DSV_Strongs(i)
1
H4210
Een psalm
H1732
van David
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H5058
, op de Neginoth
H8067
, op de Scheminith
H3068
. [06:2] O HEERE
H3198 H8686
, straf
H639
mij niet in Uw toorn
H3256 H8762
, en kastijd
H2534
mij niet in Uw grimmigheid!
2
H2603 H8798
[06:3] Wees mij genadig
H3068
, HEERE
H536
, want ik ben verzwakt
H7495 H8798
; genees
H3068
mij, HEERE
H6106
, want mijn beenderen
H926 H8738
zijn verschrikt.
4
H7725 H8798
[06:5] Keer weder
H3068
, HEERE
H2502 H8761
, red
H5315
mijn ziel
H3467 H8685
; verlos
H2617
mij, om Uwer goedertierenheid wil.
5
H4194
[06:6] Want in den dood
H2143
is Uwer geen gedachtenis
H3034 H8686
; wie zal U loven
H7585
in het graf?
6
H3021 H8804
[06:7] Ik ben moede
H585
van mijn zuchten
H4296
; ik doe mijn bed
H3915
den gansen nacht
H7811 H8686
zwemmen
H4529 H8686
; ik doornat
H6210
mijn bedstede
H1832
met mijn tranen.
7
H5869
[06:8] Mijn oog
H6244 H8804
is doorknaagd
H3708
van verdriet
H6275 H8804
, is veroud
H6887 H8802
, vanwege al mijn tegenpartijders.
8
H5493 H8798
[06:9] Wijkt
H6466 H8802
van mij, al gij werkers
H205
der ongerechtigheid
H3068
; want de HEERE
H6963
heeft de stem
H1065
mijns geweens
H8085 H8804
gehoord.