DSV_Strongs(i)
10
H5971
Daarom, ja, daarom dat zij Mijn volk
H2937 H8689
verleiden
H559 H8800
, zeggende
H7965
: Vrede
H7965
, daar geen vrede
H2434
is; en [dat] de een een lemen wand
H1129 H8802
bouwt
H2009
, en ziet
H2902 H8802
, de anderen denzelven pleisteren
H8602
met loze kalk.
11
H559 H8798
Zeg
H8602
tot degenen, die met loze kalk
H2902 H8802
pleisteren
H5307 H8799
, dat hij omvallen zal
H7857 H8802
; er zal een overstelpende
H1653
plasregen
H859
zijn; en gij
H417 H68
, o grote hagelstenen
H5307 H8799
, zult vallen
H5591
, en een grote
H7307
stormwind
H1234 H8762
zal [hem] splijten.
12
H7023
Ziet, als die wand
H5307 H8804
zal gevallen zijn
H559 H8735
, zal dan niet tot u gezegd worden
H2915
: Waar is de pleistering
H2902 H8804
, waarmede gij gepleisterd hebt?
13
H559 H8804
Daarom alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H5591
: Ja, Ik zal [hem] door een groten
H7307
stormwind
H2534
in Mijn grimmigheid
H1234 H8765
splijten
H7857 H8802
, en er zal een overstelpende
H1653
plasregen
H639
zijn in Mijn toorn
H417 H68
, en grote hagelstenen
H2534
in [Mijn] grimmigheid
H3617
, om [dien] te verdoen.
14
H7023
Zo zal Ik den wand
H2040 H8804
afbreken
H8602
, dien gijlieden met loze kalk
H2902 H8804
gepleisterd hebt
H776
, en zal hem ter aarde
H5060 H8689
nederwerpen
H3247
, dat zijn grond
H1540 H8738
zal ontdekt worden
H5307 H8804
; alzo zal [de] [stad] vallen
H8432
, en gij zult in het midden
H3615 H8804
van haar omkomen
H3045 H8804
; en gij zult weten
H3068
, dat Ik de HEERE ben.