Exodus 29:11-37

DSV_Strongs(i)
  11 H6499 En gij zult den var H7819 H8804 slachten H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H6607 , voor de deur H168 van de tent H4150 der samenkomst.
  12 H1818 Daarna zult gij van het bloed H6499 des vars H3947 H8804 nemen H676 , en met uw vinger H7161 op de hoornen H4196 des altaars H5414 H8804 doen H1818 ; en al het bloed H8210 H8799 zult gij uitgieten H413 aan H3247 den bodem H4196 des altaars.
  13 H2459 Gij zult ook al het vet H3947 H8804 nemen H7130 , hetwelk het ingewand H3680 H8764 bedekt H3508 , en het net H3516 over de lever H8147 , en beide H3629 nieren H2459 en het vet H6999 H8689 , dat aan dezelve is, en gij zult ze aansteken H4196 op het altaar.
  14 H1320 Maar het vlees H6499 des vars H5785 , en zijn vel H6569 , en zijn drek H784 , zult gij met vuur H8313 H8799 verbranden H2351 , buiten H4264 het leger H2403 ; het is een zondoffer.
  15 H259 Daarna zult gij den enen H352 ram H3947 H8799 nemen H175 , en Aaron H1121 en zijn zonen H3027 zullen hun handen H7218 op het hoofd H352 des rams H5564 H8804 leggen;
  16 H352 En gij zult den ram H7819 H8804 slachten H1818 , en gij zult zijn bloed H3947 H8804 nemen H5439 , en rondom H4196 op het altaar H2236 H8804 sprengen.
  17 H352 En den ram H5409 zult gij in zijn delen H5408 H8762 delen H7130 ; en gij zult zijn ingewand H3767 en zijn schenkelen H7364 H8804 wassen H5409 , en op zijn delen H7218 , en op zijn hoofd H5414 H8804 leggen.
  18 H352 Alzo zult gij den gehelen ram H6999 H8689 aansteken H4196 op het altaar H5930 ; het is een brandoffer H3068 den HEERE H5207 , tot een liefelijken H7381 reuk H801 , het is een vuuroffer H3068 den HEERE.
  19 H8145 Daarna zult gij den anderen H352 ram H3947 H8804 nemen H175 , en Aaron H1121 en zijn zonen H3027 zullen hun handen H352 op des rams H7218 hoofd H5564 H8804 leggen;
  20 H352 En gij zult den ram H7819 H8804 slachten H1818 , en van zijn bloed H3947 H8804 nemen H5414 H8804 , en doen H8571 H241 het op het [rechter] oorlapje H175 van Aaron H8571 H3233 H241 , en op het rechteroorlapje H1121 van zijn zonen H931 , desgelijks op den duim H3233 H3027 hunner rechterhand H931 , en op den groten teen H3233 H7272 huns rechtervoets H1818 ; en dat bloed H4196 zult gij op het altaar H2236 H8804 sprengen H5439 , rondom heen.
  21 H3947 H8804 Dan zult gij nemen H1818 van het bloed H4196 , dat op het altaar H4888 H8081 is, en van de zalfolie H175 , en gij zult op Aaron H899 en op zijn klederen H5137 H8689 sprengen H1121 , en op zijn zonen H899 en op de klederen H1121 zijner zonen H6942 H8804 met hem; opdat hij geheiligd zij H899 , en zijn klederen H1121 , ook zijn zonen H899 , en de klederen H1121 zijner zonen met hem.
  22 H352 Daarna zult gij van den ram H3947 H8804 nemen H2459 het vet H451 mitsgaders den staart H2459 , ook het vet H7130 , dat het ingewand H3680 H8764 bedekt H3508 , en het net H3516 der lever H8147 en de beide H3629 nieren H2459 , met het vet H3225 H7785 , dat aan dezelve is, en den rechterschouder H352 ; want het is een ram H4394 der vulofferen;
  23 H259 En een H3603 H3899 broodbol H259 , en een H2471 koek H8081 geolied H259 brood, en een H7550 vlade H5536 , uit den korf H4682 der ongezuurde H6440 [broden], die voor het aangezicht H3068 des HEEREN zijn zal;
  24 H7760 H8804 En leg H3709 ze alle op de handen H175 van Aaron H3709 , en op de handen H1121 zijner zonen H5130 H8689 , en beweeg H8573 ze ten beweegoffer H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN.
  25 H3947 H8804 Neem H3027 ze daarna van hun hand H6999 H8689 , en steek ze aan H4196 op het altaar H5930 , op het brandoffer H5207 , tot een liefelijken H7381 reuk H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H801 ; het is een vuuroffer H3068 den HEERE.
  26 H3947 H8804 En neem H2373 de borst H352 van den ram H4394 der vulofferen H175 , die van Aaron H5130 H8689 is, en beweeg H8573 hem ten beweegoffer H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H4490 ; en het zal u ten dele zijn.
  27 H2373 En gij zult de borst H8573 des beweegoffers H6942 H8765 heiligen H7785 , en den schouder H8641 des hefoffers H5130 H8717 , die bewogen H7311 H8717 , en die opgeheven zal zijn H352 van den ram H4394 des vuloffers H834 , van hetgeen H175 dat Aarons H1121 , en van hetgeen dat zijner zonen is.
  28 H175 En het zal voor Aaron H1121 en zijn zonen H5769 zijn tot een eeuwige H2706 inzetting H1121 vanwege de kinderen H3478 Israels H8641 ; want het is een hefoffer H8641 ; en het hefoffer H1121 vanwege de kinderen H3478 Israels H2077 H8002 zal zijn van hun dankofferen H8641 ; hun hefoffer H3068 zal voor den HEERE zijn.
  29 H6944 De heilige H899 klederen H175 nu, die van Aaron H1121 zullen geweest zijn, zullen van zijn zonen H310 na hem H4888 zijn, opdat men hen in dezelve zalve H3027 , en dat men hun hand H4390 H8763 in dezelve vulle.
  30 H7651 Zeven H3117 dagen H3847 H8799 zal hij ze aantrekken H1121 , die uit zijn zonen H3548 in zijn plaats priester H168 zal worden, die in de tent H4150 der samenkomst H935 H8799 gaan zal H6944 , om in het heilige H8334 H8763 te dienen.
  31 H352 Gij zult den ram H4394 der vulling H3947 H8799 nemen H1320 , en gij zult zijn vlees H6918 in de heilige H4725 plaats H1310 H8765 zieden.
  32 H175 Aaron H1121 nu en zijn zonen H1320 zullen het vlees H352 van dezen ram H398 H8804 eten H3899 , en het brood H5536 , dat in den korf H6607 zal zijn, bij de deur H168 van de tent H4150 der samenkomst.
  33 H398 H8804 En zij zullen die dingen eten H3722 H8795 , met welke de verzoening zal gedaan zijn H3027 , om hun hand H4390 H8763 te vullen H6942 H8763 , [en] om hen te heiligen H2114 H8801 ; maar een vreemde H398 H8799 zal ze niet eten H6944 , want ze zijn heilig.
  34 H3498 H8735 En indien er [wat] overblijven zal H1320 van het vlees H4394 der vulofferen H3899 , of van dit brood H1242 , tot aan den morgen H3498 H8737 , zo zult gij het overgeblevene H784 met vuur H8313 H8804 verbranden H398 H8735 ; het zal niet gegeten worden H6944 , want het is heilig.
  35 H175 Gij zult dan aan Aaron H1121 en aan zijn zonen H6213 H8804 alzo doen H6680 H8765 , naar alles, wat Ik u geboden heb H7651 ; zeven H3117 dagen H3027 zult gij hun hand H4390 H8762 vullen.
  36 H3117 Gij zult ook des daags H6499 een var H2403 des zondoffers H6213 H8799 bereiden H3725 , tot de verzoeningen H4196 , en gij zult het altaar H2398 H8765 ontzondigen H3722 H8763 , mits doende de verzoening H4886 H8804 over hetzelve; en gij zult het zalven H6942 H8763 , om het te heiligen.
  37 H7651 Zeven H3117 dagen H3722 H8762 zult gij verzoening doen H4196 voor het altaar H6942 H8765 , en zult het heiligen H4196 ; alsdan zal dat altaar H6944 een heiligheid H6944 der heiligheden H4196 zijn; al wat het altaar H5060 H8802 aanroert H6942 H8799 , zal heilig zijn.