Psalms 139:1-24

DSV_Strongs(i)
  1 H4210 Een psalm H1732 van David H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H3068 . HEERE H2713 H8804 ! Gij doorgrondt H3045 H8799 en kent mij.
  2 H3045 H8804 Gij weet H3427 H8800 mijn zitten H6965 H8800 en mijn opstaan H995 H8804 ; Gij verstaat H7350 van verre H7454 mijn gedachten.
  3 H2219 H8765 Gij omringt H734 mijn gaan H7252 en mijn liggen H1870 ; en Gij zijt al mijn wegen H5532 H8689 gewend.
  4 H4405 Als er nog geen woord H3956 op mijn tong H3068 is, zie, Heere H3045 H8804 ! Gij weet het alles.
  5 H6696 H8804 Gij bezet H268 mij van achteren H6924 en van voren H7896 H8799 , en Gij zet H3709 Uw hand op mij.
  6 H1847 De kennis H6383 H8675 H6383 is mij te wonderbaar H7682 H8738 , zij is hoog H3201 H8799 , ik kan er niet bij.
  7 H3212 H8799 Waar zou ik heengaan H7307 voor Uw Geest H1272 H8799 en waar zou ik heenvlieden H6440 voor Uw aangezicht?
  8 H5266 H8799 Zo ik opvoer H8064 ten hemel H3331 H8686 , Gij zijt daar; of bedde ik H7585 mij in de hel, zie, Gij zijt [daar].
  9 H5375 H8799 Nam ik H3671 vleugelen H7837 des dageraads H7931 H8799 , woonde ik H319 aan het uiterste H3220 der zee;
  10 H3027 Ook daar zou Uw hand H5148 H8686 mij geleiden H3225 , en Uw rechterhand H270 H8799 zou mij houden.
  11 H559 H8799 Indien ik zeide H2822 : De duisternis H7779 H8799 zal mij immers bedekken H3915 ; dan is de nacht H216 een licht H1157 om mij.
  12 H2821 H8686 Ook verduistert H2822 de duisternis H3915 voor U niet; maar de nacht H215 H8686 licht H3117 als de dag H2825 ; de duisternis H219 is als het licht.
  13 H7069 H8804 Want Gij bezit H3629 mijn nieren H517 ; Gij hebt mij in mijner moeders H990 buik H5526 H8799 bedekt.
  14 H3034 H8686 Ik loof H3372 H8737 U, omdat ik op een heel vreselijke wijze H6395 H8738 wonderbaarlijk gemaakt ben H6381 H8737 ; wonderlijk H4639 zijn Uw werken H3045 H8802 ! ook weet H5315 het mijn ziel H3966 zeer wel.
  15 H6108 Mijn gebeente H3582 H8738 was voor U niet verholen H5643 , als ik in het verborgene H6213 H8795 gemaakt ben H7551 H8795 , [en] als een borduursel gewrocht ben H8482 , in de nederste delen H776 der aarde.
  16 H5869 Uw ogen H1564 hebben mijn ongevormden klomp H7200 H8804 gezien H5612 ; en al deze dingen waren in Uw boek H3789 H8735 geschreven H3117 , de dagen H3335 H8795 als zij geformeerd zouden worden H259 , toen nog geen van die was.
  17 H3365 H8804 Daarom, hoe kostelijk H410 zijn mij, o God H7454 , Uw gedachten H6105 H8804 ! hoe machtig veel H7218 zijn haar sommen!
  18 H5608 H8799 Zoude ik ze tellen H7235 H8799 ? Harer is meer H2344 , dan des zands H6974 H8689 ; word ik wakker H5750 , zo ben ik nog bij U.
  19 H433 O God H7563 ! dat Gij den goddeloze H6991 H8799 ombracht H582 ! en gij, mannen H1818 des bloeds H5493 H8798 , wijkt van mij!
  20 H4209 Die van U schandelijk H559 H8799 spreken H6145 , [en] Uw vijanden H7723 ijdellijk H5375 H8804 verheffen.
  21 H8130 H8799 Zou ik niet haten H3068 , HEERE H8130 H8764 ! die U haten H6962 H8709 ? en verdriet hebben H8618 in degenen, die tegen U opstaan?
  22 H8130 H8804 Ik haat H8503 hen met volkomen H8135 haat H341 H8802 , tot vijanden zijn zij mij.
  23 H2713 H8798 Doorgrond H410 mij, o God H3045 H8798 ! en ken H3824 mijn hart H974 H8798 ; beproef H3045 H8798 mij, en ken H8312 mijn gedachten.
  24 H7200 H8798 En zie H6090 , of bij mij een schadelijke H1870 weg H5148 H8798 zij; en leid H5769 mij op den eeuwigen H1870 weg.