DSV_Strongs(i)
25
H7195
De verbintenis
H5030
harer profeten
H8432
is in het midden
H7580 H8802
van haar als een brullende
H738
leeuw
H2964
, die een roof
H2963 H8802
rooft
H398 H8804
; zij eten
H5315
de zielen
H2633
op, den schat
H3366
en het kostelijke
H3947 H8799
nemen zij weg
H490
; haar weduwen
H7235 H8689
vermenigvuldigen zij
H8432
in het midden van haar.
26
H3548
Haar priesters
H8451
doen Mijn wet
H2554 H8804
geweld aan
H2490 H8762
, en zij ontheiligen
H6944
Mijn heilige dingen
H6944
; tussen het heilige
H2455
en het onheilige
H914 H8689
maken zij geen onderscheid
H2931
, en [het] [verschil] tussen het onreine
H2889
en reine
H3045 H8689
geven zij niet te kennen
H5956 H8689
; daartoe verbergen zij
H5869
hun ogen
H7676
van Mijn sabbatten
H8432
; ja, Ik word in het midden
H2490 H8735
van hen ontheiligd.
27
H8269
Haar vorsten
H7130
zijn in het midden
H2061
van haar als wolven
H2964
, die een roof
H2963 H8802
roven
H1818
, om bloed
H8210 H8800
te vergieten
H5315
, [en] om zielen
H6 H8763
te verderven
H1215
; opdat zij gierigheid
H1214 H8800
zouden plegen.
28
H5030
Haar profeten
H2902 H8804
nu pleisteren
H8602
hen met loze
H2374
kalk; ziende
H7723
ijdelheid
H3577
en hun leugen
H7080 H8802
voorzeggende
H559 H8802
, zeggende
H559 H8804
: Alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H3068
! en de HEERE
H1696 H8765
heeft niet gesproken.