DSV_Strongs(i)
1
H1961 H8804
Het geschiedde
H3615 H8763
nu, als hij geeindigd had
H413
tot
H7586
Saul
H1696 H8763
te spreken
H5315
, dat de ziel
H3083
van Jonathan
H7194 H8738
verbonden werd
H5315
aan de ziel
H1732
van David
H3083
; en Jonathan
H157 H8799
beminde
H5315
hem als zijn ziel.
2
H7586
En Saul
H3947 H8799
nam
H1931
hem te dien
H3117
dage
H5414 H8804
, en liet
H3808
hem niet
H7725 H8800
werderkeren
H1
tot zijns vaders
H1004
huis.
3
H3083
Jonathan
H1732
nu en David
H3772 H8799
maakten
H1285
een verbond
H853
, dewijl hij hem
H160
liefhad
H5315
als zijn ziel.
4
H3083
En Jonathan
H6584 H0
deed
H4598
zijn mantel
H6584 H8691
af
H834
, dien
H5921
hij aan had
H5414 H8799
, en gaf
H1732
hem aan David
H4055
, ook zijn klederen
H5704
, ja, tot
H2719
zijn zwaard
H5704
toe, en tot
H7198
zijn boog
H5704
toe, en tot
H2289
zijn gordel toe.
5
H1732
En David
H3318 H8799
toog uit
H3605
, overal
H834
, waar
H7586
Saul
H7971 H8799
hem zond
H7919 H8686
; hij gedroeg zich voorzichtiglijk
H7586
, en Saul
H7760 H8799
zette
H5921
hem over
H582 H4421
de krijgslieden
H3190 H8799
; en hij was aangenaam
H5869
in de ogen
H3605
des gansen
H5971
volks
H1571
, en ook
H5869
in de ogen
H7586
der knechten
H5650
van Saul.
6
H1961 H8799
Het geschiedde
H935 H8800
nu, toen zij kwamen
H1732
, en David
H7725 H8800
wederkeerde
H4480
van
H5221 H8687
het slaan
H6430
der Filistijnen
H802
, dat de vrouwen
H3318 H8799
uitgingen
H4480
uit
H3605
al
H5892
de steden
H3478
van Israel
H7891 H8800
, met gezang
H4246
en reien
H4428
, den koning
H7586
Saul
H7125 H8800
tegemoet
H8596
, met trommelen
H8057
, met vreugde
H7991
en met muziekinstrumenten.
7
H802
En de vrouwen
H7832 H8764
, spelende
H6030 H8799
, antwoordden
H559 H8799
[elkander] en zeiden
H7586
: Saul
H505
heeft zijn duizenden
H5221 H8689
verslagen
H1732
, maar David
H7233
zijn tienduizenden!
8
H2734 H8799
Toen ontstak
H7586
Saul
H3966
zeer
H2088
, en dat
H1697
woord
H3415 H8799
was kwaad
H5869
in zijn ogen
H559 H8799
, en hij zeide
H1732
: Zij hebben David
H7233
tien duizend
H5414 H8804
gegeven
H505
, doch mij hebben zij [maar] duizend
H5414 H8804
gegeven
H389
; en voorzeker
H4410
zal het koninkrijk
H5750
nog voor hem zijn.
9
H7586
En Saul
H1961 H8799 H5770 H8802
had het oog
H1732
op David
H4480
, van
H1931
dien
H3117
dag
H1973
af en voortaan.
10
H1961 H8799
En het geschiedde
H4480
des
H4283
anderen daags
H7451
, dat de boze
H7307
geest
H430
Gods
H413
over
H7586
Saul
H6743 H8799
vaardig werd
H5012 H8691
, en hij profeteerde
H8432
midden
H1004
in het huis
H1732
, en David
H5059 H8764
speelde op snarenspel
H3027
met zijn hand
H3117
, als van dag
H3117
tot dag
H7586
; Saul
H2595
nu had een spies
H3027
in zijn hand.
11
H7586
En Saul
H2904 H8686
schoot
H2595
de spies
H559 H8799
, en zeide
H1732
: Ik zal David
H7023
aan den wand
H5221 H8686
spitten
H1732
; maar David
H5437 H8735
wendde zich
H6471
tweemaal
H4480
van
H6440
zijn aangezicht af.
12
H7586
En Saul
H3372 H8799
vreesde
H4480 H6440
voor
H1732
David
H3588
, want
H3068
de HEERE
H1961 H8804
was
H5973
met
H4480 H5973
hem, en Hij was van
H7586
Saul
H5493 H8804
geweken.
13
H5493 H0
Daarom deed
H7586
hem Saul
H4480 H5973
van
H5493 H8686
zich weg
H7760 H8799
, en hij zette
H8269
hem zich tot een overste
H505
van duizend
H3318 H8799
; en hij ging uit
H935 H8799
en hij ging in
H6440
voor het aangezicht
H5971
des volks.
14
H1732
En David
H1961 H8799 H7919 H8688
gedroeg zich voorzichtiglijk
H3605
op al
H1870
zijn wegen
H3068
; en de HEERE
H5973
was met hem.
15
H7586
Toen nu Saul
H7200 H8799
zag
H834
, dat
H1931
hij
H3966
zich zeer
H7919 H8688
voorzichtiglijk gedroeg
H1481 H8799
, vreesde hij
H4480
voor
H6440
zijn aangezicht.
16
H3605
Doch gans
H3478
Israel
H3063
en Juda
H157 H0
had
H1732
David
H157 H8802
lief
H3588
; want
H1931
hij
H3318 H8802
ging uit
H935 H8802
en hij ging in
H6440
voor hun aangezicht.
17
H559 H8799
Derhalve zeide
H7586
Saul
H413
tot
H1732
David
H2009
: Zie
H1419
, mijn grootste
H1323
dochter
H4764
Merab
H802
zal ik u tot een vrouw
H5414 H8799
geven
H389
; alleenlijk
H1961 H8798
, wees
H2428
mij een dapper
H1121
zoon
H3898 H8734
, en voer
H4421
den krijg
H3068
des HEEREN
H7586
. Want Saul
H559 H8804
zeide
H3027
: Dat mijn hand
H408
niet
H1961 H8799
tegen hem zij
H3027
, maar dat de hand
H6430
der Filistijnen
H1961 H8799
tegen hem zij.
18
H1732
Doch David
H559 H8799
zeide
H413
tot
H7586
Saul
H4310
: Wie
H595
ben ik
H4310
, en wat
H2416
is mijn leven
H1
, [en] mijns vaders
H4940
huisgezin
H3478
in Israel
H3588
, dat
H4428
ik des konings
H2860
schoonzoon
H1961 H8799
zou worden?
19
H1961 H8799
Het geschiedde
H6256
nu ten tijde
H4764
als men Merab
H1323
, de dochter
H7586
van Saul
H1732
, aan David
H5414 H8800
geven zou
H1931
, zo is zij
H5741
aan Adriel
H4259
, den Meholathiet
H802
, ter vrouw
H5414 H8738
gegeven.
20
H4324
Doch Michal
H1323
, de dochter
H7586
van Saul
H157 H0
, had
H1732
David
H157 H8799
lief
H7586
. Toen dat Saul
H5046 H8686
te kennen werd gegeven
H3474 H0
, zo was
H1697
die zaak
H3474 H8799
recht
H5869
in zijn ogen.
21
H7586
En Saul
H559 H8799
zeide
H5414 H8799
: Ik zal haar hem geven
H4170
, dat zij hem tot een valstrik
H1961 H8799
zij
H3027
, en dat de hand
H6430
der Filistijnen
H1961 H8799
tegen hem zij
H559 H8799
. Daarom zeide
H7586
Saul
H413
tot
H1732
David
H8147
: Met de andere
H3117
zult gij heden
H2859 H8691
mijn schoonzoon worden.
22
H7586
En Saul
H6680 H8762
gebood
H5650
zijn knechten
H1696 H8761
: Spreekt
H413
met
H1732
David
H3909
in het heimelijke
H559 H8800
, zeggende
H2009
: Zie
H4428
, de koning
H2654 H8804
heeft lust
H3605
aan u, en al
H5650
zijn knechten
H157 H8804
hebben u lief
H6258
; word dan nu
H4428
des konings
H2859 H8690
schoonzoon.
23
H5650
En de knechten
H7586
van Saul
H1696 H8762
spraken
H428
deze
H1697
woorden
H241
voor de oren
H1732
van David
H559 H8799
. Toen zeide
H1732
David
H7043 H8738
: Is dat licht
H5869
in ulieder ogen
H4428
, des konings
H2859 H8692
schoonzoon
H595
te worden, daar ik
H7326 H8802
een arm
H7034 H8737
en verachtzaam
H376
man ben?
24
H5650
En de knechten
H7586
van Saul
H5046 H8686
boodschapten
H559 H8800
het hem, zeggende
H428
: Zulke
H1697
woorden
H1732
heeft David
H1696 H8765
gesproken.
25
H559 H8799
Toen zeide
H7586
Saul
H3541
: Aldus
H1732
zult gijlieden tot David
H559 H8799
zeggen
H4428
: De koning
H369
heeft geen
H2656
lust
H4119
aan den bruidschat
H3588
, maar
H3967
aan honderd
H6190
voorhuiden
H6430
der Filistijnen
H5358 H8736
, opdat men zich wreke
H4428
aan des konings
H341 H8802
vijanden
H7586
. Want Saul
H2803 H8804
dacht
H1732
David
H5307 H8687
te vellen
H3027
door de hand
H6430
der Filistijnen.
26
H5650
Zijn knechten
H5046 H8686
nu boodschapten
H1732
David
H428
deze
H1697
woorden
H1697
. En die zaak
H3474 H8799
was recht
H5869
in de ogen
H1732
van David
H4428
, dat hij des konings
H2859 H8692
schoonzoon
H3117
zou worden; maar de dagen
H3808
waren nog niet
H4390 H8804
vervuld.
27
H6965 H0
Toen maakte zich
H1732
David
H6965 H8799
op
H1931
, en hij
H582
en zijn mannen
H3212 H8799
gingen heen
H5221 H8686
, en zij sloegen
H6430
onder de Filistijnen
H3967
tweehonderd
H376
mannen
H1732
, en David
H935 H8686
bracht
H6190
hun voorhuiden
H4390 H0
, en men leverde
H4428
ze den koning
H4390 H8762
volkomenlijk
H2859 H8692
, opdat hij schoonzoon
H4428
des konings
H5414 H8799
worden zou. Toen gaf
H7586
Saul
H1323
hem zijn dochter
H4324
Michal
H802
ter vrouw.
28
H7586
En Saul
H7200 H8799
zag
H3045 H8799
en merkte
H3588
, dat
H3068
de HEERE
H5973
met
H1732
David
H4324
was; en Michal
H1323
, de dochter
H7586
van Saul
H157 H8804
, had hem lief.