Ezekiel 14:1-11

DSV_Strongs(i)
  1 H935 H8799 Daarna kwamen H582 tot mij mannen H2205 uit de oudsten H3478 van Israel H3427 H8799 , en zaten neder H6440 voor mijn aangezicht.
  2 H3068 Toen geschiedde des HEEREN H1697 woord H559 H8800 tot mij, zeggende:
  3 H1121 H120 Mensenkind H582 , deze mannen H1544 hebben hun drekgoden H3820 in hun hart H5927 H8689 opgezet H4383 , en hebben den aanstoot H5771 hunner ongerechtigheid H5227 recht voor H6440 hun aangezichten H5414 H8804 gesteld H1875 H8736 ; word Ik dan ernstiglijk H1875 H8735 van hen gevraagd?
  4 H1696 H8761 Daarom spreek H559 H8804 met hen, en zeg H559 H8804 tot hen: Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H376 : Een ieder man H1004 uit het huis H3478 Israels H1544 , die de drekgoden H3820 in zijn hart H5927 H8686 opzet H4383 , en den aanstoot H5771 zijner ongerechtigheid H5227 recht voor H6440 zijn aangezicht H7760 H8799 stelt H935 H8804 , en komt H5030 tot den profeet H3068 , Ik, de HEERE H935 H8804 zal hem, als hij komt H6030 H8738 , antwoorden H7230 naar de menigte H1544 zijner drekgoden;
  5 H1004 Opdat Ik het huis H3478 Israels H3820 in hun hart H8610 H8800 grijpe H1544 , dewijl zij allen door hun drekgoden H2114 H8738 van Mij vervreemd zijn.
  6 H559 H8798 Daarom zeg H1004 tot het huis H3478 Israels H559 H8804 : Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H7725 H8798 : Bekeert u H7725 H8685 , en keert u af H1544 van uw drekgoden H7725 H0 , en keert H6440 uw aangezichten H7725 H8685 af H8441 van al uw gruwelen.
  7 H376 Want ieder H376 man H1004 uit het huis H3478 Israels H1616 , en uit den vreemdeling H3478 , die in Israel H1481 H8799 verkeert H310 , die zich van achter H5144 H8735 Mij afscheidt H5927 H0 , en zet H1544 zijn drekgoden H5927 H8799 op H3820 in zijn hart H7760 H8799 , en stelt H4383 den aanstoot H5771 zijner ongerechtigheid H5227 recht voor H6440 zijn aangezicht H935 H8804 , en komt H5030 tot den profeet H1875 H8800 , om Mij door hem te vragen H589 ; Ik H3068 ben de HEERE H6030 H8737 , hem zal geantwoord worden door Mij;
  8 H6440 En Ik zal Mijn aangezicht H376 tegen dienzelven man H5414 H8804 zetten H8074 H8689 , en zal hem stellen H226 tot een teken H4912 en tot spreekwoorden H3772 H8689 , en zal hem uitroeien H8432 uit het midden H5971 Mijns volks H3045 H8804 ; en gijlieden zult weten H3068 , dat Ik de HEERE ben.
  9 H5030 Als nu een profeet H6601 H8792 overreed zal zijn H1697 , en iets H1696 H8765 gesproken zal hebben H3068 , Ik, de HEERE H5030 , heb dienzelven profeet H6601 H8765 overreed H3027 , en Ik zal Mijn hand H5186 H8804 tegen hem uitstrekken H8045 H8689 , en zal hem verdelgen H8432 uit het midden H5971 van Mijn volk H3478 Israel.
  10 H5771 En zij zullen hun ongerechtigheid H5375 H8804 dragen H5771 ; gelijk de ongerechtigheid H1875 H8802 des vragers H5771 zal zijn; alzo zal zijn de ongerechtigheid H5030 des profeten;
  11 H1004 Opdat het huis H3478 Israels H310 niet meer van achter H8582 H8799 Mij afdwale H2930 H8691 , en zij zich niet meer verontreinigen H6588 met al hun overtredingen H5971 ; alsdan zullen zij Mij tot een volk H430 zijn, en Ik zal hun tot een God H5002 H8803 zijn, spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.