DSV_Strongs(i)
1
H410
O God
H5360
der wraken
H3068
! o HEERE
H410
, God
H5360
der wraken
H3313 H8685
! verschijn blinkende.
2
H8199 H8802
Gij, Rechter
H776
der aarde
H5375 H8734
! verhef U
H7725 H0
; breng
H1576
vergelding
H7725 H8685
weder
H1343
over de hovaardigen.
3
H7563
Hoe lang zullen de goddelozen
H3068
, o HEERE
H7563
! hoe lang zullen de goddelozen
H5937 H8799
van vreugde opspringen?
4
H5042 H8686
Uitgieten
H6277
? hard
H1696 H8762
spreken
H6466 H8802
? alle werkers
H205
der ongerechtigheid
H559 H8691
zich beroemen?
5
H3068
O HEERE
H1792 H8762
! zij verbrijzelen
H5971
Uw volk
H6031 H8762
, en zij verdrukken
H5159
Uw erfdeel.
6
H490
De weduwe
H1616
en den vreemdeling
H2026 H8799
doden zij
H7523 H8762
, en zij vermoorden
H3490
de wezen.
7
H559 H8799
En zeggen
H3050
: De HEERE
H7200 H8799
ziet
H430
het niet, en de God
H3290
van Jakob
H995 H8799
merkt het niet.
8
H995 H8798
Aanmerkt
H1197 H8802
, gij onvernuftigen
H5971
onder het volk
H3684
! en gij dwazen
H7919 H8686
! wanneer zult gij verstandig worden?
9
H241
Zou Hij, Die het oor
H5193 H8802
plant
H8085 H8799
, niet horen
H5869
? zou Hij, Die het oog
H3335 H8802
formeert
H5027 H8686
, niet aanschouwen?
10
H1471
Zou Hij, Die de heidenen
H3256 H8802
tuchtigt
H3198 H8686
, niet straffen
H120
, Hij, Die den mens
H1847
wetenschap
H3925 H8764
leert?
11
H3068
De HEERE
H3045 H8802
weet
H4284
de gedachten
H120
des mensen
H1892
, dat zij ijdelheid zijn.
12
H835
Welgelukzalig
H1397
is de man
H3050
, o HEERE
H3256 H8762
! dien Gij tuchtigt
H3925 H8762
, en dien Gij leert
H8451
uit Uw wet,
13
H8252 H8687
Om hem rust te geven
H7451
van de kwade
H3117
dagen
H7845
; totdat de kuil
H7563
voor den goddeloze
H3738 H8735
gegraven wordt.
14
H3068
Want de HEERE
H5971
zal Zijn volk
H5203 H8799
niet begeven
H5159
, en Hij zal Zijn erve
H5800 H8799
niet verlaten.
15
H4941
Want het oordeel
H7725 H8799
zal wederkeren
H6664
tot de gerechtigheid
H3477
; en alle oprechten
H3820
van hart
H310
zullen hetzelve navolgen.
16
H6965 H8799
Wie zal voor mij staan
H7489 H8688
tegen de boosdoeners
H3320 H8691
? Wie zal zich voor mij stellen
H6466 H8802
tegen de werkers
H205
der ongerechtigheid?
17
H3884
Ten ware dat
H3068
de HEERE
H5833
mij een Hulp
H5315
geweest ware, mijn ziel
H4592
had bijna
H1745
in de stilte
H7931 H8804
gewoond.
18
H559 H8804
Als ik zeide
H7272
: Mijn voet
H4131 H8804
wankelt
H2617
; Uw goedertierenheid
H3068
, o HEERE
H5582 H8799
! ondersteunde mij.
19
H8312
Als mijn gedachten
H7130
binnen in
H7230
mij vermenigvuldigd werden
H8575
, hebben Uw vertroostingen
H5315
mijn ziel
H8173 H8770
verkwikt.
20
H3678
Zou zich de stoel
H1942
der schadelijkheden
H2266 H8792
met U vergezelschappen
H5999
, die moeite
H3335 H8802
verdicht
H2706
bij inzetting?
21
H1413 H8799
Zij rotten zich samen
H5315
tegen de ziel
H6662
des rechtvaardigen
H7561 H8686
, en zij verdoemen
H5355
onschuldig
H1818
bloed.