Exodus 12:2-14

DSV_Strongs(i)
  2 H2320 Deze zelfde maand H7218 zal ulieden het hoofd H2320 der maanden H7223 zijn; zij zal u de eerste H2320 van de maanden H8141 des jaars zijn.
  3 H1696 H8761 Spreekt H5712 tot de ganse vergadering H3478 van Israel H559 H8800 , zeggende H6218 : Aan den tienden H2320 dezer maand H3947 H8799 neme H376 een iegelijk H7716 een lam H1004 , naar de huizen H1 der vaderen H7716 , een lam H1004 voor een huis.
  4 H1004 Maar indien een huis H4591 H8799 te klein H1961 H8800 is H7716 voor een lam H3947 H8804 , zo neme hij H7934 het en zijn nabuur H7138 , de naaste H1004 aan zijn huis H4373 , naar het getal H5315 der zielen H376 , een iegelijk H6310 naar dat H400 hij eten H3699 H8799 kan; gij zult rekening maken H7716 naar het lam.
  5 H8549 Gij zult een volkomen H7716 lam H2145 hebben, een manneken H8141 , een jaar H1121 oud H3532 ; van de schapen H5795 of van de geitenbokken H3947 H8799 zult gij het nemen.
  6 H4931 En gij zult het in bewaring hebben H702 H6240 tot den veertienden H3117 dag H2320 dezer maand H3605 ; en de ganse H6951 gemeente H5712 der vergadering H3478 van Israel H7819 H8804 zal het slachten H996 tussen H6153 twee avonden.
  7 H1818 En zij zullen van het bloed H3947 H8804 nemen H5414 H8804 , en strijken H8147 het aan de beide H4201 zijposten H4947 , en aan den bovendorpel H1004 , aan de huizen H398 H8799 , in welke zij het eten zullen.
  8 H1320 En zij zullen het vlees H398 H8804 eten H3915 in denzelfden nacht H784 , aan het vuur H6748 gebraden H4682 , met ongezuurde broden H4844 ; zij zullen het met bittere H398 H8799 saus eten.
  9 H4995 Gij zult daarvan niet rauw H398 H8799 eten H4325 , ook geenszins in water H1310 H8794 H1311 gezoden H784 ; maar aan het vuur H6748 gebraden H7218 , zijn hoofd H3767 met zijn schenkelen H7130 en met zijn ingewand.
  10 H3498 H8686 Gij zult daarvan ook niet laten overblijven H1242 tot den morgen H3498 H8737 ; maar hetgeen daarvan overblijft H1242 tot den morgen H784 , zult gij met vuur H8313 H8799 verbranden.
  11 H3602 Aldus H398 H8799 nu zult gij het eten H4975 : uw lenden H2296 H8803 zullen opgeschort zijn H5275 , uw schoenen H7272 aan uw voeten H4731 , en uw staf H3027 in uw hand H2649 ; en gij zult het met haast H398 H8804 eten H3068 ; het is des HEEREN H6453 pascha.
  12 H3915 Want Ik zal in dezen nacht H776 H4714 door Egypteland H5674 H8804 gaan H1060 , en alle eerstgeborenen H776 H4714 in Egypteland H5221 H8689 slaan H120 , van de mensen H929 af tot de beesten H8201 toe; en Ik zal gerichten H6213 H8799 oefenen H430 aan al de goden H4714 der Egyptenaren H3068 , Ik, de HEERE!
  13 H1818 En dat bloed H226 zal ulieden tot een teken H1004 zijn aan de huizen H1818 , waarin gij zijt; wanneer Ik het bloed H7200 H8804 zie H6452 H8804 , zal Ik ulieden voorbijgaan H5063 ; en er zal geen plaag H4889 onder ulieden ten verderve H776 H4714 zijn, wanneer Ik Egypteland H5221 H8687 slaan zal.
  14 H3117 En deze dag H2146 zal ulieden wezen ter gedachtenis H3068 , en gij zult hem den HEERE H2282 tot een feest H2287 H8804 vieren H2287 H8799 ; gij zult hem vieren H1755 onder uw geslachten H5769 tot een eeuwige H2708 inzetting.