Genesis 23

DSV_Strongs(i)
  1 H2416 En het leven H8283 van Sara H1961 H8799 was H3967 H8141 honderd H7651 H8141 zeven H6242 en twintig H8141 jaren H8141 ; [dit] [waren] de jaren H2416 des levens H8283 van Sara.
  2 H8283 En Sara H4191 H8799 stierf H7153 te Kiriath-arba H1931 , dat H2275 [is] Hebron H776 , in het land H3667 Kanaan H85 ; en Abraham H935 H8799 kwam H8283 om Sara H5594 H8800 te beklagen H1058 H8800 , en haar te bewenen.
  3 H6965 H0 Daarna stond H85 Abraham H6965 H8799 op H4480 H5921 van H6440 het aangezicht H4191 H8801 van zijner dode H1696 H8762 , en hij sprak H413 tot H1121 de zonen H2845 Heths H559 H8800 , zeggende:
  4 H595 Ik H1616 [ben] een vreemdeling H8453 en inwoner H5973 bij H5414 H8798 u; geeft H272 H6913 mij een erfbegrafenis H5973 bij H4191 H8801 u, opdat ik mijn dode H4480 van H6440 voor mijn aangezicht H6912 H8799 begrave.
  5 H1121 En de zonen H2845 Heths H6030 H8799 antwoordden H853 , H85 Abraham H559 H8800 , zeggende tot hem:
  6 H8085 H8798 Hoor ons H113 , mijn heer H859 ! gij H5387 zijt een vorst H430 Gods H8432 in het midden H6912 H8798 van ons; begraaf H4191 H8801 uw dode H4005 in de keure H6913 onzer graven H3808 H376 ; niemand H4480 van H6913 ons zal zijn graf H4480 voor H3607 H8799 u weren H4191 H8801 , dat gij uw dode H4480 niet H6912 H8800 zoudt begraven.
  7 H6965 H0 Toen stond H85 Abraham H6965 H8799 op H7812 H8691 , en boog zich neder H5971 voor het volk H776 des lands H1121 , voor de zonen H2845 Heths;
  8 H1696 H8762 En hij sprak H854 met H559 H8800 hen, zeggende H518 : H3426 Is het H5315 met uw wil H4191 H8801 , dat ik mijn dode H6912 H8800 begrave H4480 van voor H6440 mijn aangezicht H8085 H8798 ; zo hoort H6293 H8798 mij, en spreekt H6085 voor mij bij Efron H1121 , den zoon H6714 van Zohar,
  9 H5414 H8799 Dat hij mij geve H4631 de spelonk H4375 van Machpela H834 , die H7097 hij heeft, die in het einde H7704 van zijn akker H4392 is, dat hij dezelve mij om het volle H3701 geld H5414 H8799 geve H272 H6913 , tot een erfbegrafenis H8432 in het midden van u.
  10 H6085 Efron H3427 H8802 nu zat H8432 in het midden H1121 van de zonen H2845 Heths H6085 ; en Efron H2850 de Hethiet H6030 H8799 antwoordde H85 Abraham H241 , voor de oren H1121 van de zonen H2845 Heths H3605 , van al H8179 degenen, die ter poorte H5892 zijner stad H935 H8802 ingingen H559 H8800 , zeggende:
  11 H3808 Neen H113 , mijn heer H8085 H8798 ! hoor H7704 mij; den akker H5414 H8804 geef ik H4631 u; ook de spelonk H834 , die H5414 H8804 daarin is, die geef ik H5869 u; voor de ogen H1121 van de zonen H5971 mijns volks H5414 H8804 geef ik H6912 H8798 u die; begraaf H4191 H8801 uw dode.
  12 H7812 H0 Toen boog zich H85 Abraham H7812 H8691 neder H6440 voor het aangezicht H5971 van het volk H776 des lands;
  13 H1696 H8762 En hij sprak H413 tot H6085 Efron H241 , voor de oren H5971 van het volk H776 des lands H559 H8800 , zeggende H389 : Trouwens H518 , H859 [zijt] gij H3863 het? lieve H8085 H8798 , hoor H3701 mij; ik zal het geld H7704 des akkers H5414 H8804 geven H3947 H8798 ; neem H4480 het van H4191 H8801 mij, zo zal ik mijn dode H6912 H8799 aldaar begraven.
  14 H6085 En Efron H6030 H8799 antwoordde H85 Abraham H559 H8800 , zeggende tot hem:
  15 H113 Mijn heer H8085 H8798 ! hoor H776 mij; een land H702 H3967 van vierhonderd H8255 sikkelen H3701 zilvers H4100 , wat H1931 [is] dat H996 tussen H996 mij en tussen H6912 H8798 u? begraaf H4191 H8801 slechts uw dode.
  16 H85 En Abraham H8085 H8799 luisterde H413 naar H6085 Efron H85 ; en Abraham H8254 H8799 woog H6085 Efron H3701 het geld H834 , waarvan H1696 H8765 hij gesproken had H241 voor de oren H1121 van de zonen H2845 Heths H702 H3967 , vierhonderd H8255 sikkelen H3701 zilvers H5503 H8802 , onder den koopman H5674 H8802 gangbaar.
  17 H7704 Alzo werd de akker H6085 van Efron H834 , die H4375 in Machpela H834 [was], dat H6440 tegenover H4471 Mamre H7704 [lag], de akker H4631 en de spelonk H834 , die H3605 daarin [was], en al H6086 het geboomte H834 , dat H7704 op den akker H834 [stond], dat H5439 rondom H3605 in zijn ganse H1366 landpale H6965 H8799 was gevestigd,
  18 H85 Aan Abraham H4736 tot een bezitting H5869 , voor de ogen H1121 van de zonen H2845 Heths H3605 , bij allen H8179 H5892 , die tot zijn stadspoort H935 H8802 ingingen.
  19 H310 H3651 En daarna H6912 H8804 begroef H85 Abraham H802 zijn huisvrouw H8283 Sara H413 in H4631 de spelonk H7704 des akkers H4375 van Machpela H5921 H6440 , tegenover H4471 Mamre H1931 , hetwelk H2275 is Hebron H776 , in het land H3667 Kanaan.
  20 H7704 Alzo werd die akker H4631 , en de spelonk H834 die H85 daarin was, aan Abraham H6965 H8799 gevestigd H272 H6913 tot een erfbegrafenis H4480 H854 van H1121 de zonen H2845 Heths.