Deuteronomy 1:35-45

DSV_Strongs(i)
  35 H376 Zo iemand H582 van deze mannen H7451 , [van] dit kwade H1755 geslacht H7200 H8799 , zal zien H2896 dat goede H776 land H7650 H8738 , hetwelk Ik gezworen heb H1 uw vaderen H5414 H8800 te zullen geven!
  36 H2108 Behalve H3612 Kaleb H1121 , de zoon H3312 van Jefunne H7200 H8799 ; die zal het zien H776 , en aan hem zal Ik het land H5414 H8799 geven H834 , waarop H1869 H8804 hij getreden heeft H1121 , en aan zijn kinderen H4390 H8765 ; omdat hij volhard heeft H3068 den HEERE H310 te volgen.
  37 H599 H8694 Ook vertoornde zich H3068 de HEERE H1558 op mij om uwentwil H559 H8800 , zeggende H8033 : Gij zult daar H935 H8799 ook niet inkomen.
  38 H3091 Jozua H1121 , de zoon H5126 van Nun H6440 , die voor uw aangezicht H5975 H8802 staat H935 H8799 , die zal daarin komen H2388 H8761 ; sterk H3478 denzelven, want hij zal het Israel H5157 H8686 doen erven.
  39 H2945 En uw kinderkens H559 H8804 , waarvan gij zeidet H957 : Zij zullen tot een roof H1121 zijn; en uw kinderen H3117 , die heden H2896 noch goed H7451 noch kwaad H3045 H8804 weten H935 H8799 , die zullen daarin komen H5414 H8799 , en dien zal Ik het geven H3423 H8799 , en die zullen het erfelijk bezitten.
  40 H6437 H8798 Gij daarentegen, keert u H5265 H8798 , en reist H4057 naar de woestijn H1870 , den weg H5488 H3220 van de Schelfzee.
  41 H6030 H8799 Toen antwoorddet gij H559 H8799 , en zeidet H3068 tot mij: Wij hebben tegen den HEERE H2398 H8804 gezondigd H5927 H8799 ; wij zullen optrekken H3898 H8738 , en strijden H3068 , naar alles, wat de HEERE H430 , onze God H6680 H8765 , ons geboden heeft H376 . Als gij nu een iegelijk H3627 H4421 zijn krijgsgereedschap H2296 H8799 aangorddet H1951 H8686 , en willens waart H2022 , om naar het gebergte H5927 H8800 henen op te trekken,
  42 H559 H8799 Zo zeide H3068 de HEERE H559 H8798 tot mij: Zeg H5927 H8799 hun: Trekt niet op H3898 H8735 , en strijdt H7130 niet, want Ik ben niet in het midden H6440 van u; opdat gij niet voor het aangezicht H341 H8802 uwer vijanden H5062 H8735 geslagen wordet.
  43 H1696 H8762 Doch als ik tot u sprak H8085 H8804 , zo hoordet gij H6310 niet, maar waart den mond H3068 des HEEREN H4784 H8686 wederspannig H2102 H8686 , en handeldet trotselijk H5927 H8799 , en toogt op H2022 naar het gebergte.
  44 H3318 H0 Toen togen H567 de Amorieten H3318 H8799 uit H2022 , die op dat gebergte H3427 H8802 woonden H7125 H8800 , u tegemoet H7291 H8799 , en vervolgden H1682 u, gelijk als de bijen H6213 H8799 doen H3807 H8686 ; en zij verpletterden H8165 u in Seir H2767 tot Horma toe.
  45 H7725 H8799 Als gij nu wederkwaamt H1058 H8799 en weendet H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H8085 H8804 , zo verhoorde H3068 de HEERE H6963 uw stem H238 H8689 niet, en neigde Zijn oren niet tot u.