Ezekiel 28:11-19

DSV_Strongs(i)
  11 H3068 Wijders geschiedde des HEEREN H1697 woord H559 H8800 tot mij, zeggende:
  12 H1121 H120 Mensenkind H5375 H0 ! hef H7015 een klaaglied H5375 H8798 op H4428 over den koning H6865 van Tyrus H559 H8804 , en zeg H559 H8804 tot hem: Zo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H2856 H8802 : Gij verzegelaar H8508 der som H4392 , vol H2451 van wijsheid H3632 en volmaakt H3308 in schoonheid!
  13 H5731 Gij waart in Eden H430 , Gods H1588 hof H3368 ; alle kostelijk H68 gesteente H4540 was uw deksel H124 , sardisstenen H6357 , topazen H3095 en diamanten H8658 , turkooizen H7718 , sardonixstenen H3471 en jaspisstenen H5601 , saffieren H5306 , robijnen H1304 , en smaragden H2091 , en goud H4399 ; het werk H8596 uwer trommelen H5345 en uwer pijpen H3117 was bij u; ten dage H1254 H8736 als gij geschapen werdt H3559 H8797 , waren zij bereid.
  14 H4473 Gij waart een gezalfde H5526 H8802 , overdekkende H3742 cherub H5414 H8804 ; en Ik had u [alzo] gezet H430 ; gij waart op Gods H6944 heiligen H2022 berg H1980 H8694 ; gij wandeldet H8432 in het midden H784 der vurige H68 stenen.
  15 H8549 Gij waart volkomen H1870 in uw wegen H3117 , van den dag H1254 H8736 af, dat gij geschapen zijt H5766 , totdat er ongerechtigheid H4672 H8738 in u gevonden is.
  16 H7230 Door de veelheid H7404 uws koophandels H8432 hebben zij het midden H2555 van u met geweld H4390 H8804 vervuld H2398 H8799 , en gij hebt gezondigd H2490 H8762 ; daarom zal Ik u ontheiligen H430 van Gods H2022 berg H5526 H8802 , en zal u, gij overdekkende H3742 cherub H6 H8762 ! verdoen H8432 uit het midden H784 der vurige H68 stenen!
  17 H3820 Uw hart H1361 H8804 verheft zich H3308 over uw schoonheid H2451 ; gij hebt uw wijsheid H7843 H8765 bedorven H5921 , vanwege H3314 uw glans H776 ; Ik heb u op de aarde H7993 H8689 henengeworpen H6440 , Ik heb u voor het aangezicht H4428 der koningen H5414 H8804 gesteld H7200 H8800 , om op u te zien.
  18 H7230 Vanwege de veelheid H5771 uwer ongerechtigheden H5766 , door het onrecht H7404 uws koophandels H4720 , hebt gij uw heiligdommen H2490 H8765 ontheiligd H784 ; daarom heb Ik een vuur H8432 uit het midden H3318 H8686 van u doen voortkomen H398 H8804 , dat u heeft verteerd H5414 H8799 , en Ik heb u gemaakt H665 tot as H776 op de aarde H5869 , voor de ogen H7200 H8802 van al degenen, die u zien.
  19 H3045 H8802 Allen, die u kennen H5971 onder de volken H8074 H8804 , zijn over u ontzet H1091 ; gij zijt een grote schrik H369 geworden, en zult er niet [meer] zijn H5704 tot H5769 in eeuwigheid.