DSV_Strongs(i)
18
H3498 H8737
Dat nog overgebleven zal zijn
H8081
van die olie
H3709
, die in de hand
H3548
des priesters
H5414 H8799
geweest is, zal hij doen
H7218
op het hoofd
H2891 H8693
desgenen, die te reinigen is
H3548
; zo zal de priester
H3722 H8765
over hem verzoening doen
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
19
H3548
De priester
H2403
zal ook het zondoffer
H6213 H8804
bereiden
H2932
, en voor hem, die van zijn onreinigheid
H2891 H8693
te reinigen is
H3722 H8765
, verzoening doen
H310
; en daarna
H5930
zal hij het brandoffer
H7819 H8799
slachten.
20
H3548
En de priester
H5930
zal dat brandoffer
H4503
en dat spijsoffer
H4196
op het altaar
H5927 H8689
offeren
H3548
; zo zal de priester
H3722 H8765
de verzoening voor hem doen
H2891 H8804
, en hij zal rein zijn.
21
H1800
Maar indien hij arm
H3027
is, en zijn hand
H5381 H8688
[dat] niet bereikt
H259
, zo zal hij een
H3532
lam
H817
ten schuldoffer
H8573
, ter beweging
H3947 H8804
nemen
H3722 H8763
, om voor hem verzoening te doen
H259
; daartoe een
H6241
tiende
H5560
meelbloem
H8081
, met olie
H1101 H8803
gemengd
H4503
, ten spijsoffer
H3849
, en een log
H8081
olie;
22
H8147
Mitsgaders twee
H8449
tortelduiven
H8147
, of twee
H1121
jonge
H3123
duiven
H3027
, die zijn hand
H5381 H8686
bereiken zal
H259
, welker ene
H2403
ten zondoffer
H259
, en een
H5930
ten brandoffer zijn zal.
23
H8066
En hij zal die, op den achtsten
H3117
dag
H2893
zijner reiniging
H3548
, tot den priester
H935 H8689
brengen
H6607
, aan de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst
H6440
, voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
24
H3548
En de priester
H3532
zal het lam
H817
des schuldoffers
H3849
, en den log
H8081
der olie
H3947 H8804
nemen
H3548
; en de priester
H8573
zal die ten beweegoffer
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H5130 H8689
bewegen.
25
H3532
Daarna zal hij het lam
H817
des schuldoffers
H7819 H8804
slachten
H3548
, en de priester
H1818
zal van het bloed
H817
des schuldoffers
H3947 H8804
nemen
H5414 H8804
, en doen
H8571 H3233 H241
op het rechteroorlapje
H2891 H8693
desgenen, die te reinigen is
H931
, en op den duim
H3233 H3027
zijner rechterhand
H931
, en op den groten teen
H3233 H7272
zijns rechtervoets.
26
H3548
Ook zal de priester
H8081
van die olie
H3548
op des priesters
H3709 H8042
linkerhand
H3332 H8799
gieten.
27
H3548
Daarna zal de priester
H3233 H676
met zijn rechtervinger
H8081
van die olie
H8042 H3709
, die op zijn linkerhand
H5137 H8689
is, sprengen
H7651 H6471
, zevenmaal
H6440
, voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
28
H3548
En de priester
H8081
zal van de olie
H3709
, die op zijn hand
H5414 H8804
is, doen
H8571
aan het lapje
H3233 H241
van het rechteroor
H2891 H8693
desgenen, die te reinigen is
H931
, en aan den duim
H3233 H3027
zijner rechterhand
H931
, en aan den groten teen
H3233 H7272
zijns rechtervoets
H4725
, op de plaats
H1818
van het bloed
H817
des schuldoffers.
29
H3498 H8737
En het overgeblevene
H8081
van de olie
H3709
, die in de hand
H3548
des priesters
H5414 H8799
is, zal hij doen
H7218
op het hoofd
H2891 H8693
desgenen, die te reinigen is
H3722 H8763
, om de verzoening voor hem te doen
H6440
, voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
30
H259
Daarna zal hij de ene
H8449
van de tortelduiven
H1121
, of van de jonge
H3123
duiven
H6213 H8804
bereiden
H834
, van hetgeen
H3027
zijn hand
H5381 H8686
bereikt zal hebben.
31
H3027
Van hetgeen zijn hand
H5381 H8686
bereikt zal hebben
H259
, zal het een
H2403
ten zondoffer
H259
, en het een
H5930
ten brandoffer
H4503
zijn, boven het spijsoffer
H3548
; zo zal de priester
H2891 H8693
voor hem, die te reinigen is
H3722 H8765
, verzoening doen
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
32
H8451
Dit is de wet
H5061
[desgenen], in wien de plaag
H6883
der melaatsheid
H3027
zal zijn, wiens hand
H2893
in zijn reiniging
H5381 H8686
[dat] niet bereikt zal hebben.
34
H935 H8799
Als gij zult gekomen zijn
H776
in het land
H3667
van Kanaan
H272
, hetwelk Ik u tot bezitting
H5414 H8802
geven zal
H5061
, en Ik de plaag
H6883
der melaatsheid
H1004
aan een huis
H776
van dat land
H272
uwer bezitting
H5414 H8804
zal gegeven hebben;
35
H1004
Zo zal hij, van wien dat huis
H935 H8804
is, komen
H3548
, en den priester
H5046 H8689
te kennen geven
H559 H8800
, zeggende
H7200 H8738
: Het schijnt
H5061
mij, alsof er een plaag
H1004
in het huis ware.
36
H3548
En de priester
H6680 H8765
zal gebieden
H1004
, dat zij dat huis
H6437 H8765
ruimen
H3548
, aleer de priester
H935 H8799
komt
H5061
, om die plaag
H7200 H8800
te bezien
H1004
, opdat niet al wat in dat huis
H2930 H8799
is, onrein worde
H310
; en daarna
H3548
zal de priester
H935 H8799
komen
H1004
, om dat huis
H7200 H8800
te bezien.
37
H5061
Als hij die plaag
H7200 H8804
bezien zal
H5061
, dat, ziet, die plaag
H7023
aan de wanden
H1004
van dat huis
H3422
zijn groenachtige
H125
of roodachtige
H8258
kuiltjes
H4758
, en hun aanzien
H8217
lager
H4480
is dan
H7023
die wand;
38
H3548
De priester
H1004
zal uit dat huis
H3318 H8804
uitgaan
H6607
, aan de deur
H1004
van het huis
H1004
, en hij zal dat huis
H7651
zeven
H3117
dagen
H5462 H8689
doen toesluiten.
39
H3548
Daarna zal de priester
H7637
op den zevenden
H3117
dag
H7725 H8804
wederkeren
H7200 H8804
; indien hij merken zal
H5061
, dat, ziet, die plaag
H7023
aan de wanden
H1004
van dat huis
H6581 H8804
uitgespreid is;
40
H3548
Zo zal de priester
H6680 H8765
gebieden
H68
, dat zij de stenen
H2004
, in welke
H5061
die plaag
H2502 H8765
is, uitbreken
H853
, en dezelve
H2351
tot buiten
H5892
de stad
H7993 H8689
werpen
H2931
, aan een onreine
H4725
plaats;
41
H1004
En dat huis
H5439
zal hij rondom
H1004
van binnen
H7106 H8686
doen schrabben
H6083
, en zij zullen het stof
H7096 H8689
, dat zij afgeschrabd hebben
H2351
, tot buiten
H5892
de stad
H2931
aan een onreine
H4725
plaats
H8210 H8804
uitstorten.
42
H312
Daarna zullen zij andere
H68
stenen
H3947 H8804
nemen
H8478
, en in de plaats
H68
van gene stenen
H935 H8689
brengen
H312
; en men zal ander
H6083
leem
H3947 H8799
nemen
H1004
, en dat huis
H2902 H8804
bestrijken.
43
H5061
Maar indien die plaag
H7725 H8799
wederkeert
H1004
, en in dat huis
H6524 H8804
uitbot
H310
, nadat
H68
men de stenen
H2502 H8765
uitgebroken heeft
H310
, en na
H7096 H8687
het afschrabben
H1004
van het huis
H310
, en nadat
H2902 H8736
het zal bestreken zijn;
44
H3548
Zo zal de priester
H935 H8804
komen
H7200 H8804
; als hij nu zal merken
H5061
, dat, ziet, die plaag
H1004
aan dat huis
H6581 H8804
uitgespreid is
H3992 H8688
, het is een knagende
H6883
melaatsheid
H1004
in dat huis
H2931
, het is onrein.
45
H1004
Daarom zal men dat huis
H68
, zijn stenen
H6086
, en zijn hout
H5422 H8804
even afbreken
H6083
, mitsgaders al het leem
H1004
van het huis
H2351
, en men zal het tot buiten
H5892
de stad
H3318 H8689
uitvoeren
H2931
, aan een onreine
H4725
plaats.
46
H1004
En die in dat huis
H935 H8802
gaat
H3117
te enigen dage
H5462 H8689
, als men hetzelve zal toegesloten hebben
H2930 H8799
, zal onrein zijn
H6153
tot aan den avond.
47
H1004
Die ook in dat huis
H7901 H8802
te slapen ligt
H899
, zal zijn klederen
H3526 H8762
wassen
H1004
; insgelijks, die in dat huis
H398 H8802
eet
H899
, zal zijn klederen
H3526 H8762
wassen.
48
H3548
Maar als de priester
H935 H8800
zal weder
H935 H8799
ingegaan zijn
H7200 H8804
, en zal merken
H5061
, dat, ziet, die plaag
H1004
aan dat huis
H6581 H8804
niet uitgespreid is
H310
, nadat
H1004
het huis
H2902 H8736
zal bestreken zijn
H3548
; zo zal de priester
H1004
dat huis
H2891 H8765
rein verklaren
H5061
, dewijl die plaag
H7495 H8738
genezen is.
49
H1004
Daarna zal hij, om dat huis
H2398 H8763
te ontzondigen
H8147
, twee
H6833
vogeltjes
H3947 H8804
nemen
H730 H6086
, mitsgaders cederenhout
H8144 H8438
, en scharlaken
H231
, en hysop.
50
H259
En hij zal den enen
H6833
vogel
H7819 H8804
slachten
H2789
in een aarden
H3627
vat
H2416
, over levend
H4325
water.
51
H730 H6086
Dan zal hij dat cederenhout
H231
, en dien hysop
H8144 H8438
, en het scharlaken
H2416
, en den levenden
H6833
vogel
H3947 H8804
nemen
H1818
, en zal die in het bloed
H7819 H8803
des geslachten
H6833
vogels
H2416
en in het levende
H4325
water
H2881 H8804
dopen
H1004
; en hij zal dat huis
H7651 H6471
zevenmaal
H5137 H8689
besprengen.
52
H1004
Zo zal hij dat huis
H2398 H8765
ontzondigen
H1818
met het bloed
H6833
des vogels
H2416
, en met dat levend
H4325
water
H2416
, en met den levenden
H6833
vogel
H730 H6086
, en met dat cederenhout
H231
, en met den hysop
H8144 H8438
, en met het scharlaken.