Genesis 28

DSV_Strongs(i)
  1 H3327 En Izak H7121 H8799 H413 riep H3290 Jakob H1288 H8762 , en zegende H854 hem H6680 H8762 ; en gebood H559 H8799 hem, en zeide H3947 H8799 tot hem: Neem H3808 geen H802 vrouw H4480 van H1323 de dochteren H3667 van Kanaan.
  2 H6965 H8798 Maak u op H3212 H8798 , ga H6307 naar Paddan-aram H1004 , ten huize H1328 van Bethuel H1 , den vader H517 uwer moeder H3947 H8798 , en neem u H4480 van H8033 daar H802 een vrouw H4480 , van H1323 de dochteren H3837 van Laban H517 , uwer moeders H251 broeder.
  3 H410 En God H7706 almachtig H1288 H8762 zegene H853 u H6509 H8686 , en make u vruchtbaar H7235 H8686 , en vermenigvuldige H6951 u, dat gij tot een hoop H5971 volken H1961 H8799 wordt.
  4 H5414 H8799 En Hij geve H1293 u den zegen H85 van Abraham H2233 ; aan u, en uw zaad H854 met H3423 H8800 u, opdat gij erfelijk bezit H776 het land H4033 uwer vreemdelingschappen H834 , hetwelk H430 God H85 aan Abraham H5414 H8804 gegeven heeft.
  5 H7971 H8799 Alzo zond H3327 Izak H3290 Jakob H3212 H8799 weg, dat hij toog H6307 naar Paddan-aram H413 , tot H3837 Laban H1121 , den zoon H1328 van Bethuel H761 , den Syrier H251 , den broeder H7259 van Rebekka H3290 , Jakobs H6215 en Ezau's H517 moeder.
  6 H6215 Als nu Ezau H7200 H8799 zag H3588 , dat H3327 Izak H3290 Jakob H1288 H8765 gezegend H853 , en hem H6307 naar Paddan-aram H7971 H8765 weggezonden had H4480 om zich van H8033 daar H802 een vrouw H3947 H8800 te nemen H853 ; [en] als hij hem H1288 H8763 zegende H6680 H8762 H5921 , dat hij hem geboden had H559 H8800 , zeggende H3947 H8799 : Neem H3808 geen H802 vrouw H4480 van H1323 de dochteren H3667 van Kanaan;
  7 H3290 En dat Jakob H413 zijn H1 vader H413 en zijn H517 moeder H8085 H8799 gehoorzaam geweest was H6307 , en naar Paddan-aram H3212 H8799 getrokken was;
  8 H6215 En dat Ezau H7200 H8799 zag H3588 , dat H1323 de dochteren H3667 van Kanaan H7451 kwaad H5869 waren in de ogen H3327 van Izak H1 , zijn vader;
  9 H3212 H8799 Zo ging H6215 Ezau H413 tot H3458 Ismael H3947 H8799 , en nam zich H802 tot een vrouw H5921 boven H802 zijn vrouwen H4258 , Mahalath H1323 , de dochter H3458 van Ismael H85 , den zoon H1121 van Abraham H269 , de zuster H5032 van Nebajoth.
  10 H3290 Jakob H3318 H8799 dan toog uit H4480 van H884 Ber-seba H3212 H8799 , en ging H2771 naar Haran.
  11 H6293 H8799 En hij geraakte H4725 op een plaats H8033 , waar H3885 H8799 hij vernachtte H3588 ; want H8121 de zon H935 H8804 was ondergegaan H3947 H8799 ; en hij nam H4480 van H68 de stenen H4725 dier plaats H7760 H8799 , en maakte H4763 zijn hoofdpeluw H7901 H8799 , en leide zich te slapen H1931 te dierzelver H4725 plaats.
  12 H2492 H8799 En hij droomde H2009 ; en ziet H5551 , een ladder H5324 H8716 was gesteld H776 op de aarde H7218 , welker opperste H8064 aan den hemel H5060 H8688 raakte H2009 ; en ziet H4397 , de engelen H430 Gods H5927 H0 H3381 H0 klommen H5927 H8802 daarbij op H3381 H8802 en neder.
  13 H2009 En ziet H3068 , de HEERE H5324 H8737 stond H5921 op H559 H8799 dezelve en zeide H589 : Ik ben H3068 de HEERE H430 , de God H1 van uw vader H85 Abraham H430 , en de God H3327 van Izak H776 ; dit land H834 H5921 , waarop H859 gij H7901 H8802 ligt te slapen H5414 H8799 , zal Ik aan u geven H2233 , en aan uw zaad.
  14 H2233 En uw zaad H1961 H8804 zal wezen H6083 als het stof H776 der aarde H6555 H8804 , en gij zult uitbreken H3220 [in] [menigte], westwaarts H6924 en oostwaarts H6828 , en noordwaarts H5045 en zuidwaarts H2233 ; en in u, en in uw zaad H3605 zullen alle H4940 geslachten H127 des aardbodems H1288 H8738 gezegend worden.
  15 H2009 En zie H595 , Ik H5973 ben met H8104 H8804 u, en Ik zal u behoeden H3695 overal H834 , waarheen H3212 H8799 gij trekken zult H7725 H8689 , en Ik zal u wederbrengen H413 in H2063 dit H127 land H3588 ; want H3808 Ik zal u niet H5800 H8799 verlaten H5704 H834 , totdat H6213 H8804 H518 Ik zal gedaan hebben H834 , hetgeen H1696 H8765 Ik tot u gesproken heb.
  16 H3290 Toen nu Jakob H4480 van H8142 zijn slaap H3364 H8799 ontwaakte H559 H8799 , zeide hij H403 : Gewisselijk H3426 is H3068 de HEERE H2088 aan deze H4725 plaats H595 , en ik H3808 heb het niet H3045 H8804 geweten!
  17 H3372 H8799 En hij vreesde H559 H8799 , en zeide H4100 : Hoe H3372 H8737 vreselijk H2088 is deze H4725 plaats H2088 ! Dit H369 is niet H3588 H518 dan H1004 een huis H430 Gods H2088 , en dit H8179 is de poort H8064 des hemels!
  18 H7925 H0 Toen stond H3290 Jakob H1242 des morgens H7925 H8686 vroeg op H3947 H8799 , en hij nam H68 dien steen H834 , dien H4763 hij tot zijn hoofdpeluw H7760 H8804 gelegd had H7760 H8799 , en zette H853 hem H4676 tot een opgericht teken H3332 H8799 , en goot H7218 H0 daar H8081 olie H5921 boven H7218 op.
  19 H7121 H8799 En hij noemde H8034 den naam H1931 dier H4725 plaats H1008 Beth-el H199 ; daar toch H8034 de naam H5892 dier stad H7223 te voren H3870 was Luz.
  20 H3290 En Jakob H5087 H8799 beloofde H5088 een gelofte H559 H8800 , zeggende H518 : Wanneer H430 God H5978 met H1961 H8799 mij geweest zal zijn H8104 H8804 , en mij behoed zal hebben H2088 op dezen H1870 weg H834 , dien H595 ik H1980 H8802 reize H5414 H8804 , en mij gegeven zal hebben H3899 brood H398 H8800 om te eten H899 , en klederen H3847 H8800 om aan te trekken;
  21 H413 En ik ten H1004 huize H1 mijns vaders H7965 in vrede H7725 H8804 zal wedergekeerd zijn H3068 ; zo zal de HEERE H430 mij tot een God H1961 H8804 zijn!
  22 H2063 En deze H68 steen H834 , dien H4676 ik tot een opgericht teken H7760 H8804 gezet heb H1004 , zal een huis H430 Gods H1961 H8799 wezen H3605 , en van alles H834 , wat H5414 H8799 Gij mij geven zult H6237 H8763 , zal ik U voorzeker H6237 H8762 de tienden geven!