Psalms 79

DSV_Strongs(i)
  1 H4210 Een psalm H623 van Asaf H430 . O God H1471 ! Heidenen H935 H8804 zijn gekomen H5159 in Uw erfenis H1964 ; zij hebben den tempel H6944 Uwer heiligheid H2930 H8765 verontreinigd H3389 ; zij hebben Jeruzalem H5856 tot steenhopen H7760 H8804 gesteld.
  2 H5038 Zij hebben de dode lichamen H5650 Uwer knechten H5775 aan het gevogelte H8064 des hemels H3978 tot spijs H5414 H8804 gegeven H1320 ; het vlees H2623 Uwer gunstgenoten H2416 aan het gedierte H776 des lands.
  3 H1818 Zij hebben hun bloed H5439 rondom H3389 Jeruzalem H4325 als water H8210 H8804 vergoten H6912 H8802 ; en er was niemand, die hen begroef.
  4 H7934 Wij zijn onzen naburen H2781 een smaadheid geworden H3933 ; een spot H7047 en schimp H5439 dien, die rondom ons zijn.
  5 H3068 Hoe lang, HEERE H5331 ? Zult Gij eeuwiglijk H599 H8799 toornen H7068 ? Zal Uw ijver H784 als vuur H1197 H8799 branden?
  6 H8210 H0 Stort H2534 Uw grimmigheid H8210 H8798 uit H1471 over de heidenen H3045 H8804 , die U niet kennen H4467 , en over de koninkrijken H8034 , die Uw Naam H7121 H8804 niet aanroepen.
  7 H3290 Want men heeft Jakob H398 H8804 opgegeten H5116 , en zij hebben zijn liefelijke woning H8074 H8689 verwoest.
  8 H2142 H8799 Gedenk H7223 ons de vorige H5771 misdaden H4118 niet; haast U H7356 , laat Uw barmhartigheden H6923 H8762 ons voorkomen H3966 ; want wij zijn zeer H1809 H8804 dun geworden.
  9 H5826 H8798 Help H430 ons, o God H3468 onzes heils H1697 ! ter oorzake H3519 van de eer H8034 Uws Naams H5337 H8685 ; en red H3722 H8761 ons, en doe verzoening H2403 over onze zonden H8034 , om Uws Naams wil.
  10 H1471 Waarom zouden de heidenen H559 H8799 zeggen H430 : Waar is hun God H5360 ? Laat de wraak H8210 H8803 des vergoten H1818 bloeds H5650 Uwer knechten H1471 onder de heidenen H5869 voor onze ogen H3045 H8735 bekend worden.
  11 H603 Laat het gekerm H615 der gevangenen H6440 voor Uw aanschijn H935 H8799 komen H3498 H8685 ; behoud overig H1121 de kinderen H8546 des doods H1433 , naar de grootheid H2220 Uws arms.
  12 H7725 H0 En geef H7934 onze naburen H7659 zevenvoudig H7725 H8685 weder H2436 in hun schoot H2781 hun smaad H136 , waarmede zij U, o Heere H2778 H8765 ! gesmaad hebben.
  13 H5971 Zo zullen wij, Uw volk H6629 en de schapen H4830 Uwer weide H3034 H8686 , U loven H5769 in eeuwigheid H1755 , van geslacht H1755 tot geslacht H8416 ; wij zullen Uw roem H5608 H8762 vertellen.