DSV_Strongs(i)
1
H6430
De Filistijnen
H3947 H8804
nu namen
H727
de ark
H430
Gods
H935 H8686
, en zij brachten
H4480
ze van
H72
Eben-haezer
H795
tot Asdod.
2
H6430
En de Filistijnen
H3947 H8799
namen
H727
de ark
H430
Gods
H935 H8686
, en zij brachten
H853
ze
H1004
in het huis
H1712
van Dagon
H3322 H8686
, en stelden
H853
ze
H681
bij
H1712
Dagon.
3
H796
Maar als die van Asdod
H4480
des
H4283
anderen daags
H7925 H8686
vroeg opstonden
H2009
, ziet
H1712
, zo was Dagon
H6440
op zijn aangezicht
H776
ter aarde
H5307 H8802
gevallen
H6440
voor
H727
de ark
H3068
des HEEREN
H3947 H8799
. En zij namen
H1712
Dagon
H583
en zetten hem
H7725 H8686
weder
H4725
op zijn plaats.
4
H4480
Toen zij nu des
H4283
anderen daags
H1242
des morgens
H7925 H8686
vroeg opstonden
H2009
, ziet
H1712
, Dagon
H6440
lag op zijn aangezicht
H776
ter aarde
H5307 H8802
gevallen
H6440
voor
H727
de ark
H3068
des HEEREN
H7218
; maar het hoofd
H1712
van Dagon
H8147
, en de beide
H3709
palmen
H3027
zijner handen
H3772 H8803
afgehouwen
H413
, aan
H4670
den dorpel
H7535
; alleenlijk
H1712
was Dagon
H5921
daarop
H7604 H8738
overgebleven.
5
H5921 H3651
Daarom
H1869 H8799
treden
H3548
de priesters
H1712
van Dagon
H3605
, en allen
H1004
, die in het huis
H1712
van Dagon
H935 H8802
komen
H3808
, niet
H5921
op
H4670
den dorpel
H1712
van Dagon
H795
te Asdod
H5704
, tot op
H2088
dezen
H3117
dag.
6
H3027
Doch de hand
H3068
des HEEREN
H3513 H8799
was zwaar
H413
over
H796
die van Asdod
H8074 H8686
, en verwoestte
H853
hen
H5221 H8686
; en Hij sloeg
H2914 H8675 H6076
ze met spenen
H795
, Asdod
H1366
en haar landpalen.
7
H582
Toen nu de mannen
H795
te Asdod
H7200 H8799
zagen
H3588
, dat
H3651
het alzo
H559 H8804
[toeging], zo zeiden zij
H727
: Dat de ark
H430
des Gods
H3478
van Israel
H5973
bij
H3808
ons niet
H3427 H8799
blijve
H3588
; want
H3027
Zijn hand
H7185 H8804
is hard
H5921
over
H5921
ons, en over
H1712
Dagon
H430
, onzen god.
8
H7971 H8799
Daarom zonden zij heen
H622 H8799
, en verzamelden
H413
tot
H3605
zich al
H5633
de vorsten
H6430
der Filistijnen
H559 H8799
, en zij zeiden
H4100
: Wat
H727
zullen wij met de ark
H430
des Gods
H3478
van Israel
H6213 H8799
doen
H559 H8799
? En die zeiden
H727
: Dat de ark
H430
des Gods
H3478
van Israel
H5437 H0
rondom
H1661
Gath
H5437 H8735
ga
H5437 H0
. Alzo droegen zij
H727
de ark
H430
des Gods
H3478
van Israel
H5437 H8686
rondom.
9
H1961 H8799
En het geschiedde
H310
, nadat
H853
zij die
H5437 H8689
hadden rondom gedragen
H1961 H8799
, zo was
H3027
de hand
H3068
des HEEREN
H5892
tegen die stad
H3966
met een zeer
H1419
grote
H4103
kwelling
H5221 H8686
; want Hij sloeg
H582
de lieden
H5892
dier stad
H4480
van
H6996
den kleine
H5704
tot
H1419
den grote
H2914 H8675 H6076
, en zij hadden spenen
H8368 H8735
in de verborgene plaatsen.
10
H7971 H8762
Toen zonden zij
H727
de ark
H430
Gods
H6138
naar Ekron
H1961 H8799
; maar het geschiedde
H727
, als de ark
H430
Gods
H6138
te Ekron
H935 H8800
kwam
H2199 H8799
, zo riepen
H6139
die van Ekron
H559 H8800
, zeggende
H727
: Zij hebben de ark
H430
des Gods
H3478
van Israel
H413
tot
H5437 H8689
mij rondom gebracht
H5971
, om mij en mijn volk
H4191 H8687
te doden.
11
H7971 H8799
En zij zonden heen
H622 H8799
, en vergaderden
H3605
al
H5633
de vorsten
H6430
der Filistijnen
H559 H8799
, en zeiden
H7971 H0
: Zendt
H727
de ark
H430
des Gods
H3478
van Israel
H7971 H8761
heen
H7725 H8799
, dat zij wederkere
H4725
tot haar plaats
H853
, opdat zij mij
H5971
en mijn volk
H3808
niet
H4191 H8686
dode
H3588
; want
H1961 H8804
er was
H4194
een dodelijke
H4103
kwelling
H3605
in de ganse
H5892
stad
H3027
, [en] de hand
H430
Gods
H3513 H0
was
H8033
er
H3966
zeer
H3513 H8804
zwaar.