Deuteronomy 2

DSV_Strongs(i)
  1 H6437 H8799 Daarna keerden wij H5265 H8799 ons, en reisden H4057 naar de woestijn H1870 , den weg H5488 H3220 van de Schelfzee H3068 , gelijk de HEERE H1696 H8765 tot mij gesproken had H5437 H8799 , en wij togen om H2022 het gebergte H8165 Seir H7227 , vele H3117 dagen.
  2 H559 H8799 Toen sprak H3068 de HEERE H559 H8800 tot mij, zeggende:
  3 H2022 Gijlieden hebt dit gebergte H7227 genoeg H5437 H8800 omgetogen H6437 H8798 ; keert u H6828 naar het noorden;
  4 H6680 H8761 En gebied H5971 het volk H559 H8800 , zeggende H5674 H8802 : Gij zult doortrekken H1366 aan de landpale H251 uwer broederen H1121 , de kinderen H6215 van Ezau H8165 , die in Seir H3427 H8802 wonen H3372 H8799 ; zij zullen wel voor u vrezen H3966 ; maar gij zult u zeer H8104 H8738 wachten.
  5 H1624 H8691 Mengt u H776 niet met hen; want Ik zal u van hun land H5414 H8799 niet geven H4096 , ook niet tot de betreding H7272 H3709 van een voetzool H6215 ; want Ik heb Ezau H2022 het gebergte H8165 Seir H3425 ter erfenis H5414 H8804 gegeven.
  6 H400 Spijze H3701 zult gij voor geld H7666 H8799 van hen kopen H398 H8804 , dat gij etet H4325 ; en ook zult gij water H3701 voor geld H3739 H8799 van hen kopen H8354 H8804 , dat gij drinket.
  7 H3068 Want de HEERE H430 , uw God H1288 H8765 , heeft u gezegend H4639 in al het werk H3027 uwer hand H3045 H8804 ; Hij kent H3212 H8800 uw wandelen H1419 door deze zo grote H4057 woestijn H705 ; deze veertig H8141 jaren H3068 is de HEERE H430 , uw God H1697 , met u geweest; geen ding H2637 H8804 sheeft u ontbroken.
  8 H5674 H8799 Als wij nu doorgetrokken waren H251 van onze broederen H1121 , de kinderen H6215 van Ezau H8165 , die in Seir H3427 H8802 woonden H1870 , van den weg H6160 des vlakken velds H359 , van Elath H6100 , en van Ezeon-geber H6437 H8799 , zo keerden wij ons H5674 H8799 , en doortogen H1870 den weg H4057 der woestijn H4124 van Moab.
  9 H559 H8799 Toen sprak H3068 de HEERE H6696 H8799 tot mij: Beangstig H4124 Moab H1624 H8691 niet, en meng u H4421 niet met hen in den strijd H3425 ; want Ik zal u geen erfenis H776 van hun land H5414 H8799 geven H3876 , dewijl Ik aan Lots H1121 kinderen H6144 Ar H3425 ter erfenis H5414 H8804 gegeven heb.
  10 H368 De Emieten H3427 H8804 woonden H6440 te voren H1419 daarin, een groot H7227 , en menigvuldig H7311 H8802 , en lang H5971 volk H6062 , gelijk de Enakieten.
  11 H1992 Dezen H7497 werden ook voor reuzen H2803 H8735 gehouden H6062 , als de Enakieten H4125 ; en de Moabieten H7121 H8799 noemden H368 hen Emieten.
  12 H3427 H8804 Ook woonden H2752 de Horieten H6440 te voren H8165 in Seir H1121 ; maar de kinderen H6215 van Ezau H3423 H8799 verdreven hen uit de bezitting H8045 H8686 en verdelgden H6440 hen van hun aangezicht H3427 H8799 , en hebben in hunlieder plaats gewoond H3478 ; gelijk als Israel H6213 H8804 gedaan heeft H776 aan het land H3425 zijner erfenis H3068 , hetwelk de HEERE H5414 H8804 hun gegeven heeft.
  13 H6965 H8798 Nu, maakt u op H5674 H8798 , en trekt over H5158 de beek H2218 Zered H5674 H8799 . Alzo trokken wij over H5158 de beek H2218 Zered.
  14 H3117 De dagen H1980 H8804 nu, die wij gewandeld hebben H6947 van Kades-barnea H5158 , totdat wij over de beek H2218 Zered H5674 H8804 getogen zijn H8083 , waren acht H7970 en dertig H8141 jaren H1755 ; totdat het ganse geslacht H582 H4421 der krijgslieden H7130 uit het midden H4264 der heirlegers H8552 H8800 verteerd was H3068 , gelijk de HEERE H7650 H8738 hun gezworen had.
  15 H3027 Zo was ook de hand H3068 des HEEREN H7130 tegen hen, om hen uit het midden H4264 des heirlegers H2000 H8800 te verslaan H8552 H8800 , totdat zij verteerd waren.
  16 H582 H4421 En het geschiedde, als al de krijgslieden H8552 H8804 verteerd waren H7130 , uit het midden H5971 des heirlegers H4191 H8800 wegstervende,
  17 H3068 Dat de HEERE H1696 H8762 tot mij sprak H559 H8800 , zeggende:
  18 H3117 Gij zult heden H5674 H8802 doortrekken H6144 aan Ar H1366 , de landpale H4124 van Moab;
  19 H7126 H8804 En gij zult naderen H4136 tegenover H1121 de kinderen H5983 Ammons H6696 H8799 ; beangstig H1624 H8691 die niet, en meng u H776 met hen niet; want Ik zal u van het land H1121 der kinderen H5983 Ammons H3425 geen erfenis H5414 H8799 geven H3876 , dewijl Ik het aan Lots H1121 kinderen H3425 ter erfenis H5414 H8804 gegeven heb.
  20 H776 Dit werd ook voor een land H7497 der reuzen H2803 H8735 gehouden H7497 ; de reuzen H3427 H8804 woonden H6440 te voren H5984 daarin, en de Ammonieten H7121 H8799 noemden H2157 hen Zamzummieten;
  21 H1419 Een groot H7227 , en menigvuldig H7311 H8802 , en lang H5971 volk H6062 , als de Enakieten H3068 ; en de HEERE H8045 H8686 verdelgde H6440 hen voor hun aangezicht H3423 H8799 , zodat zij hen uit de bezitting verdreven H3427 H8799 , en aan hunlieder plaats woonden;
  22 H1121 Gelijk als Hij aan de kinderen H6215 van Ezau H8165 , die in Seir H3427 H8802 wonen H6213 H8804 , gedaan heeft H6440 , voor welker aangezicht H2752 Hij de Horieten H8045 H8689 verdelgde H3423 H8799 ; en zij verdreven hen uit de bezitting H3427 H8799 , en hebben aan hun plaats gewoond H3117 tot op dezen dag.
  23 H3732 Ook hebben de Kafthorieten H3731 , die uit Kafthor H3318 H8802 uittogen H5761 , de Avieten H2699 , die in Hazerim H5804 tot Gaza H3427 H8802 toe woonden H8045 H8689 , verdelgd H3427 H8799 , en aan hun plaats gewoond.
  24 H6965 H8798 Maakt u op H5265 H8798 , reist heen H5674 H8798 , en gaat over H5158 de beek H769 Arnon H7200 H8798 ; ziet H5511 , Ik heb Sihon H4428 , den koning H2809 van Hesbon H567 , den Amoriet H776 , en zijn land H3027 , in uw hand H5414 H8804 gegeven H2490 H8685 ; begint H3423 H8798 te erven H1624 H8690 , en mengt u H4421 met hen in den strijd.
  25 H3117 Te dezen dage H2490 H8686 zal Ik beginnen H6343 uw schrik H3374 en uw vreze H5414 H8800 te geven H6440 over het aangezicht H5971 der volken H8064 , onder den gansen hemel H8088 ; die uw gerucht H8085 H8799 zullen horen H7264 H8804 , die zullen sidderen H2342 H8804 , en bang zijn H6440 van uw aangezicht.
  26 H7971 H8799 Toen zond ik H4397 boden H4057 uit de woestijn H6932 Kedemot H5511 tot Sihon H4428 , den koning H2809 van Hesbon H1697 , met woorden H7965 van vrede H559 H8800 , zeggende:
  27 H776 Laat mij door uw land H5674 H8799 doortrekken H1870 ; ik zal alleenlijk H1870 langs den weg H3212 H8799 voorttrekken H3225 ; ik zal noch ter rechter H8040 [hand] noch ter linkerhand H5493 H8799 uitwijken.
  28 H7666 H8686 Verkoop H400 mij spijze H3701 voor geld H398 H8804 , dat ik ete H5414 H8799 , en geef H4325 mij water H3701 voor geld H8354 H8804 , dat ik drinke H7272 ; alleenlijk laat mij op mijn voeten H5674 H8799 doortrekken;
  29 H1121 Gelijk de kinderen H6215 van Ezau H8165 , die in Seir H3427 H8802 wonen H4125 , en de Moabieten H6144 , die in Ar H3427 H8802 wonen H6213 H8804 , mij gedaan hebben H3383 ; totdat ik over de Jordaan H5674 H8799 kome H776 in het land H3068 , dat de HEERE H430 , onze God H5414 H8802 , ons geven zal.
  30 H5511 Maar Sihon H4428 , de koning H2809 van Hesbon H14 H8804 , wilde H5674 H8687 ons door hetzelve niet laten doortrekken H3068 ; want de HEERE H430 , uw God H7185 H8689 , verhardde H7307 zijn geest H553 H8765 , en verstokte H3824 zijn hart H3027 , opdat Hij hem in uw hand H5414 H8800 gave H3117 , gelijk het is te dezen dage.
  31 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H7200 H8798 tot mij: Zie H2490 H8689 , Ik heb begonnen H5511 Sihon H776 en zijn land H6440 voor uw aangezicht H5414 H8800 te geven H2490 H8685 ; begin H3423 H8798 dan te erven H776 , om zijn land H3423 H8800 erfelijk te bezitten.
  32 H5511 En Sihon H3318 H8799 toog uit H7125 H8800 ons tegemoet H5971 , hij en al zijn volk H4421 , ten strijde H3096 , naar Jahaz.
  33 H3068 En de HEERE H430 , onze God H5414 H8799 , gaf H6440 hem voor ons aangezicht H5221 H8686 ; en wij sloegen H1121 hem, en zijn zonen H5971 , en al zijn volk.
  34 H3920 H8799 En wij namen H6256 te dier tijd H5892 al zijn steden H2763 H8686 in, en wij verbanden H5892 alle steden H4962 , mannen H802 , en vrouwen H2945 , en kinderkens H7604 H8689 ; wij lieten H8300 niemand overblijven.
  35 H929 Het vee H962 H8804 alleen roofden wij H7998 voor ons, en den roof H5892 der steden H3920 H8804 , die wij innamen.
  36 H6177 Van Aroer H8193 af, dat aan den oever H5158 der beek H769 Arnon H5892 is, en de stad H5158 , die aan de beek H1568 is, ook tot Gilead H7151 toe, was er geen stad H7682 H8804 , die voor ons te hoog was H3068 ; de HEERE H430 , onze God H5414 H8804 , gaf H6440 dat alles voor ons aangezicht.
  37 H776 Behalve tot het land H1121 van de kinderen H5983 Ammons H7126 H8804 naderdet gij H3027 niet, noch tot de ganse streek H5158 der beek H2999 Jabbok H5892 , noch tot de steden H2022 van het gebergte H3068 , noch tot iets, dat de HEERE H430 , onze God H6680 H8765 , ons verboden had.