1 Samuel 24:14 Cross References - DSV_Strongs
Judges 8:1-3
1
H559 H8799
Toen zeiden
H376
de mannen
H669
van Efraim
H413
tot
H4100
hem: Wat
H1697
stuk
H2088
is dit
H6213 H8804
, dat gij ons gedaan hebt
H1115
, dat gij ons niet
H7121 H8800
riept
H3588
, toen
H1980 H8804
gij heentoogt
H3898 H8736
om te strijden
H4080
tegen de Midianieten
H7378 H8799
? En zij twistten
H2394
sterk
H854
met hem.
2
H559 H8799
Hij daarentegen zeide
H413
tot
H4100
hen: Wat
H6258
heb ik nu
H6213 H8804
gedaan
H3602
, gelijk
H3808
gijlieden; zijn niet
H5955
de nalezingen
H669
van Efraim
H2896
beter
H4480
dan
H1210
de wijnoogst
H44
van Abi-ezer?
3
H430
God
H8269
heeft de vorsten
H4080
der Midianieten
H6159
, Oreb
H2062
en Zeeb
H3027
, in uw hand
H5414 H8804
gegeven
H4100
; wat
H3201 H8804
heb ik dan kunnen
H6213 H8800
doen
H3602
, gelijk
H227
gijlieden? Toen
H7307
liet hun toorn
H4480 H5921
van
H7503 H8804
hem af
H2088
, als hij dit
H1697
woord
H1696 H8763
sprak.
1 Samuel 17:43
1 Samuel 26:20
20
H2658
En nu
H1818
, mijn bloed
H5307 H8799
valle
H408
niet
H776
op de aarde
H4480
van
H5048
voor
H6440
het aangezicht
H3068
des HEEREN
H3588
; want
H4428
de koning
H3478
van Israel
H3318 H8804
is uitgegaan
H259
om een enige
H6550
vlo
H1245 H8763
te zoeken
H834
, gelijk als
H7124
men een veldhoen
H2022
op de bergen
H7291 H8799
najaagt.
2 Samuel 3:8
8
H2734 H8799
Toen ontstak
H74
Abner
H3966
zeer
H5921
over
H378
Isboseths
H1697
woorden
H559 H8799
, en zeide
H595
: Ben ik
H3611 H7218
dan een hondskop
H834
, ik, die
H3063
tegen Juda
H5973
, aan
H1004
het huis
H7586
van Saul
H1
, uw vader
H413
, aan
H251
zijn broederen
H413
en aan
H4828
zijn vrienden
H3117
, heden
H2617
weldadigheid
H6213 H8799
doe
H3808
, en u niet
H4672 H8689
overgeleverd heb
H1732
in Davids
H3027
hand
H3117
, dat gij heden
H5921
aan
H6485 H8799
mij onderzoekt
H5771
de ongerechtigheid
H802
ener vrouw?
2 Samuel 6:20
20
H1732
Als nu David
H7725 H8799
wederkwam
H1004
, om zijn huis
H1288 H8763
te zegenen
H3318 H0
, ging
H4324
Michal
H7586
, Sauls
H1323
dochter
H3318 H8799
, uit
H1732
, David
H7125 H8800
tegemoet
H559 H8799
, en zeide
H4100
: Hoe
H3117
is heden
H4428
de koning
H3478
van Israel
H3513 H8738
verheerlijkt
H834
, die
H3117
zich heden
H5869
voor de ogen
H519
van de dienstmaagden
H5650
zijner dienstknechten
H1540 H8738
heeft ontbloot
H259
, gelijk een
H7386
van de ijdele lieden
H1540 H8736
zich onbeschaamdelijk
H1540 H8736
ontbloot?
2 Samuel 9:8
2 Samuel 16:9
1 Kings 21:7
7
H559 H8799
Toen zeide
H348
Izebel
H802
, zijn huisvrouw
H413
, tot
H859
hem: Zoudt gij
H4410
nu het koninkrijk
H5921
over
H3478
Israel
H6213 H8799
regeren
H6965 H8798
? Sta op
H398 H8798
, eet
H3899
brood
H3820
, en uw hart
H3190 H8799
zij vrolijk
H589
; ik
H3754
zal u den wijngaard
H5022
van Naboth
H3158
, den Jizreeliet
H5414 H8799
, geven.