, om [u] tegemoet te gaan
H935 H8800
, als gij kwaamt
H5782 H0
; zij wekt
H7496
om uwentwil de doden
H5782 H8790
op
H6260
, al de bokken
H776
der aarde
H4428
; zij doet al de koningen
H1471
der heidenen
H3678
van hun tronen
H6965 H8689
opstaan.