DSV_Strongs(i)
1
H4210
Een psalm
H1732
van David
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H413
, op
H5155
de Nechiloth
H3068
. [05:2] O HEERE
H238 H0
, neem
H561
mijn redenen
H238 H8685
ter ore
H995 H8798
; versta
H1901
mijn overdenking.
2
H7181 H8685
[05:3] Merk op
H6963
de stem
H7773
mijns geroeps
H4428
, o mijn Koning
H430
en mijn God
H3588
! Want
H413
tot
H6419 H8691
U zal ik bidden.
3
H1242
[05:4] Des morgens
H3068
, HEERE
H6963
, zult Gij mijn stem
H8085 H8799
horen
H1242
; des morgens
H6186 H8799
zal ik [mij] tot U schikken
H6822 H8762
, en wacht houden.
4
H3588
[05:5] Want
H859
Gij
H3808
zijt geen
H410
God
H2655
, Die lust heeft
H7562
aan goddeloosheid
H7451
; de boze
H3808
zal bij U niet
H1481 H8799
verkeren.
5
H1984 H8802
[05:6] De onzinnigen
H5048
zullen voor
H5869
Uw ogen
H3808
niet
H3320 H8691
bestaan
H8130 H8804
; Gij haat
H3605
alle
H6466 H8802
werkers
H205
der ongerechtigheid.
6
H1696 H8802 H3577
[05:7] Gij zult de leugensprekers
H6 H8762
verdoen
H376
; van den man
H1818
des bloeds
H4820
en des bedrogs
H3068
heeft de HEERE
H8581 H8762
een gruwel.
7
H589
[05:8] Maar ik
H7230
zal door de grootheid
H2617
Uwer goedertierenheid
H1004
in Uw huis
H935 H8799
ingaan
H7812 H8691
; ik zal mij buigen
H413
naar
H1964
het paleis
H6944
Uwer heiligheid
H3374
, in Uw vreze.
8
H3068
[05:9] HEERE
H5148 H8798
! Leid mij
H6666
in Uw gerechtigheid
H4616
, om
H8324 H8802
mijner verspieders
H3474 H8685
wil; richt
H1870
Uw weg
H6440
voor mijn aangezicht.
9
H3588
[05:10] Want
H6310
in hun mond
H369
is niets
H3559 H8737
rechts
H7130
, hun binnenste
H1942
is enkel verderving
H1627
, hun keel
H6605 H8803
is een open
H6913
graf
H3956
, met hun tong
H2505 H8686
vleien zij.
10
H816 H8685
[05:11] Verklaar hen schuldig
H430
, o God
H5307 H8799
; laat hen vervallen
H4480
van
H4156
hun raadslagen
H5080 H8685
; drijf hen henen
H7230
om de veelheid
H6588
hunner overtredingen
H3588
, want
H4784 H8804
zij zijn wederspannig tegen U.