DSV_Strongs(i)
33
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H1121
: De kinderen
H3478
Israels
H1121
en de kinderen
H3063
van Juda
H3162
zijn te zamen
H6231 H8803
verdrukt geweest
H7617 H8802
; en allen, die hen gevangen hadden
H2388 H8689
, hebben hen vast gehouden
H3985 H8765
; zij hebben hen geweigerd
H7971 H8763
los te laten.
34
H1350 H8802
[Maar] hun Verlosser
H2389
is sterk
H3068
, HEERE
H6635
der heirscharen
H8034
is Zijn Naam
H7379
; Hij zal hun twist
H7378 H8800
zekerlijk
H7378 H8799
twisten
H776
, opdat Hij het land
H7280 H8689
in rust brenge
H3427 H8802
, maar de inwoners
H894
van Babel
H7264 H8689
beroere.
35
H2719
Het zwaard
H3778
zal zijn over de Chaldeen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H3427 H8802
; en over de inwoners
H894
van Babel
H8269
, en over haar vorsten
H2450
, en over haar wijzen.
36
H2719
Het zwaard
H907
zal zijn over de leugenaars
H2973 H8738
, dat zij zot worden
H2719
; het zwaard
H1368
zal zijn over haar helden
H2865 H8804
, dat zij versagen;
37
H2719
Het zwaard
H5483
zal zijn over zijn paarden
H7393
en over zijn wagenen
H6153
, en over den gansen gemengden hoop
H8432
, die in het midden
H802
van hen is, dat zij tot wijven worden
H2719
; het zwaard
H214
zal zijn over haar schatten
H962 H8795
, dat zij geplunderd worden.
38
H2721
Droogte
H4325
zal zijn over haar wateren
H3001 H8804
, dat zij uitdrogen
H776
; want het is een land
H6456
van gesneden beelden
H1984 H8704
, en zij razen
H367
naar de schrikkelijke [afgoden].
39
H6728
Daarom zo zullen de wilde dieren der woestijnen
H338
met de wilde dieren der eilanden
H3427 H8799
[daarin] wonen
H1323
; ook zullen de jonge
H3284
struisen
H3427 H8804
daarin wonen
H3427 H8799
; en men zal er geen verblijf meer hebben
H5331
in eeuwigheid
H7931 H8799
, en zij zal niet bewoond worden
H1755
van geslacht
H1755
tot geslacht.
40
H430
Gelijk God
H5467
Sodom
H6017
en Gomorra
H7934
en haar naburen
H4114
heeft omgekeerd
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H376
, [alzo] zal niemand
H3427 H8799
aldaar wonen
H1121 H120
, en geen mensenkind
H1481 H8799
in haar verkeren.
41
H935 H8802
Ziet, daar komt
H5971
een volk
H6828
uit het noorden
H1419
; en een grote
H1471
natie
H7227
, en geweldige
H4428
koningen
H3411
zullen van de zijden
H776
der aarde
H5782 H8735
opgewekt worden.
42
H7198
Boog
H3591
en spies
H2388 H8686
zullen zij voeren
H394
; wreed
H7355 H8762
zijn zij, en zullen niet barmhartig zijn
H6963
; hun stem
H1993 H8799
zal bruisen
H3220
als de zee
H5483
, en op paarden
H7392 H8799
zullen zij rijden
H6186 H8803
; het is toegerust
H376
als een man
H4421
ten oorlog
H1323
, tegen u, o dochter
H894
van Babel!
43
H4428
De koning
H894
van Babel
H8088
heeft hunlieder gerucht
H8085 H8804
gehoord
H3027
, en zijn handen
H7503 H8804
zijn slap geworden
H6869
; benauwdheid
H2388 H8689
heeft hem aangegrepen
H2427
, weedom
H3205 H8802
als van een barende [vrouw].
44
H738
Ziet, gelijk een leeuw
H1347
van de verheffing
H3383
der Jordaan
H5927 H8799
, zal hij opkomen
H386
tegen de sterke
H5116
woning
H7280 H8686
; want Ik zal hen in een ogenblik
H7323 H8686 H8675 H7323 H8799
daaruit doen lopen
H977 H8803
; en wie [daartoe] verkoren is
H6485 H8799
, [dien] zal Ik tegen haar bestellen
H3259 H8686
; want wie is Mij gelijk, en wie zou Mij dagvaarden
H7462 H8802
? En wie is de herder
H6440
, die voor Mijn aangezicht
H5975 H8799
bestaan zou?
45
H8085 H8798
Daarom hoort
H6098
den raadslag
H3068
des HEEREN
H894
, dien Hij over Babel
H3289 H8804
heeft beraadslaagd
H4284
, en Zijn gedachten
H2803 H8804
, die Hij gedacht heeft
H776
over het land
H3778
der Chaldeen
H6810
: Zo de geringsten
H6629
van de kudde
H5498 H8799
hen niet zullen nedertrekken
H5116
! Zo hij de woning
H8074 H8686
boven hen niet zal verwoesten!