Genesis 32:3 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 14:6
Genesis 25:30
Genesis 27:41-42
41
H6215
En Ezau
H7852 H8799
haatte
H3290
Jakob
H5921
om
H1293
dien zegen
H834
, waarmede
H1
zijn vader
H1288 H8765
hem gezegend had
H6215
; en Ezau
H559 H8799
zeide
H3820
in zijn hart
H3117
: De dagen
H60
van den rouw
H1
mijns vaders
H7126 H8799
naderen
H251
, en ik zal mijn broeder
H3290
Jakob
H2026 H8799
doden.
42
H7259
Toen aan Rebekka
H1697
deze woorden
H6215
van Ezau
H1419
, haar grootsten
H1121
zoon
H5046 H8714
, geboodschapt werden
H7971 H8799
, zo zond zij heen
H7121 H8799
, en ontbood
H3290
Jakob
H6996
, haar kleinsten
H1121
zoon
H559 H8799
, en zeide
H413
tot
H2009
hem: Zie
H251
, uw broeder
H6215
Ezau
H5162 H8693
troost zich
H2026 H8800
over u, dat hij u doden zal.
Genesis 33:14
14
H113
Mijn heer
H5674 H0
trekke
H4994
toch
H5674 H8799
voorbij
H6440
, voor het aangezicht
H5650
van zijn knecht
H589
; en ik
H328
zal mij op mijn gemak
H5095 H8691
als leidsman voegen
H7272
, naar den gang
H4399
van het werk
H834
, hetwelk
H6440
voor mijn aangezicht
H7272
is, en naar den gang
H3206
dezer kinderen
H5704 H834
, totdat
H413
ik bij
H113
mijn heer
H8165
te Seir
H935 H8799
kome.
Genesis 33:16
Genesis 36:6-9
6
H6215
Ezau
H3947 H8799
nu had genomen
H802
zijn vrouwen
H1121
, en zijn zonen
H1323
, en zijn dochters
H3605
, en al
H5315
de zielen
H1004
zijns huizes
H4735
, en zijn vee
H3605
, en al
H929
zijn beesten
H3605
, en al
H7075
zijn bezitting
H834
, die
H776
hij in het land
H3667
Kanaan
H7408 H8804
geworven had
H3212 H8799
, en was vertrokken
H413
naar
H776
een [ander] land
H4480
, van
H6440
het aangezicht
H251
van zijn broeder
H3290
Jakob.
7
H7399
Want hun have
H1961 H8804
was
H7227
te veel
H4480
, om
H3162
samen
H3427 H8800
te wonen
H776
; en het land
H4033
hunner vreemdelingschappen
H3201 H8804
kon
H853
ze
H3808
niet
H5375 H8800
dragen
H4480 H6440
vanwege
H4735
hun vee.
Deuteronomy 2:5
Deuteronomy 2:22
22
H1121
Gelijk als Hij aan de kinderen
H6215
van Ezau
H8165
, die in Seir
H3427 H8802
wonen
H6213 H8804
, gedaan heeft
H6440
, voor welker aangezicht
H2752
Hij de Horieten
H8045 H8689
verdelgde
H3423 H8799
; en zij verdreven hen uit de bezitting
H3427 H8799
, en hebben aan hun plaats gewoond
H3117
tot op dezen dag.
Joshua 24:4
Malachi 3:1
1
H2009
Ziet
H7971 H8802
, Ik zende
H4397
Mijn engel
H6440
, die voor Mijn aangezicht
H1870
den weg
H6437 H8765
bereiden zal
H6597
; en snellijk
H413
zal tot
H1964
Zijn tempel
H935 H8799
komen
H113
die Heere
H834
, Dien
H859
gijlieden
H1245 H8764
zoekt
H4397
, te weten de Engel
H1285
des verbonds
H834
, aan Denwelken
H859
gij
H2655
lust
H2009
hebt; ziet
H935 H8804
, Hij komt
H559 H8804
, zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen.
Luke 9:52
Luke 14:31-32
31
G2228
Of
G5101
wat
G935
koning
G4198 G5740
, gaande
G4171
naar den krijg
G1519
, om tegen
G2087
een anderen
G935
koning
G4820 G5629
te slaan
G2523 G
, zit
G3780
niet
G4412
eerst
G2523 G5660
neder
G1011 G5736
, en beraadslaagt
G1487
, of
G1415
hij machtig
G2076 G5748
is
G1722
met
G1176
tien
G5505
duizend
G528 G5658
te ontmoeten
G3326
dengene, die met
G1501
twintig
G5505
duizend
G1909
tegen
G846
hem
G2064 G5740
komt?