Song of Songs 2

DSV_Strongs(i)
  1 H2261 Ik ben een Roos H8289 van Saron H7799 , een Lelie H6010 der dalen.
  2 H7799 Gelijk een lelie H2336 onder de doornen H7474 , alzo is Mijn vriendin H1323 onder de dochteren.
  3 H8598 Als een appelboom H6086 onder de bomen H3293 des wouds H1730 , zo is mijn Liefste H1121 onder de zonen H2530 H8765 ; ik heb groten lust H6738 in Zijn schaduw H3427 H8804 , en zit H6529 er [onder], en Zijn vrucht H2441 is mijn gehemelte H4966 zoet.
  4 H935 H8689 Hij voert H3196 H1004 mij in het wijnhuis H160 , en de liefde H1714 is Zijn banier over mij.
  5 H5564 H8761 Ondersteunt gijlieden H809 mij met de flessen H7502 H8761 , versterkt H8598 mij met de appelen H2470 H8802 , want ik ben krank H160 van liefde.
  6 H8040 Zijn linkerhand H7218 zij onder mijn hoofd H3225 , en Zijn rechterhand H2263 H8762 omhelze mij.
  7 H7650 H8689 Ik bezweer H1323 u, gij, dochteren H3389 van Jeruzalem H6643 ! [die] bij de reeen H176 , of H355 bij de hinden H7704 des velds H160 zijt, dat gij die liefde H5782 H8686 niet opwekt H5782 H8787 , noch wakker maakt H2654 H8799 , totdat het [dezelve] luste!
  8 H6963 [Dat] is de stem H1730 mijns Liefsten H935 H8802 , ziet Hem, Hij komt H1801 H8764 , springende H2022 op de bergen H7092 H8764 , huppelende H1389 op de heuvelen!
  9 H1730 Mijn Liefste H1819 H8802 is gelijk H6643 een ree H6082 , of een welp H354 der herten H5975 H8802 ; ziet, Hij staat H310 achter H3796 onzen muur H7688 H8688 , kijkende H2474 uit de vensteren H6692 H8688 , blinkende H2762 uit de tralien.
  10 H1730 Mijn Liefste H6030 H8804 antwoordt H559 H8804 , en zegt H6965 H8798 tot mij: Sta op H7474 , Mijn vriendin H3303 , Mijn schone H3212 H8798 , en kom!
  11 H5638 Want zie, de winter H5674 H8804 is voorbij H1653 , de plasregen H2498 H8804 is over H1980 H8804 , hij is overgegaan;
  12 H5339 De bloemen H7200 H8738 worden gezien H776 in het land H6256 H2158 , de zangtijd H5060 H8689 genaakt H6963 , en de stem H8449 der tortelduif H8085 H8738 wordt gehoord H776 in ons land.
  13 H8384 De vijgeboom H2590 H0 brengt H6291 zijn jonge vijgjes H2590 H8804 voort H1612 , en de wijnstokken H5414 H8804 geven H7381 reuk H5563 [met] [hun] jonge druifjes H6965 H8798 . Sta op H7474 , Mijn vriendin H3303 ! Mijn schone H3212 H8798 , en kom!
  14 H3123 Mijn duive H2288 , zijnde in de kloven H5553 der steenrotsen H5643 , in het verborgene H4095 ener steile plaats H7200 H8685 , toon H4758 Mij uw gedaante H6963 , doe Mij uw stem H8085 H8685 horen H6963 ; want uw stem H6156 is zoet H4758 , en uw gedaante H5000 is liefelijk.
  15 H270 H8798 Vangt gijlieden H7776 ons de vossen H6996 , de kleine H7776 vossen H3754 , die de wijngaarden H2254 H8764 verderven H3754 , want onze wijngaarden H5563 [hebben] jonge druifjes.
  16 H1730 Mijn Liefste H7462 H8802 is mijn, en ik ben Zijn, Die weidt H7799 onder de lelien,
  17 H3117 Totdat de dag H6315 H8799 aankomt H6752 , en de schaduwen H5127 H8804 vlieden H5437 H8798 ; keer om H1730 , mijn Liefste H1819 H8798 ! wordt Gij gelijk H6643 een ree H6082 , of een welp H354 der herten H2022 , op de bergen H1336 van Bether.