Job 30:15-31

DSV_Strongs(i)
  15 H1091 Men is [met] verschrikkingen H5921 tegen H2015 H8717 mij gekeerd H7291 H8799 ; elk een vervolgt H7307 als een wind H5082 mijn edele H3444 [ziel], en mijn heil H5645 is als een wolk H5674 H8804 voorbijgegaan.
  16 H8210 H0 Daarom stort zich H6258 nu H5315 mijn ziel H5921 in H8210 H8691 mij uit H3117 ; de dagen H6040 des druks H270 H8799 grijpen mij aan.
  17 H3915 Des nachts H5365 H8765 doorboort Hij H6106 mijn beenderen H4480 H5921 in H6207 H8802 mij, en mijn polsaderen H7901 H8799 rusten H3808 niet.
  18 H7230 Door de veelheid H3581 der kracht H3830 is mijn kleed H2664 H8691 veranderd H247 H8799 ; Hij omgordt H6310 mij als de kraag H3801 mijns roks.
  19 H2563 Hij heeft mij in het slijk H3384 H8689 geworpen H4911 H8691 , en ik ben gelijk geworden H6083 als stof H665 en as.
  20 H7768 H8762 Ik schrei H413 tot H6030 H8799 U, maar Gij antwoordt H3808 mij niet H5975 H8804 ; ik sta H995 H8709 , maar Gij acht [niet] op mij.
  21 H2015 H8735 Gij zijt veranderd H393 in een wrede H6108 tegen mij; door de sterkte H3027 Uwer hand H7852 H8799 wederstaat Gij mij hatelijk.
  22 H5375 H8799 Gij heft mij op H413 in H7307 den wind H7392 H8686 ; Gij doet mij [daarop] rijden H4127 H8787 , en Gij versmelt H8454 H8675 H7738 H8762 mij het wezen.
  23 H3588 Want H3045 H8804 ik weet H4194 , dat Gij mij ter dood H7725 H8686 brengen zult H1004 , en tot het huis H4150 der samenkomst H3605 aller H2416 levenden.
  24 H389 Maar H1164 Hij zal tot den aardhoop H3027 de hand H3808 niet H7971 H8799 uitsteken H518 ; H7769 is er bij henlieden geschrei H6365 in zijn verdrukking?
  25 H518   H1058 H8804 Weende ik H3808 niet H7186 over hem, die harde H3117 dagen H5315 had? Was mijn ziel H5701 H8804 niet beangst H34 over den nooddruftige?
  26 H3588 [Nochtans] toen H2896 ik het goede H6960 H8765 verwachtte H935 H8799 , zo kwam H7451 het kwade H3176 H8762 ; toen ik hoopte H216 naar het licht H935 H8799 , zo kwam H652 de donkerheid.
  27 H4578 Mijn ingewand H7570 H8795 ziedt H1826 H0 , en is H3808 niet H1826 H8804 stil H3117 ; de dagen H6040 der verdrukking H6923 H8765 zijn mij voorgekomen.
  28 H1980 H8765 Ik ga H6937 H8802 zwart H3808 daarheen, niet H2535 van de zon H6965 H8804 ; opstaande H7768 H8762 schreeuw ik H6951 in de gemeente.
  29 H8577 Ik ben den draken H251 een broeder H1961 H8804 geworden H7453 , en een metgezel H1323 der jonge H3284 struisen.
  30 H5785 Mijn huid H7835 H8804 is zwart H4480 H5291 geworden over H6106 mij, en mijn gebeente H2787 H8804 is ontstoken H4480 van H2721 dorrigheid.
  31 H3658 Hierom is mijn harp H60 tot een rouwklage H1961 H8799 geworden H5748 , en mijn orgel H6963 tot een stem H1058 H8802 der wenenden.