DSV_Strongs(i)
11
H6499
En gij zult den var
H7819 H8804
slachten
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H6607
, voor de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst.
12
H1818
Daarna zult gij van het bloed
H6499
des vars
H3947 H8804
nemen
H676
, en met uw vinger
H7161
op de hoornen
H4196
des altaars
H5414 H8804
doen
H1818
; en al het bloed
H8210 H8799
zult gij uitgieten
H413
aan
H3247
den bodem
H4196
des altaars.
13
H2459
Gij zult ook al het vet
H3947 H8804
nemen
H7130
, hetwelk het ingewand
H3680 H8764
bedekt
H3508
, en het net
H3516
over de lever
H8147
, en beide
H3629
nieren
H2459
en het vet
H6999 H8689
, dat aan dezelve is, en gij zult ze aansteken
H4196
op het altaar.
14
H1320
Maar het vlees
H6499
des vars
H5785
, en zijn vel
H6569
, en zijn drek
H784
, zult gij met vuur
H8313 H8799
verbranden
H2351
, buiten
H4264
het leger
H2403
; het is een zondoffer.
15
H259
Daarna zult gij den enen
H352
ram
H3947 H8799
nemen
H175
, en Aaron
H1121
en zijn zonen
H3027
zullen hun handen
H7218
op het hoofd
H352
des rams
H5564 H8804
leggen;
16
H352
En gij zult den ram
H7819 H8804
slachten
H1818
, en gij zult zijn bloed
H3947 H8804
nemen
H5439
, en rondom
H4196
op het altaar
H2236 H8804
sprengen.
17
H352
En den ram
H5409
zult gij in zijn delen
H5408 H8762
delen
H7130
; en gij zult zijn ingewand
H3767
en zijn schenkelen
H7364 H8804
wassen
H5409
, en op zijn delen
H7218
, en op zijn hoofd
H5414 H8804
leggen.
18
H352
Alzo zult gij den gehelen ram
H6999 H8689
aansteken
H4196
op het altaar
H5930
; het is een brandoffer
H3068
den HEERE
H5207
, tot een liefelijken
H7381
reuk
H801
, het is een vuuroffer
H3068
den HEERE.
19
H8145
Daarna zult gij den anderen
H352
ram
H3947 H8804
nemen
H175
, en Aaron
H1121
en zijn zonen
H3027
zullen hun handen
H352
op des rams
H7218
hoofd
H5564 H8804
leggen;
20
H352
En gij zult den ram
H7819 H8804
slachten
H1818
, en van zijn bloed
H3947 H8804
nemen
H5414 H8804
, en doen
H8571 H241
het op het [rechter] oorlapje
H175
van Aaron
H8571 H3233 H241
, en op het rechteroorlapje
H1121
van zijn zonen
H931
, desgelijks op den duim
H3233 H3027
hunner rechterhand
H931
, en op den groten teen
H3233 H7272
huns rechtervoets
H1818
; en dat bloed
H4196
zult gij op het altaar
H2236 H8804
sprengen
H5439
, rondom heen.
21
H3947 H8804
Dan zult gij nemen
H1818
van het bloed
H4196
, dat op het altaar
H4888 H8081
is, en van de zalfolie
H175
, en gij zult op Aaron
H899
en op zijn klederen
H5137 H8689
sprengen
H1121
, en op zijn zonen
H899
en op de klederen
H1121
zijner zonen
H6942 H8804
met hem; opdat hij geheiligd zij
H899
, en zijn klederen
H1121
, ook zijn zonen
H899
, en de klederen
H1121
zijner zonen met hem.
22
H352
Daarna zult gij van den ram
H3947 H8804
nemen
H2459
het vet
H451
mitsgaders den staart
H2459
, ook het vet
H7130
, dat het ingewand
H3680 H8764
bedekt
H3508
, en het net
H3516
der lever
H8147
en de beide
H3629
nieren
H2459
, met het vet
H3225 H7785
, dat aan dezelve is, en den rechterschouder
H352
; want het is een ram
H4394
der vulofferen;
23
H259
En een
H3603 H3899
broodbol
H259
, en een
H2471
koek
H8081
geolied
H259
brood, en een
H7550
vlade
H5536
, uit den korf
H4682
der ongezuurde
H6440
[broden], die voor het aangezicht
H3068
des HEEREN zijn zal;
24
H7760 H8804
En leg
H3709
ze alle op de handen
H175
van Aaron
H3709
, en op de handen
H1121
zijner zonen
H5130 H8689
, en beweeg
H8573
ze ten beweegoffer
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
25
H3947 H8804
Neem
H3027
ze daarna van hun hand
H6999 H8689
, en steek ze aan
H4196
op het altaar
H5930
, op het brandoffer
H5207
, tot een liefelijken
H7381
reuk
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H801
; het is een vuuroffer
H3068
den HEERE.
26
H3947 H8804
En neem
H2373
de borst
H352
van den ram
H4394
der vulofferen
H175
, die van Aaron
H5130 H8689
is, en beweeg
H8573
hem ten beweegoffer
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H4490
; en het zal u ten dele zijn.
27
H2373
En gij zult de borst
H8573
des beweegoffers
H6942 H8765
heiligen
H7785
, en den schouder
H8641
des hefoffers
H5130 H8717
, die bewogen
H7311 H8717
, en die opgeheven zal zijn
H352
van den ram
H4394
des vuloffers
H834
, van hetgeen
H175
dat Aarons
H1121
, en van hetgeen dat zijner zonen is.
28
H175
En het zal voor Aaron
H1121
en zijn zonen
H5769
zijn tot een eeuwige
H2706
inzetting
H1121
vanwege de kinderen
H3478
Israels
H8641
; want het is een hefoffer
H8641
; en het hefoffer
H1121
vanwege de kinderen
H3478
Israels
H2077 H8002
zal zijn van hun dankofferen
H8641
; hun hefoffer
H3068
zal voor den HEERE zijn.
29
H6944
De heilige
H899
klederen
H175
nu, die van Aaron
H1121
zullen geweest zijn, zullen van zijn zonen
H310
na hem
H4888
zijn, opdat men hen in dezelve zalve
H3027
, en dat men hun hand
H4390 H8763
in dezelve vulle.
30
H7651
Zeven
H3117
dagen
H3847 H8799
zal hij ze aantrekken
H1121
, die uit zijn zonen
H3548
in zijn plaats priester
H168
zal worden, die in de tent
H4150
der samenkomst
H935 H8799
gaan zal
H6944
, om in het heilige
H8334 H8763
te dienen.
31
H352
Gij zult den ram
H4394
der vulling
H3947 H8799
nemen
H1320
, en gij zult zijn vlees
H6918
in de heilige
H4725
plaats
H1310 H8765
zieden.
32
H175
Aaron
H1121
nu en zijn zonen
H1320
zullen het vlees
H352
van dezen ram
H398 H8804
eten
H3899
, en het brood
H5536
, dat in den korf
H6607
zal zijn, bij de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst.
33
H398 H8804
En zij zullen die dingen eten
H3722 H8795
, met welke de verzoening zal gedaan zijn
H3027
, om hun hand
H4390 H8763
te vullen
H6942 H8763
, [en] om hen te heiligen
H2114 H8801
; maar een vreemde
H398 H8799
zal ze niet eten
H6944
, want ze zijn heilig.
34
H3498 H8735
En indien er [wat] overblijven zal
H1320
van het vlees
H4394
der vulofferen
H3899
, of van dit brood
H1242
, tot aan den morgen
H3498 H8737
, zo zult gij het overgeblevene
H784
met vuur
H8313 H8804
verbranden
H398 H8735
; het zal niet gegeten worden
H6944
, want het is heilig.
35
H175
Gij zult dan aan Aaron
H1121
en aan zijn zonen
H6213 H8804
alzo doen
H6680 H8765
, naar alles, wat Ik u geboden heb
H7651
; zeven
H3117
dagen
H3027
zult gij hun hand
H4390 H8762
vullen.