DSV_Strongs(i)
21
H1696 H8761
Spreek
H559 H8804
dan tot hen: Zo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H1121
: Ziet, Ik zal de kinderen
H3478
Israels
H3947 H8802
halen
H996
uit het midden
H1471
der heidenen
H1980 H8804
, waarhenen zij getogen zijn
H6908 H8765
, en zal ze vergaderen
H5439
van rondom
H935 H8689
, en brengen
H127
hen in hun land;
22
H6213 H8804
En Ik zal ze maken
H259
tot een enig
H1471
volk
H776
in het land
H2022
, op de bergen
H3478
Israels
H259
; en zij zullen allen te zamen een enigen
H4428
Koning
H4428
tot koning
H5750
hebben; en zij zullen niet meer
H8147
tot twee
H1471
volken
H8147
zijn, noch voortaan meer in twee
H4467
koninkrijken
H2673 H8735
verdeeld zijn.
23
H2930 H8691
En zij zullen zich niet meer verontreinigen
H1544
met hun drekgoden
H8251
, en met hun verfoeiselen
H6588
, en met al hun overtredingen
H3467 H8689
; en Ik zal ze verlossen
H4186
uit al hun woonplaatsen
H2398 H8804
, in dewelke zij gezondigd hebben
H2891 H8765
, en zal ze reinigen
H5971
; zo zullen zij Mij tot een volk
H430
zijn, en Ik zal hun tot een God zijn.
24
H5650
En Mijn Knecht
H1732
David
H4428
zal Koning
H259
over hen zijn; en zij zullen allen te zamen een
H7462 H8802
Herder
H4941
hebben; en zij zullen in Mijn rechten
H3212 H8799
wandelen
H2708
, en Mijn inzettingen
H8104 H8799
bewaren
H6213 H8804
en die doen.
25
H3427 H8804
En zij zullen wonen
H776
in het land
H5650
, dat Ik Mijn knecht
H3290
Jakob
H5414 H8804
gegeven heb
H1
, waarin uw vaders
H3427 H8804
gewoond hebben
H3427 H8804
; ja, daarin zullen zij wonen
H1121
, zij en hun kinderen
H1121 H1121
, en hun kindskinderen
H5769
tot in eeuwigheid
H5650
, en Mijn Knecht
H1732
David
H5387
zal hunlieder Vorst
H5704
zijn tot
H5769
in eeuwigheid.