DSV_Strongs(i)
7
H1961 H8799
Want het was geschied
H3588
, dat
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H2398 H8804
gezondigd hadden
H3068
tegen den HEERE
H430
, hun God
H853
, Die hen
H776 H4714
uit Egypteland
H5927 H8688
opgebracht had
H4480
, van
H8478
onder
H3027
de hand
H6547
van Farao
H4428
, den koning
H4714
van Egypte
H312
; en hadden andere
H430
goden
H3372 H8799
gevreesd;
8
H3212 H8799
En hadden gewandeld
H2708
in de inzettingen
H1471
der heidenen
H834
, die
H3068
de HEERE
H4480
voor
H6440
het aangezicht
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H3423 H8689
verdreven had
H4428
, en der koningen
H3478
van Israel
H834
, die
H6213 H8804
ze gemaakt hadden.
9
H1121
En de kinderen
H3478
Israels
H1697
hadden de zaken
H834
, die
H3808
niet
H3651
recht
H5921
zijn, tegen
H3068
den HEERE
H430
, hun God
H2644 H8762
, bemanteld
H1116
; en hadden zich hoogten
H1129 H8799
gebouwd
H3605
in al
H5892
hun steden
H4480
, van
H4026 H5341 H8802
den wachttoren
H5704
af tot
H4013
de vaste
H5892
steden toe.
10
H4676
En zij hadden zich staande beelden
H5324 H8686
opgericht
H842
en bossen
H5921
, op
H3605
allen
H1364
hogen
H1389
heuvel
H8478
en onder
H3605
alle
H7488
groen
H6086
geboomte.
11
H8033
En zij hadden daar
H6999 H8762
gerookt
H3605
op alle
H1116
hoogten
H1471
, gelijk de heidenen
H834
, die
H3068
de HEERE
H4480
van
H6440
hun aangezichten
H1540 H8689
weggevoerd had
H7451
; en zij hadden kwade
H1697
dingen
H6213 H8799
gedaan
H3068
, om den HEERE
H3707 H8687
tot toorn te verwekken.
12
H1544
En zij hadden de drekgoden
H5647 H8799
gediend
H834
, waarvan
H3068
de HEERE
H559 H8804
tot hen gezegd had
H2088
: Gij zult deze
H1697
zaak
H3808
niet
H6213 H8799
doen.
13
H3068
Als nu de HEERE
H3478
tegen Israel
H3063
en tegen Juda
H3027
, door den dienst
H3605
van alle
H5030
profeten
H3605
, van alle
H2374
zieners
H5749 H8686
, betuigd had
H559 H8800
, zeggende
H7725 H8798
: Bekeert u
H4480
van
H7451
uw boze
H1870
wegen
H8104 H8798
en houdt
H4687
Mijn geboden
H2708
, [en] Mijn inzettingen
H3605
, naar al
H8451
de wet
H834
, die
H1
Ik uw vaderen
H6680 H8765
geboden heb
H834
, en die
H413
Ik tot
H3027
u door de hand
H5650
van Mijn knechten
H5030
, de profeten
H7971 H8804
, gezonden heb;
14
H8085 H8804
Zo hoorden zij
H3808
niet
H7185 H8686
, maar zij verhardden
H6203
hun nek
H6203
, gelijk de nek
H1
hunner vaderen
H834
geweest was, die
H3068
aan den HEERE
H430
, hun God
H3808
, niet
H539 H8689
geloofd hadden.
15
H3988 H8799
Daartoe verwierpen zij
H2706
Zijn inzettingen
H1285
, en Zijn verbond
H834
, dat
H1
Hij met hun vaderen
H3772 H8804
gemaakt had
H5715
, en Zijn getuigenissen
H834
, die
H5749 H8689
Hij tegen hen betuigd had
H3212 H8799
, en wandelden
H1892
de ijdelheid
H310
na
H1891 H8799
, dat zij ijdel werden
H310
, en achter
H1471
de heidenen
H834
, die
H5439
rondom
H834
hen waren, van dewelke
H3068
de HEERE
H853
hun
H6680 H8765
geboden had
H1115
, dat zij niet
H6213 H8800
zouden doen gelijk die.
16
H5800 H8799
Ja, zij verlieten
H3605
al
H4687
de geboden
H3068
des HEEREN
H430
, huns Gods
H6213 H8799
, en maakten zich
H4541
gegoten beelden
H8147
, twee
H5695
kalveren
H6213 H8799
; en maakten
H842
bossen
H7812 H8691
, en bogen zich
H3605
voor alle
H6635
heir
H8064
des hemels
H5647 H8799
, en dienden
H1168
Baal.
17
H1121
Ook deden zij hun zonen
H1323
en hun dochteren
H784
door het vuur
H5674 H8686
gaan
H7080 H8799
, en gebruikten
H7081
waarzeggerijen
H5172 H8762
, en gaven op vogelgeschrei acht
H4376 H8691
, en verkochten zich
H6213 H8800
, om te doen
H7451
dat kwaad
H5869
was in de ogen
H3068
des HEEREN
H3707 H8687
, om Hem tot toorn te verwekken.
18
H599 H8691
Daarom vertoornde zich
H3068
de HEERE
H3966
zeer
H3478
over Israel
H5493 H8686
, dat Hij hen wegdeed
H4480 H5921
van
H6440
Zijn aangezicht
H7604 H0
; er bleef
H3808
niets
H7604 H8738
over
H7535
, behalve
H7626
de stam
H3063
van Juda
H909
alleen.