DSV_Strongs(i)
32
H8147
In het tweede
H8141
jaar
H6492
van Pekah
H1121
, den zoon
H7425
van Remalia
H4428
, den koning
H3478
van Israel
H4427 H0
, werd
H3147
Jotham
H4427 H8804
koning
H1121
, de zoon
H5818
van Uzzia
H4428
, den koning
H3063
van Juda.
33
H2568
Vijf
H6242
en twintig
H8141
jaren
H1961 H8804
was
H1121
hij oud
H4427 H8800
, als hij koning werd
H4427 H8804
, en regeerde
H8337 H6240
zestien
H8141
jaren
H3389
te Jeruzalem
H8034
; en de naam
H517
zijner moeder
H3388
was Jerusa
H1323
, de dochter
H6659
van Zadok.
34
H6213 H8799
En hij deed
H3477
dat recht
H5869
was in de ogen
H3068
des HEEREN
H3605
; naar alles
H834
, wat
H1
zijn vader
H5818
Uzzia
H6213 H8804
gedaan had
H6213 H8804
, deed hij.
35
H7535
Alleenlijk
H1116
werden de hoogten
H3808
niet
H5493 H8804
weggenomen
H5971
; het volk
H2076 H8764
offerde
H6999 H8764
en rookte
H5704
nog
H1116
op de hoogten
H1931
; dezelve
H1129 H8804
bouwde
H5945
de hoge
H8179
poort
H1004
aan het huis
H3068
des HEEREN.
36
H3499
Het overige
H1697
nu der geschiedenissen
H3147
van Jotham
H834
, en al wat
H6213 H8804
hij gedaan heeft
H1992
, is dat
H3808
niet
H3789 H8803
geschreven
H5921
in
H5612
het boek
H1697 H3117
der kronieken
H4428
der koningen
H3063
van Juda?
37
H1992
In die
H3117
dagen
H2490 H8689
begon
H3068
de HEERE
H3063
in Juda
H7971 H8687
te zenden
H7526
Rezin
H4428
, den koning
H758
van Syrie
H6492
, en Pekah
H1121
, den zoon
H7425
van Remalia.
38
H3147
En Jotham
H7901 H8799
ontsliep
H5973
met
H1
zijn vaderen
H6912 H8735
, en werd begraven
H5973
bij
H1
zijn vaderen
H5892
in de stad
H1
van zijn vader
H1732
David
H1121
; en zijn zoon
H271
Achaz
H4427 H8799
werd koning
H8478
in zijn plaats.
16
1
H7651 H6240
In het zeventiende
H8141 H8141
jaar
H6492
van Pekah
H1121
, den zoon
H7425
van Remalia
H4427 H0
, werd
H271
Achaz
H4427 H8804
koning
H1121
, de zoon
H3147
van Jotham
H4428
, den koning
H3063
van Juda.
2
H6242
Twintig
H8141
jaren
H271
was Achaz
H1121
oud
H4427 H8800
, toen hij koning werd
H4427 H8804
, en hij regeerde
H8337 H6240
zestien
H8141
jaren
H3389
te Jeruzalem
H6213 H8804
; en hij deed
H3808
niet
H3477
dat recht
H5869
was in de ogen
H3068
des HEEREN
H430
zijns Gods
H1
, als zijn vader
H1732
David.
3
H3212 H8799
Want hij wandelde
H1870
in den weg
H4428
der koningen
H3478
van Israel
H1571
; ja, hij deed ook
H1121
zijn zoon
H784
door het vuur
H5674 H8689
gaan
H8441
, naar de gruwelen
H1471
der heidenen
H834 H853
, die
H3068
de HEERE
H4480 H6440
voor
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H3423 H8689
verdreven had.
4
H2076 H8762
Hij offerde
H6999 H8762
ook en rookte
H1116
op de hoogten
H5921
en op
H1389
de heuvelen
H8478
, ook onder
H3605
alle
H7488
groen
H6086
geboomte.
5
H227
Toen
H5927 H0
toog
H7526
Rezin
H4428
, de koning
H758
van Syrie
H5927 H8799
, op
H6492
, met Pekah
H1121
, den zoon
H7425
van Remalia
H4428
, den koning
H3478
van Israel
H3389
, naar Jeruzalem
H4421
ten strijde
H6696 H8799 H5921
; en zij belegerden
H271
Achaz
H3201 H8804
, maar zij vermochten
H3808
niet
H3898 H8736
met strijden.
6
H1931
Te dierzelfder
H6256
tijd
H7725 H0
bracht
H7526
Rezin
H4428
, de koning
H758
van Syrie
H359
, Elath
H7725 H8689
weder
H758 H8675 H130
aan Syrie
H5394 H8762
, en wierp
H3064
de Joden
H4480
uit
H359
Elath
H726
; en de Syriers
H935 H8804
kwamen
H359
te Elath
H8033
, en hebben daar
H3427 H8799
gewoond
H2088
tot op dezen
H3117
dag.
7
H271
Achaz
H7971 H8799
nu zond
H4397
boden
H413
tot
H8407
Tiglath-pilezer
H4428
, den koning
H804
van Assyrie
H559 H8800
, zeggende
H589
: Ik
H5650
ben uw knecht
H1121
en uw zoon
H5927 H8798
; kom op
H3467 H8685
, en verlos
H4480
mij uit
H3709
de hand
H4428
van den koning
H758
van Syrie
H4480
, en uit
H3709
de hand
H4428
van den koning
H3478
van Israel
H5921
, die zich tegen
H6965 H8801
mij opmaken.
8
H271
En Achaz
H3947 H8799
nam
H3701
het zilver
H2091
en het goud
H1004
, dat in het huis
H3068
des HEEREN
H214
, en in de schatten
H1004
van het huis
H4428
des konings
H4672 H8737
gevonden werd
H7971 H8799
, en hij zond
H4428
den koning
H804
van Assyrie
H7810
een geschenk.
9
H8085 H8799
Zo hoorde
H4428
de koning
H804
van Assyrie
H413
naar
H4428
hem; want de koning
H804
van Assyrie
H5927 H8799
toog op
H413
tegen
H1834
Damaskus
H8610 H8799
, en nam haar in
H1540 H8686
, en voerde hen gevankelijk
H7024
naar Kir
H4191 H8689
, en hij doodde
H7526
Rezin.
10
H3212 H8799
Toen toog
H4428
de koning
H271
Achaz
H8407
Tiglath-pilezer
H4428
, den koning
H804
van Assyrie
H7125 H8800
, tegemoet
H1834
, naar Damaskus
H7200 H8799
; en gezien hebbende
H4196
een altaar
H834
, dat
H1834
te Damaskus
H7971 H8799
was, zo zond
H4428
de koning
H271
Achaz
H413
aan
H3548
den priester
H223
Uria
H1823
de gelijkenis
H4196
van het altaar
H8403
, en zijn afbeelding
H3605
, naar zijn ganse
H4639
maaksel.
11
H223
En Uria
H3548
, de priester
H1129 H8799
, bouwde
H4196
een altaar
H3605
, naar alles
H834
, wat
H4428
de koning
H271
Achaz
H4480
van
H1834
Damaskus
H7971 H8804
ontboden had
H3651
; alzo
H6213 H8804
deed
H3548
de priester
H223
Uria
H5704
, tegen dat
H4428
de koning
H271
Achaz
H4480
van
H1834
Damaskus
H935 H8800
kwam.
12
H4428
Als nu de koning
H4480
van
H1834
Damaskus
H935 H8799
gekomen was
H7200 H8799
, zag
H4428
de koning
H4196
het altaar
H4428
en de koning
H7126 H8799
naderde
H5921
tot
H4196
het altaar
H5927 H8686
, en offerde
H5921
daarop.
13
H6999 H0
En hij stak
H5930
zijn brandoffer
H6999 H8686
aan
H4503
, en zijn spijsoffer
H5258 H8686
, en goot
H5262
zijn drankoffer
H2236 H8799
en sprengde
H1818
het bloed
H8002
zijner dankofferen
H5921
op
H4196
dat altaar.
14
H5178
Maar het koperen
H4196
altaar
H834
, dat
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H7126 H8686
was, dat bracht hij
H4480
van
H6440
het voorste deel
H1004
van het huis
H4480
, van
H996
tussen
H4196
[zijn] altaar
H4480
, en van
H996
tussen
H1004
het huis
H3068
des HEEREN
H5414 H8799
, en hij zette
H853
het
H5921
aan
H3409
de zijde
H4196
[zijns] altaars
H6828
noordwaarts.
15
H4428
En de koning
H271
Achaz
H6680 H8762
gebood
H223
Uria
H3548
, den priester
H559 H8800
, zeggende
H6999 H0
: Steek
H5921
op
H1419
het grote
H4196
altaar
H6999 H8685
aan
H1242 H5930
het morgenbrandoffer
H6153 H4503
, en het avondspijsoffer
H4428
, en des konings
H5930
brandoffer
H4503
, en zijn spijsoffer
H5930
, en het brandoffer
H3605
van al
H5971
het volk
H776
des lands
H4503
, en hun spijsoffer
H5262
, en hun drankofferen
H2236 H8799
; en spreng
H5921
daarop
H3605
al
H1818
het bloed
H5930
des brandoffers
H3605
, en al
H1818
het bloed
H2077
des slachtoffers
H5178
; maar het koperen
H4196
altaar
H1961 H8799
zal mij zijn
H1239 H8763
, om te onderzoeken.
16
H223
En Uria
H3548
, de priester
H6213 H8799
, deed
H3605
naar alles
H834
, wat
H4428
de koning
H271
Achaz
H6680 H8765
geboden had.
17
H4428
En de koning
H271
Achaz
H7112 H0
sneed
H4526
de lijsten
H4350
der stellingen
H7112 H8762
af
H5493 H0
, en nam
H4480
die van
H5921
boven
H3595
het wasvat
H5493 H8686
weg
H3381 H0
, en deed
H3220
de zee
H3381 H8689
af
H4480 H5921
van
H5178
de koperen
H1241
runderen
H834
, die
H8478
daaronder
H5414 H8799
waren; en hij zette
H853
die
H5921
op
H68
een stenen
H4837
vloer.
18
H4329 H8675 H4329
Daartoe het deksel
H7676
des sabbats
H834
, dat
H1004
zij in het huis
H1129 H8804
gebouwd hadden
H2435
, en den buitensten
H3996
ingang
H4428
des konings
H5437 H8689
nam hij weg
H1004
van het huis
H3068
des HEEREN
H4480 H6440
, vanwege
H4428
den koning
H804
van Assyrie.