2 Kings 10:25 Cross References - DSV_Strongs

  25 H1961 H8799 En het geschiedde H3615 H8763 , als hij voleind had H5930 het brandoffer H6213 H8800 te doen H3058 , dat Jehu H559 H8799 zeide H7323 H8801 tot de trawanten H7991 en tot de hoofdmannen H935 H8798 : Komt in H5221 H8685 , slaat H408 H376 hen, dat niemand H3318 H8799 uitkome H5221 H8686 . En zij sloegen H6310 hen met de scherpte H2719 des zwaard H7323 H8801 ; en de trawanten H7991 en hoofdmannen H7993 H8686 wierpen hen weg H3212 H8799 ; daarna kwamen zij H5704 tot H5892 de stad H1004 in het huis H1168 van Baal;

Exodus 32:27

  27 H559 H8799 En hij zeide H559 H8804 tot hen: Alzo zegt H3068 de HEERE H430 , de God H3478 van Israel H376 : Een ieder H7760 H8798 doe H2719 zijn zwaard H3409 aan zijn heup H5674 H8798 ; gaat door H7725 H8798 en keert weder H8179 , van poort H8179 tot poort H4264 in het leger H376 , en een iegelijk H2026 H8798 dode H251 zijn broeder H376 , en elk H7453 zijn vriend H376 , en elk H7138 zijn naaste!

Deuteronomy 13:6-11

  6 H251 Wanneer uw broeder H1121 , de zoon H517 uwer moeder H1121 , of uw zoon H1323 , of uw dochter H802 , of de vrouw H2436 van uw schoot H7453 , of uw vriend H5315 , die als uw ziel H5496 H8686 is, u zal aanporren H5643 in het heimelijke H559 H8800 , zeggende H3212 H8799 : Laat ons gaan H5647 H8799 , en dienen H312 andere H430 goden H3045 H8804 , die gij niet gekend hebt H1 , gij noch uw vaderen;
  7 H430 Van de goden H5971 der volken H5439 , die rondom H7138 u zijn, nabij H7350 u, of verre H7097 van u, van het ene einde H776 der aarde H7097 tot aan het andere einde H776 der aarde;
  8 H14 H8799 Zo zult gij hem niet ter wille zijn H8085 H8799 , en naar hem niet horen H5869 ; ook zal uw oog H2347 H8799 hem niet verschonen H2550 H8799 , en gij zult u niet ontfermen H3680 H8762 , noch hem verbergen;
  9 H2026 H8800 Maar gij zult hem zekerlijk H2026 H8799 doodslaan H3027 ; uw hand H7223 zal eerst H4191 H8687 tegen hem zijn, om hem te doden H314 , en daarna H3027 de hand H5971 des gansen volks.
  10 H68 En gij zult hem met stenen H5619 H8804 stenigen H4191 H8804 , dat hij sterve H1245 H8765 ; want hij heeft u gezocht H5080 H8687 af te drijven H3068 van den HEERE H430 , uw God H776 H4714 , Die u uit Egypteland H1004 H5650 , uit het diensthuis H3318 H8688 , uitgevoerd heeft.
  11 H3478 Opdat gans Israel H8085 H8799 het hore H3372 H8799 en vreze H3254 H8686 , en niet voortvare H6213 H8800 te doen H7451 naar dit boze H1697 stuk H7130 in het midden van u.

1 Kings 18:40

  40 H452 En Elia H559 H8799 zeide H8610 H8798 tot hen: Grijpt H5030 de profeten H1168 van Baal H408 H376 , dat niemand H4480 van H4422 H8735 hen ontkome H8610 H8799 . En zij grepen H452 ze; en Elia H3381 H8686 voerde hen af H413 naar H5158 de beek H7028 Kison H7819 H8799 , en slachtte H8033 hen aldaar.

Ezekiel 9:5-7

  5 H428 Maar tot die H559 H8804 [anderen] zeide Hij H241 voor mijn oren H5674 H8798 : Gaat door H5892 , door de stad H310 achter H5221 H8685 hem, en slaat H5869 , ulieder oog H2347 H8799 verschone H2550 H8799 niet, en spaart niet!
  6 H2026 H8799 Doodt H2205 ouden H970 , jongelingen H1330 en maagden H2945 , en kinderkens H802 en vrouwen H4889 , tot verdervens H5066 H8799 toe; maar genaakt H376 aan niemand H8420 , op denwelken het teken H2490 H8686 is, en begint H4720 van Mijn heiligdom H2490 H8686 . En zij begonnen H2205 van de oude H582 mannen H6440 , die voor H1004 het huis waren.
  7 H559 H8799 En Hij zeide H2930 H8761 tot hen: Verontreinigt H1004 het huis H4390 H8761 , en vervult H2691 de voorhoven H2491 met verslagenen H3318 H8798 ; gaat henen uit H3318 H8804 . En zij gingen henen uit H5221 H8689 , en zij sloegen H5892 in de stad.

Ezekiel 22:21-22

  21 H3664 H8765 Ja, Ik zal u bijeenbrengen H5301 H8804 , en zal op u blazen H784 in het vuur H5678 Mijner verbolgenheid H8432 , dat gij in het midden H5413 H8738 van haar zult gesmolten worden.
  22 H3701 Gelijk het zilver H8432 in het midden H3564 des ovens H2046 gesmolten wordt H8432 , alzo zult gijlieden in het midden H5413 H8714 van haar gesmolten worden H3045 H8804 ; en gij zult weten H3068 , dat Ik, de HEERE H2534 , Mijn grimmigheid H8210 H8804 over u uitgegoten heb.

Revelation 16:6-7

  6 G3754 Dewijl G129 zij het bloed G40 der heiligen G2532 , en G4396 der profeten G1632 G5656 vergoten hebben G2532 , zo G846 hebt Gij hun G129 ook bloed G4095 G5629 te drinken G1325 G5656 gegeven G1063 ; want G1526 G5748 zij zijn G514 het waardig.
  7 G2532 En G191 G5656 ik hoorde G243 een anderen G1537 van G2379 het altaar G3004 G5723 zeggen G3483 : Ja G2962 , Heere G3841 , Gij almachtige G2316 God G4675 ! Uwe G2920 oordelen G228 zijn waarachtig G2532 en G1342 rechtvaardig.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.