Matthew 22:39 Cross References - DSV_Strongs
Leviticus 19:18
Mark 12:31
Luke 10:27-37
27
G1161
En
G611 G5679
hij, antwoordende
G2036 G5627
, zeide
G2962
: Gij zult den Heere
G4675
, uw
G2316
God
G25 G5692
, liefhebben
G1537
, uit
G3650
geheel
G4675
uw
G2588
hart
G2532
, en
G1537
uit
G3650
geheel
G4675
uw
G5590
ziel
G2532
, en
G1537
uit
G3650
geheel
G4675
uw
G2479
kracht
G2532
, en
G1537
uit
G3650
geheel
G4675
uw
G1271
verstand
G2532
; en
G4675
uw
G4139
naaste
G5613
als
G4572
uzelven.
28
G1161
En
G2036 G5627
Hij zeide
G846
tot hem
G3723
: Gij hebt recht
G611 G5662
geantwoord
G4160 G5720
; doe
G5124
dat
G2532
, en
G2198 G5692
gij zult leven.
29
G1161
Maar
G2309 G5723
hij, willende
G1438
zichzelven
G1344 G5721
rechtvaardigen
G2036 G5627
, zeide
G4314
tot
G2424
Jezus
G2532
: En
G5101
wie
G2076 G5748
is
G3450
mijn
G4139
naaste?
30
G1161
En
G2424
Jezus
G5274 G5631
, antwoordende
G2036 G5627
, zeide
G5100
: Een zeker
G444
mens
G2597 G5707
kwam af
G575
van
G2419
Jeruzalem
G1519
naar
G2410
Jericho
G2532
, en
G4045 G5627
viel onder
G3027
de moordenaars
G3739
, welke
G846
, hem
G2532
ook
G1562 G5660
uitgetogen
G2532
, en
G4127
daartoe [zware] slagen
G2007 G5631
gegeven hebbende
G565 G5627
, heengingen
G863 G
, en lieten
G2253 G5177 G5723
[hem] half dood
G863 G5631
liggen.
31
G1161
En
G2596
bij
G4795
geval
G2597 G
kwam
G5100
een zeker
G2409
priester
G1722 G1565
denzelven
G3598
weg
G2597 G5707
af
G2532
, en
G846
hem
G1492 G5631
ziende
G492 G5627
, ging hij tegenover [hem] voorbij.
32
G1161
En
G3668
desgelijks
G2532
ook
G3019
een Leviet
G1096 G5637
, als hij was
G2596
bij
G5117
die plaats
G2064 G5631
, kwam hij
G2532
, en
G1492 G5631
zag
G492 G5627
[hem], en ging tegenover [hem] voorbij.
33
G1161
Maar
G5100
een zeker
G4541
Samaritaan
G3593 G5723
, reizende
G2064 G5627
, kwam
G2596
omtrent
G846
hem
G2532
, en
G846
hem
G1492 G5631
ziende
G4697 G5675
, werd hij met innerlijke ontferming bewogen.
34
G2532
En
G4334 G5631
hij, tot [hem] gaande
G2611 G5656
, verbond
G846
zijn
G5134
wonden
G2022 G5723
, gietende daarin
G1637
olie
G2532
en
G3631
wijn
G1161
; en
G846
hem
G1913 G5660
heffende
G1909
op
G2398
zijn eigen
G2934
beest
G71 G5627
, voerde
G846
hem
G1519
in
G3829
de herberg
G2532
en
G1959 G5675
verzorgde
G846
hem.
35
G2532
En
G1909
des
G839
anderen daags
G1831 G5631
weggaande
G1544 G
, langde
G1417
hij twee
G1220
penningen
G1544 G5631
uit
G1325 G5656
, en gaf
G3830
ze den waard
G2532
, en
G2036 G5627
zeide
G846
tot hem
G1959 G5682
: Draag zorg
G846
voor hem
G2532
: en
G302
zo
G3748
wat
G4325 G5661
gij meer [aan] [hem] ten koste zult leggen
G1473
, dat zal ik
G4671
u
G591 G5692
wedergeven
G3165
, als ik
G1722 G1880 G5738
wederkom.
Romans 13:9-10
9
G1063
Want
G3756
dit: Gij zult geen
G3431 G5692
overspel doen
G3756
, gij zult niet
G5407 G5692
doden
G3756
, gij zult niet
G2813 G5692
stelen
G3756
, gij zult geen
G5576 G5692
valse getuigenis geven
G3756
, gij zult niet
G1937 G5692
begeren
G2532
; en
G1536
zo er enig
G2087
ander
G1785
gebod
G1722
is, wordt in
G5129
dit
G3056
woord
G346 G5743
als in een hoofdsom begrepen
G1722
, [namelijk] in
G4675
dit: Gij zult uw
G4139
naaste
G25 G5692
liefhebben
G5613
gelijk
G1438
uzelven.