Genesis 41:38-57

DSV_Strongs(i)
  38 H559 H8799 Zo zeide H6547 Farao H413 tot H5650 zijn knechten H376 : Zouden wij wel een man H4672 H8799 vinden H2088 als dezen H834 , in welken H430 Gods H7307 Geest is?
  39 H559 H8799 Daarna zeide H6547 Farao H413 tot H3130 Jozef H310 : Naardien H430 dat God H854 u H2088 dit H3605 alles H3045 H8687 heeft verkondigd H369 , zo is er niemand H995 H8737 [zo] verstandig H2450 en wijs H3644 , als gij.
  40 H589 Gij H5921 zult over H1004 mijn huis H1961 H8799 zijn H5921 , en op H6310 uw bevel H3605 zal al H5971 mijn volk H5401 H8799 [de] [hand] kussen H7535 ; alleen H3678 dezen troon H1431 H8799 zal ik groter zijn H4480 dan gij.
  41 H559 H8799 Voorts sprak H6547 Farao H413 tot H3130 Jozef H7200 H8798 : Zie H853 , ik heb u H5921 over H3605 gans H776 H4714 Egypteland H5414 H8804 gesteld.
  42 H6547 En Farao H5493 H8686 nam H2885 zijn ring H4480 H5921 van H3027 zijn hand H5414 H8799 af, en deed H853 hem H5921 aan H3130 Jozefs H3027 hand H3847 H0 , en liet H853 hem H8336 fijne linnen H899 klederen H3847 H8686 aantrekken H7760 H8799 , en leide H2091 hem een gouden H7242 keten H5921 aan H6677 zijn hals;
  43 H853 En hij deed hem H7392 H8686 rijden H4932 op den tweeden H4818 wagen H834 , dien H7121 H8799 hij had; en zij riepen H6440 voor zijn aangezicht H86 : Knielt H5414 H8800 ! Alzo stelde hij H853 hem H5921 over H3605 gans H776 H4714 Egypteland.
  44 H6547 En Farao H559 H8799 zeide H413 tot H3130 Jozef H589 : Ik H6547 ben Farao H1107 ! doch zonder H3808 H376 u zal niemand H3027 zijn hand H7272 of zijn voet H7311 H8686 opheffen H3605 in gans H776 H4714 Egypteland.
  45 H6547 En Farao H7121 H8799 noemde H3130 Jozefs H8034 naam H6847 Zafnath Paaneah H5414 H8799 , en gaf H621 hem Asnath H1323 , de dochter H6319 van Potifera H3548 , overste H204 van On H802 , tot een vrouw H3130 ; en Jozef H3318 H8799 toog uit H5921 door H776 het land H4714 van Egypte.
  46 H3130 Jozef H7970 nu was dertig H8141 jaren H1121 oud H5975 H8800 , als hij stond H4480 voor H6440 het aangezicht H6547 van Farao H4428 , koning H4714 van Egypte H3130 ; en Jozef H3318 H8799 ging uit H6547 van Farao's H6440 aangezicht H5674 H8799 , en hij toog door H3605 gans H776 H4714 Egypteland.
  47 H776 En het land H6213 H8799 bracht voort H7651 , in de zeven H8141 jaren H7647 des overvloeds H7062 , bij handvollen.
  48 H6908 H8799 En hij vergaderde H3605 alle H400 spijze H7651 der zeven H8141 jaren H834 , die H776 H4714 in Egypteland H1961 H8804 was H5414 H8799 , en deed H400 de spijze H5892 in de steden H400 ; de spijze H7704 van het veld H5892 van elke stad H834 , hetwelk H5439 rondom H5414 H8804 haar was, deed hij H8432 daar binnen.
  49 H6651 H0 Alzo bracht H3130 Jozef H3966 zeer H7235 H8687 veel H1250 koren H6651 H8799 bijeen H2344 , als het zand H3220 der zee H5704 H3588 , totdat H2308 H8804 men ophield H5608 H8800 te tellen H3588 : want H369 daarvan was geen H4557 getal.
  50 H3130 En Jozef H8147 werden twee H1121 zonen H3205 H8795 geboren H2962 , eer H8141 er een jaar H7458 des hongers H935 H8799 aankwam H834 , die H621 Asnath H1323 , de dochter H6319 van Potifera H3548 , overste H204 van On H3205 H8804 , hem baarde.
  51 H3130 En Jozef H7121 H8799 noemde H8034 den naam H1060 des eerstgeborenen H4519 Manasse H3588 ; want H430 , [zeide] [hij] God H5382 H8765 heeft mij doen vergeten H3605 al H5999 mijn moeite H3605 , en het ganse H1004 huis H1 mijns vaders.
  52 H8034 En den naam H8145 des tweeden H7121 H8804 noemde hij H669 Efraim H3588 ; want H430 , [zeide] [hij] God H6509 H8689 heeft mij doen wassen H776 in het land H6040 mijner verdrukking.
  53 H3615 H8799 Toen eindigden H7651 de zeven H8141 jaren H7647 des overvloeds H834 , die H776 H4714 in Egypte H1961 H8804 geweest was.
  54 H7651 En de zeven H8141 jaren H7458 des hongers H2490 H8686 begonnen H935 H8800 aan te komen H834 , gelijk als H3130 Jozef H559 H8804 gezegd had H1961 H8799 . En er was H7458 honger H3605 in al H776 de landen H3605 ; maar in gans H776 H4714 Egypteland H1961 H8804 was H3899 brood.
  55 H3605 Als nu gans H776 H4714 Egypteland H7456 H8799 hongerde H6817 H8799 , riep H5971 het volk H413 tot H6547 Farao H3899 om brood H6547 ; en Farao H559 H8799 zeide H3605 tot alle H4714 Egyptenaren H3212 H8798 : Gaat H413 tot H3130 Jozef H6213 H8799 , doet H834 wat H559 H8799 hij u zegt.
  56 H7458 Als dan honger H5921 H6440 over H3605 het ganse H776 land H1961 H8804 was H6605 H8799 , zo opende H3130 Jozef H3605 alles H834 , waarin H7666 H8799 [iets] was, en verkocht H4714 aan de Egyptenaren H7458 ; want de honger H2388 H8799 werd sterk H776 H4714 in Egypteland.
  57 H3605 En alle H776 landen H935 H8804 kwamen H4714 in Egypte H413 tot H3130 Jozef H7666 H8800 , om te kopen H3588 ; want H7458 de honger H2388 H8804 was sterk H3605 in alle H776 landen.