2 Kings 15:32-16:20

DSV_Strongs(i)
  32 H8147 In het tweede H8141 jaar H6492 van Pekah H1121 , den zoon H7425 van Remalia H4428 , den koning H3478 van Israel H4427 H0 , werd H3147 Jotham H4427 H8804 koning H1121 , de zoon H5818 van Uzzia H4428 , den koning H3063 van Juda.
  33 H2568 Vijf H6242 en twintig H8141 jaren H1961 H8804 was H1121 hij oud H4427 H8800 , als hij koning werd H4427 H8804 , en regeerde H8337 H6240 zestien H8141 jaren H3389 te Jeruzalem H8034 ; en de naam H517 zijner moeder H3388 was Jerusa H1323 , de dochter H6659 van Zadok.
  34 H6213 H8799 En hij deed H3477 dat recht H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H3605 ; naar alles H834 , wat H1 zijn vader H5818 Uzzia H6213 H8804 gedaan had H6213 H8804 , deed hij.
  35 H7535 Alleenlijk H1116 werden de hoogten H3808 niet H5493 H8804 weggenomen H5971 ; het volk H2076 H8764 offerde H6999 H8764 en rookte H5704 nog H1116 op de hoogten H1931 ; dezelve H1129 H8804 bouwde H5945 de hoge H8179 poort H1004 aan het huis H3068 des HEEREN.
  36 H3499 Het overige H1697 nu der geschiedenissen H3147 van Jotham H834 , en al wat H6213 H8804 hij gedaan heeft H1992 , is dat H3808 niet H3789 H8803 geschreven H5921 in H5612 het boek H1697 H3117 der kronieken H4428 der koningen H3063 van Juda?
  37 H1992 In die H3117 dagen H2490 H8689 begon H3068 de HEERE H3063 in Juda H7971 H8687 te zenden H7526 Rezin H4428 , den koning H758 van Syrie H6492 , en Pekah H1121 , den zoon H7425 van Remalia.
  38 H3147 En Jotham H7901 H8799 ontsliep H5973 met H1 zijn vaderen H6912 H8735 , en werd begraven H5973 bij H1 zijn vaderen H5892 in de stad H1 van zijn vader H1732 David H1121 ; en zijn zoon H271 Achaz H4427 H8799 werd koning H8478 in zijn plaats.
16
  1 H7651 H6240 In het zeventiende H8141 H8141 jaar H6492 van Pekah H1121 , den zoon H7425 van Remalia H4427 H0 , werd H271 Achaz H4427 H8804 koning H1121 , de zoon H3147 van Jotham H4428 , den koning H3063 van Juda.
  2 H6242 Twintig H8141 jaren H271 was Achaz H1121 oud H4427 H8800 , toen hij koning werd H4427 H8804 , en hij regeerde H8337 H6240 zestien H8141 jaren H3389 te Jeruzalem H6213 H8804 ; en hij deed H3808 niet H3477 dat recht H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H430 zijns Gods H1 , als zijn vader H1732 David.
  3 H3212 H8799 Want hij wandelde H1870 in den weg H4428 der koningen H3478 van Israel H1571 ; ja, hij deed ook H1121 zijn zoon H784 door het vuur H5674 H8689 gaan H8441 , naar de gruwelen H1471 der heidenen H834 H853 , die H3068 de HEERE H4480 H6440 voor H1121 de kinderen H3478 Israels H3423 H8689 verdreven had.
  4 H2076 H8762 Hij offerde H6999 H8762 ook en rookte H1116 op de hoogten H5921 en op H1389 de heuvelen H8478 , ook onder H3605 alle H7488 groen H6086 geboomte.
  5 H227 Toen H5927 H0 toog H7526 Rezin H4428 , de koning H758 van Syrie H5927 H8799 , op H6492 , met Pekah H1121 , den zoon H7425 van Remalia H4428 , den koning H3478 van Israel H3389 , naar Jeruzalem H4421 ten strijde H6696 H8799 H5921 ; en zij belegerden H271 Achaz H3201 H8804 , maar zij vermochten H3808 niet H3898 H8736 met strijden.
  6 H1931 Te dierzelfder H6256 tijd H7725 H0 bracht H7526 Rezin H4428 , de koning H758 van Syrie H359 , Elath H7725 H8689 weder H758 H8675 H130 aan Syrie H5394 H8762 , en wierp H3064 de Joden H4480 uit H359 Elath H726 ; en de Syriers H935 H8804 kwamen H359 te Elath H8033 , en hebben daar H3427 H8799 gewoond H2088 tot op dezen H3117 dag.
  7 H271 Achaz H7971 H8799 nu zond H4397 boden H413 tot H8407 Tiglath-pilezer H4428 , den koning H804 van Assyrie H559 H8800 , zeggende H589 : Ik H5650 ben uw knecht H1121 en uw zoon H5927 H8798 ; kom op H3467 H8685 , en verlos H4480 mij uit H3709 de hand H4428 van den koning H758 van Syrie H4480 , en uit H3709 de hand H4428 van den koning H3478 van Israel H5921 , die zich tegen H6965 H8801 mij opmaken.
  8 H271 En Achaz H3947 H8799 nam H3701 het zilver H2091 en het goud H1004 , dat in het huis H3068 des HEEREN H214 , en in de schatten H1004 van het huis H4428 des konings H4672 H8737 gevonden werd H7971 H8799 , en hij zond H4428 den koning H804 van Assyrie H7810 een geschenk.
  9 H8085 H8799 Zo hoorde H4428 de koning H804 van Assyrie H413 naar H4428 hem; want de koning H804 van Assyrie H5927 H8799 toog op H413 tegen H1834 Damaskus H8610 H8799 , en nam haar in H1540 H8686 , en voerde hen gevankelijk H7024 naar Kir H4191 H8689 , en hij doodde H7526 Rezin.
  10 H3212 H8799 Toen toog H4428 de koning H271 Achaz H8407 Tiglath-pilezer H4428 , den koning H804 van Assyrie H7125 H8800 , tegemoet H1834 , naar Damaskus H7200 H8799 ; en gezien hebbende H4196 een altaar H834 , dat H1834 te Damaskus H7971 H8799 was, zo zond H4428 de koning H271 Achaz H413 aan H3548 den priester H223 Uria H1823 de gelijkenis H4196 van het altaar H8403 , en zijn afbeelding H3605 , naar zijn ganse H4639 maaksel.
  11 H223 En Uria H3548 , de priester H1129 H8799 , bouwde H4196 een altaar H3605 , naar alles H834 , wat H4428 de koning H271 Achaz H4480 van H1834 Damaskus H7971 H8804 ontboden had H3651 ; alzo H6213 H8804 deed H3548 de priester H223 Uria H5704 , tegen dat H4428 de koning H271 Achaz H4480 van H1834 Damaskus H935 H8800 kwam.
  12 H4428 Als nu de koning H4480 van H1834 Damaskus H935 H8799 gekomen was H7200 H8799 , zag H4428 de koning H4196 het altaar H4428 en de koning H7126 H8799 naderde H5921 tot H4196 het altaar H5927 H8686 , en offerde H5921 daarop.
  13 H6999 H0 En hij stak H5930 zijn brandoffer H6999 H8686 aan H4503 , en zijn spijsoffer H5258 H8686 , en goot H5262 zijn drankoffer H2236 H8799 en sprengde H1818 het bloed H8002 zijner dankofferen H5921 op H4196 dat altaar.
  14 H5178 Maar het koperen H4196 altaar H834 , dat H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H7126 H8686 was, dat bracht hij H4480 van H6440 het voorste deel H1004 van het huis H4480 , van H996 tussen H4196 [zijn] altaar H4480 , en van H996 tussen H1004 het huis H3068 des HEEREN H5414 H8799 , en hij zette H853 het H5921 aan H3409 de zijde H4196 [zijns] altaars H6828 noordwaarts.
  15 H4428 En de koning H271 Achaz H6680 H8762 gebood H223 Uria H3548 , den priester H559 H8800 , zeggende H6999 H0 : Steek H5921 op H1419 het grote H4196 altaar H6999 H8685 aan H1242 H5930 het morgenbrandoffer H6153 H4503 , en het avondspijsoffer H4428 , en des konings H5930 brandoffer H4503 , en zijn spijsoffer H5930 , en het brandoffer H3605 van al H5971 het volk H776 des lands H4503 , en hun spijsoffer H5262 , en hun drankofferen H2236 H8799 ; en spreng H5921 daarop H3605 al H1818 het bloed H5930 des brandoffers H3605 , en al H1818 het bloed H2077 des slachtoffers H5178 ; maar het koperen H4196 altaar H1961 H8799 zal mij zijn H1239 H8763 , om te onderzoeken.
  16 H223 En Uria H3548 , de priester H6213 H8799 , deed H3605 naar alles H834 , wat H4428 de koning H271 Achaz H6680 H8765 geboden had.
  17 H4428 En de koning H271 Achaz H7112 H0 sneed H4526 de lijsten H4350 der stellingen H7112 H8762 af H5493 H0 , en nam H4480 die van H5921 boven H3595 het wasvat H5493 H8686 weg H3381 H0 , en deed H3220 de zee H3381 H8689 af H4480 H5921 van H5178 de koperen H1241 runderen H834 , die H8478 daaronder H5414 H8799 waren; en hij zette H853 die H5921 op H68 een stenen H4837 vloer.
  18 H4329 H8675 H4329 Daartoe het deksel H7676 des sabbats H834 , dat H1004 zij in het huis H1129 H8804 gebouwd hadden H2435 , en den buitensten H3996 ingang H4428 des konings H5437 H8689 nam hij weg H1004 van het huis H3068 des HEEREN H4480 H6440 , vanwege H4428 den koning H804 van Assyrie.
  19 H3499 Het overige H1697 nu der geschiedenissen H271 van Achaz H834 , wat H6213 H8804 hij gedaan heeft H1992 , is dat H3808 niet H3789 H8803 geschreven H5921 in H5612 het boek H1697 H3117 der kronieken H4428 der koningen H3063 van Juda?
  20 H271 En Achaz H7901 H8799 ontsliep H5973 met H1 zijn vaderen H6912 H8735 , en werd begraven H5973 bij H1 zijn vaderen H5892 , in de stad H1732 Davids H2396 ; en Hizkia H1121 , zijn zoon H4427 H8799 , werd koning H8478 in zijn plaats.