Jeremiah 50:33-46

DSV_Strongs(i)
  33 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H1121 : De kinderen H3478 Israels H1121 en de kinderen H3063 van Juda H3162 zijn te zamen H6231 H8803 verdrukt geweest H7617 H8802 ; en allen, die hen gevangen hadden H2388 H8689 , hebben hen vast gehouden H3985 H8765 ; zij hebben hen geweigerd H7971 H8763 los te laten.
  34 H1350 H8802 [Maar] hun Verlosser H2389 is sterk H3068 , HEERE H6635 der heirscharen H8034 is Zijn Naam H7379 ; Hij zal hun twist H7378 H8800 zekerlijk H7378 H8799 twisten H776 , opdat Hij het land H7280 H8689 in rust brenge H3427 H8802 , maar de inwoners H894 van Babel H7264 H8689 beroere.
  35 H2719 Het zwaard H3778 zal zijn over de Chaldeen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H3427 H8802 ; en over de inwoners H894 van Babel H8269 , en over haar vorsten H2450 , en over haar wijzen.
  36 H2719 Het zwaard H907 zal zijn over de leugenaars H2973 H8738 , dat zij zot worden H2719 ; het zwaard H1368 zal zijn over haar helden H2865 H8804 , dat zij versagen;
  37 H2719 Het zwaard H5483 zal zijn over zijn paarden H7393 en over zijn wagenen H6153 , en over den gansen gemengden hoop H8432 , die in het midden H802 van hen is, dat zij tot wijven worden H2719 ; het zwaard H214 zal zijn over haar schatten H962 H8795 , dat zij geplunderd worden.
  38 H2721 Droogte H4325 zal zijn over haar wateren H3001 H8804 , dat zij uitdrogen H776 ; want het is een land H6456 van gesneden beelden H1984 H8704 , en zij razen H367 naar de schrikkelijke [afgoden].
  39 H6728 Daarom zo zullen de wilde dieren der woestijnen H338 met de wilde dieren der eilanden H3427 H8799 [daarin] wonen H1323 ; ook zullen de jonge H3284 struisen H3427 H8804 daarin wonen H3427 H8799 ; en men zal er geen verblijf meer hebben H5331 in eeuwigheid H7931 H8799 , en zij zal niet bewoond worden H1755 van geslacht H1755 tot geslacht.
  40 H430 Gelijk God H5467 Sodom H6017 en Gomorra H7934 en haar naburen H4114 heeft omgekeerd H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H376 , [alzo] zal niemand H3427 H8799 aldaar wonen H1121 H120 , en geen mensenkind H1481 H8799 in haar verkeren.
  41 H935 H8802 Ziet, daar komt H5971 een volk H6828 uit het noorden H1419 ; en een grote H1471 natie H7227 , en geweldige H4428 koningen H3411 zullen van de zijden H776 der aarde H5782 H8735 opgewekt worden.
  42 H7198 Boog H3591 en spies H2388 H8686 zullen zij voeren H394 ; wreed H7355 H8762 zijn zij, en zullen niet barmhartig zijn H6963 ; hun stem H1993 H8799 zal bruisen H3220 als de zee H5483 , en op paarden H7392 H8799 zullen zij rijden H6186 H8803 ; het is toegerust H376 als een man H4421 ten oorlog H1323 , tegen u, o dochter H894 van Babel!
  43 H4428 De koning H894 van Babel H8088 heeft hunlieder gerucht H8085 H8804 gehoord H3027 , en zijn handen H7503 H8804 zijn slap geworden H6869 ; benauwdheid H2388 H8689 heeft hem aangegrepen H2427 , weedom H3205 H8802 als van een barende [vrouw].
  44 H738 Ziet, gelijk een leeuw H1347 van de verheffing H3383 der Jordaan H5927 H8799 , zal hij opkomen H386 tegen de sterke H5116 woning H7280 H8686 ; want Ik zal hen in een ogenblik H7323 H8686 H8675 H7323 H8799 daaruit doen lopen H977 H8803 ; en wie [daartoe] verkoren is H6485 H8799 , [dien] zal Ik tegen haar bestellen H3259 H8686 ; want wie is Mij gelijk, en wie zou Mij dagvaarden H7462 H8802 ? En wie is de herder H6440 , die voor Mijn aangezicht H5975 H8799 bestaan zou?
  45 H8085 H8798 Daarom hoort H6098 den raadslag H3068 des HEEREN H894 , dien Hij over Babel H3289 H8804 heeft beraadslaagd H4284 , en Zijn gedachten H2803 H8804 , die Hij gedacht heeft H776 over het land H3778 der Chaldeen H6810 : Zo de geringsten H6629 van de kudde H5498 H8799 hen niet zullen nedertrekken H5116 ! Zo hij de woning H8074 H8686 boven hen niet zal verwoesten!
  46 H776 De aarde H7493 H8735 is bevende geworden H6963 van het geluid H8610 H8738 der inneming H894 van Babel H2201 , en het gekrijt H8085 H8738 is gehoord H1471 onder de volken.