DSV_Strongs(i)
28
H5375 H8798
Vergeef
H4994
toch
H519
aan uw dienstmaagd
H6588
de overtreding
H3588
, want
H3068
de HEERE
H6213 H8800
zal zekerlijk
H113
mijn heer
H539 H8737
een bestendig
H1004
huis
H6213 H8799
maken
H3588
, dewijl
H113
mijn heer
H4421
de oorlogen
H3068
des HEEREN
H3898 H8737
oorloogt
H3808
, en geen
H7451
kwaad
H4672 H8735
bij u gevonden is
H4480
van
H3117
uw dagen af.
29
H120
Wanneer een mens
H6965 H8799
opstaan zal
H7291 H8800
om u te vervolgen
H5315
, en om uw ziel
H1245 H8763
te zoeken
H1961 H0
, zo zal
H5315
de ziel
H113
mijns heren
H6887 H8803
ingebonden
H1961 H8804
zijn
H6872
in het bundeltje
H2416
der levenden
H3068
bij den HEERE
H430
, uw God
H5315
; maar de ziel
H341 H8802
uwer vijanden
H7049 H8762
zal Hij slingeren
H8432
uit het midden
H3709
van de holligheid
H7050
des slingers.
30
H1961 H8804
En het zal geschieden
H3588
, als
H3068
de HEERE
H113
mijn heer
H3605
naar al
H2896
het goede
H6213 H8799
doen zal
H834
, dat
H5921
Hij over
H1696 H8765
u gesproken heeft
H6680 H8765
, en Hij u gebieden zal
H5057
een voorganger
H5921
te zijn over
H3478
Israel;
31
H1961 H0
Zo zal
H2063
dit
H113
u, mijn heer
H3808
, niet
H1961 H8799
zijn
H6330
tot wankeling
H4383
, noch aanstoot
H3820
des harten
H1818
, te weten, dat gij bloed
H2600
zonder oorzaak
H8210 H8800
zoudt vergoten hebben
H113
, en dat mijn heer
H3467 H8687
zichzelven zou verlost hebben
H3068
; en als de HEERE
H113
mijn heer
H3190 H8689
weldoen zal
H519
, zo zult gij uwer dienstmaagd
H2142 H8804
gedenken.
32
H559 H8799
Toen zeide
H1732
David
H26
tot Abigail
H1288 H8803
: Gezegend
H3068
zij de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H834
, Die
H2088
u te dezen
H3117
dage
H7125 H8800
mij tegemoet
H7971 H8804
gezonden heeft!
33
H1288 H8803
En gezegend
H2940
zij uw raad
H1288 H8803
en gezegend
H859
zijt gij
H834
, dat
H2088
gij mij te dezen
H3117
dage
H3607 H8804
geweerd hebt
H4480
, van
H935 H8800
te komen
H1818
met bloedstorting
H3027
, dat mijn hand
H3467 H8687
mij verlost zou hebben!
34
H199
Want voorzeker
H3068
, [het] [is] [zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H2416
, leeft
H834
, Die
H4513 H8804
mij verhinderd heeft
H4480
, van
H853
u
H7489 H8687
kwaad te doen
H3588
, dat
H3884
, ten ware
H4116 H8765
dat gij u gehaast hadt
H7125 H8800
, en mij tegemoet
H935 H8799
gekomen waart
H518 H5973
, zo
H5037
ware van Nabal
H8366 H8688 H7023
niemand, die mannelijk is
H3498 H8738
, overgebleven
H5704
tot
H1242 H216
het morgenlicht!
35
H3947 H8799
Toen nam
H1732
David
H4480
uit
H3027
haar hand
H834
, wat
H935 H8689
zij hem gebracht had
H559 H8804
; en hij zeide
H5927 H0
tot haar: Trek
H7965
met vrede
H5927 H8798
op
H1004
naar uw huis
H7200 H8798
; zie
H6963
, ik heb naar uw stem
H8085 H8804
gehoord
H6440
, en heb uw aangezicht
H5375 H8799
aangenomen.
36
H26
Toen nu Abigail
H413
tot
H5037
Nabal
H935 H8799
kwam
H2009
, ziet
H4960
, zo had hij een maaltijd
H1004
in zijn huis
H4428
, als eens konings
H4960
maaltijd
H3820
; en het hart
H5037
van Nabal
H2896
was vrolijk
H5921
op
H1931
denzelven, en hij
H5704 H3966
was zeer
H7910
dronken
H5046 H0
; daarom gaf zij
H3808
hem niet
H1697
een woord
H6996
, klein
H1419
noch groot
H5046 H8689
, te kennen
H5704
, tot
H1242 H216
aan het morgenlicht.
37
H1961 H8799
Het geschiedde
H1242
nu in den morgen
H3196
, toen de wijn
H4480
van
H5037
Nabal
H3318 H8800
gegaan was
H5046 H0
, zo gaf
H802
hem zijn huisvrouw
H428
die
H1697
woorden
H5046 H8686
te kennen
H4191 H8799
. Toen bestierf
H3820
zijn hart
H7130
in het binnenste
H1931
van hem, en hij
H1961 H8804
werd
H68
als een steen.
38
H1961 H8799
En het geschiedde
H6235
omtrent [na] tien
H3117
dagen
H5062 H8799
, zo sloeg
H3068
de HEERE
H5037
Nabal
H4191 H8799
, dat hij stierf.
39
H1732
Toen David
H8085 H8799
hoorde
H3588
, dat
H5037
Nabal
H4191 H8804
dood was
H559 H8799
, zo zeide hij
H1288 H8803
: Gezegend
H3068
zij de HEERE
H834
, Die
H7379
den twist
H2781
mijner smaadheid
H7378 H8804
getwist heeft
H4480
van
H3027
de hand
H5037
van Nabal
H5650
, en heeft zijn knecht
H2820 H8804
onthouden
H7451
van het kwade
H3068
, en [dat] de HEERE
H7451
het kwaad
H5037
van Nabal
H7218
op zijn hoofd
H7725 H8689
heeft doen wederkeren
H1732
! En David
H7971 H8799
zond heen
H26
, en liet met Abigail
H1696 H8762
spreken
H802
, dat hij ze zich ter vrouwe
H3947 H8800
nam.
40
H5650
Als nu de knechten
H1732
van David
H413
tot
H26
Abigail
H935 H8799
gekomen waren
H3760
te Karmel
H1696 H8762
, zo spraken zij
H413
tot
H559 H8800
haar, zeggende
H1732
: David
H413
heeft ons tot
H7971 H8804
u gezonden
H802
, dat hij zich u ter vrouwe
H3947 H8800
neme.
41
H6965 H8799
Toen stond zij op
H7812 H8691
, en neigde zich
H639
met het aangezicht
H776
ter aarde
H559 H8799
, en zij zeide
H2009
: Ziet
H519
, uw dienstmaagd
H8198
zij tot een dienares
H7272
, om de voeten
H5650
der knechten
H113
mijns heren
H7364 H8800
te wassen.
42
H26
Abigail
H4116 H8762
nu haastte
H6965 H8799
, en maakte zich op
H7392 H8799
, en zij reed
H5921
op
H2543
een ezel
H2568
, met haar vijf
H5291
jonge maagden
H7272
, die haar voetstappen
H1980 H8802
nawandelden
H3212 H8799
; zij dan volgde
H4397
de boden
H1732
van David
H310
na
H1961 H8799
, en zij werd
H802
hem ter huisvrouw.