Exodus 25:1-30

DSV_Strongs(i)
  1 H1696 H8762 Toen sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8800 , zeggende:
  2 H1696 H8761 Spreek H1121 tot de kinderen H3478 Israels H8641 , dat zij voor Mij een hefoffer H3947 H8799 nemen H376 . Van alle man H3820 , wiens hart H5068 H8799 zich vrijwillig bewegen zal H8641 , zult gij Mijn hefoffer H3947 H8799 nemen.
  3 H8641 Dit nu is het hefoffer H3947 H8799 , hetwelk gij van hen nemen zult H2091 : goud H3701 , en zilver H5178 , en koper;
  4 H8504 Als ook hemelsblauw H713 , en purper H8438 H8144 , en scharlaken H8336 , en fijn linnen H5795 , en geiten [haar].
  5 H119 H8794 En roodgeverfde H352 H5785 ramsvellen H8476 H5785 , en dassenvellen H7848 H6086 ; en sittimhout;
  6 H8081 Olie H3974 tot den luchter H1314 , specerijen H4888 H8081 ter zalfolie H5561 , en tot roking welriekende H7004 specerijen;
  7 H7718 H68 Sardonixstenen H4394 , en vervullende H68 stenen H646 tot den efod H2833 , en tot den borstlap.
  8 H4720 En zij zullen Mij een heiligdom H6213 H8804 maken H8432 , dat Ik in het midden H7931 H8804 van hen wone.
  9 H8403 Naar al wat Ik u tot een voorbeeld H4908 dezes tabernakels H8403 , en een voorbeeld H3627 van al deszelfs gereedschap H7200 H8688 wijzen zal H6213 H8799 , even alzo zult gijlieden dat maken.
  10 H727 Zo zullen zij een ark H7848 H6086 van sittimhout H6213 H8804 maken H520 ; twee ellen H2677 en een halve H753 zal haar lengte H520 H2677 zijn, en anderhalve H7341 el haar breedte H520 H2677 , en anderhalve H6967 el haar hoogte.
  11 H2889 En gij zult ze met louter H2091 goud H6823 H8765 overtrekken H1004 , van binnen H2351 en van buiten H6823 H8762 zult gij ze overtrekken H2091 ; en gij zult op dezelve een gouden H2213 krans H6213 H8804 maken H5439 rondom heen.
  12 H3332 H8804 En giet H702 voor haar vier H2091 gouden H2885 ringen H5414 H8804 , en zet H702 die aan haar vier H6471 hoeken H8147 , alzo dat twee H2885 ringen H259 op de ene H6763 zijde H8147 derzelve zijn, en twee H2885 ringen H8145 op haar andere zijde.
  13 H6213 H8804 En maak H905 handbomen H7848 H6086 van sittimhout H6823 H8765 , en overtrek H2091 ze met goud.
  14 H935 H8689 En steek H905 de handbomen H2885 in de ringen H6763 , die aan de zijde H727 der ark H727 zijn, dat men de ark H5375 H8800 daarmede drage.
  15 H905 De draagbomen H2885 zullen in de ringen H727 der ark H1961 H8799 zijn H5493 H8799 ; zij zullen er niet uitgetogen worden.
  16 H727 Daarna zult gij in de ark H5414 H8804 leggen H5715 de getuigenis H5414 H8799 , die Ik u geven zal.
  17 H3727 Gij zult ook een verzoendeksel H6213 H8804 maken H2889 van louter H2091 goud H520 ; twee ellen H2677 en een halve H753 zal deszelfs lengte H520 H2677 zijn, en anderhalve H7341 el deszelfs breedte.
  18 H8147 Gij zult ook twee H3742 cherubim H2091 van goud H6213 H8804 maken H4749 ; van dicht H6213 H8799 [goud] zult gij ze maken H8147 , uit de beide H7098 einden H3727 des verzoendeksels.
  19 H6213 H8798 En maak H259 u een H3742 cherub H7098 uit het ene einde H2088 aan deze H259 zijde, en den anderen H3742 cherub H7098 uit het [andere] einde H2088 aan gene H3727 zijde; uit het verzoendeksel H3742 zult gijlieden de cherubim H6213 H8799 maken H8147 , uit de beide H7098 einden van hetzelve.
  20 H3742 En de cherubim H3671 zullen hun beide vleugelen H4605 omhoog H6566 H8802 uitbreiden H5526 H8802 , bedekkende H3671 met hun vleugelen H3727 het verzoendeksel H6440 ; en hun aangezichten H376 zullen tegenover H251 elkander H6440 zijn; de aangezichten H3742 der cherubim H3727 zullen naar het verzoendeksel zijn.
  21 H3727 En gij zult het verzoendeksel H4605 boven H727 op de ark H5414 H8804 zetten H727 , nadat gij in de ark H5715 de getuigenis H5414 H8799 , die Ik u geven zal H5414 H8799 , zult gelegd hebben.
  22 H3259 H8738 En aldaar zal Ik bij u komen H1696 H8765 , en Ik zal met u spreken H3727 van boven het verzoendeksel H996 af, van tussen H8147 de twee H3742 cherubim H5921 , die op H727 de ark H5715 der getuigenis H6680 H8762 zijn zullen, alles, wat Ik u gebieden zal H1121 aan de kinderen H3478 Israels.
  23 H7979 Gij zult ook een tafel H6213 H8804 maken H7848 H6086 van sittimhout H520 ; twee ellen H753 zal haar lengte H520 zijn, en een el H7341 haar breedte H520 , en een el H2677 en een halve H6967 zal haar hoogte zijn.
  24 H2889 En gij zult ze met louter H2091 goud H6823 H8765 overtrekken H2091 ; gij zult ook een gouden H2213 krans H6213 H8804 daaraan maken H5439 , rondom heen.
  25 H4526 Gij zult ook een lijst H5439 rondom H6213 H8804 daaraan maken H2948 , een hand breed H2091 ; en gij zult een gouden H2213 krans H5439 rondom H4526 derzelver lijst H6213 H8804 maken.
  26 H702 Ook zult gij vier H2091 gouden H2885 ringen H6213 H8804 daaraan maken H2885 ; en gij zult de ringen H5414 H8804 zetten H702 aan de vier H6285 hoeken H702 , die aan derzelver vier H7272 voeten zijn zullen.
  27 H5980 Tegenover H4526 de lijst H2885 zullen de ringen H1004 zijn, tot plaatsen H905 voor de handbomen H7979 , om de tafel H5375 H8800 te dragen.
  28 H905 Deze handbomen H7848 H6086 nu zult gij van sittimhout H6213 H8804 maken H2091 , en gij zult dezelve met goud H6823 H8765 overtrekken H7979 ; en de tafel H5375 H8738 zal daaraan gedragen worden.
  29 H6213 H8804 Gij zult ook maken H7086 haar schotelen H3709 , en haar rookschalen H7184 , en haar platelen H4518 , en haar kroezen H2004 (met welke zij H5258 H8714 bedekt zal worden H2889 ); van louter H2091 goud H6213 H8799 zult gij ze maken.
  30 H7979 En gij zult op deze tafel H8548 altijd H3899 het toonbrood H6440 voor Mijn aangezicht H5414 H8804 leggen.