Nehemiah 9:12-21

DSV_Strongs(i)
  12 H3119 En Gij hebt ze des daags H5148 H8689 geleid H6051 H5982 met een wolkkolom H3915 , en des nachts H5982 H784 met een vuurkolom H215 H8687 , om hen te lichten H1870 op den weg H834 , waarin H3212 H8799 zij zouden wandelen.
  13 H3381 H8804 En Gij zijt neergedaald H5921 op H2022 den berg H5514 Sinai H5973 , en hebt met H1696 H8763 hen gesproken H4480 uit H8064 den hemel H5414 H8799 ; en Gij hebt hun gegeven H3477 rechtmatige H4941 rechten H571 , en getrouwe H8451 wetten H2896 , goede H2706 inzettingen H4687 en geboden.
  14 H6944 En Gij hebt Uw heiligen H7676 sabbat H3045 H8689 bekend gemaakt H4687 ; en Gij hebt hun geboden H2706 , en inzettingen H8451 en een wet H6680 H8765 bevolen H3027 , door de hand H5650 van Uw knecht H4872 Mozes.
  15 H3899 En Gij hebt hun brood H4480 uit H8064 den hemel H5414 H8804 gegeven H7458 voor hun honger H4325 , en hun water H4480 uit H5553 de steenrots H3318 H8689 voortgebracht H6772 voor hun dorst H559 H8799 ; en Gij hebt tot hen gezegd H935 H8800 , dat zij zouden ingaan H3423 H8800 om te erven H776 het land H834 , waarover H3027 Gij Uw hand H5375 H8804 ophieft H5414 H8800 , dat Gij het hun zoudt geven.
  16 H1922 Maar zij H1 en onze vaders H2102 H8689 hebben trotselijk gehandeld H6203 , en zij hebben hun nek H7185 H8686 verhard H3808 , en niet H8085 H8804 gehoord H413 naar H4687 Uw geboden;
  17 H3985 H8762 En zij hebben geweigerd H8085 H8800 te horen H3808 , en niet H2142 H8804 gedacht H6381 H8737 aan Uw wonderen H834 , die H5973 Gij bij H6213 H8804 hen gedaan hadt H6203 , en hebben hun nek H7185 H8686 verhard H4805 , en in hun wederspannigheid H7218 een hoofd H5414 H8799 gesteld H7725 H8800 , om weder te keren H5659 tot hun dienstbaarheid H859 . Doch Gij H433 , een God H5547 van vergevingen H2587 , genadig H7349 en barmhartig H750 H639 , lankmoedig H7227 , en groot H2617 van weldadigheid H3808 , hebt hen evenwel niet H5800 H8804 verlaten.
  18 H637 Zelfs H3588 , als H4541 zij zich een gegoten H5695 kalf H6213 H8804 gemaakt hadden H559 H8799 , en gezegd H2088 : Dit H430 is uw God H834 , Die H4480 u uit H4714 Egypte H5927 H8689 heeft opgevoerd H1419 ; en grote H5007 lasteren H6213 H8799 gedaan hadden;
  19 H859 Hebt Gij H7227 hen nochtans door Uw grote H7356 barmhartigheid H3808 niet H5800 H8804 verlaten H4057 in de woestijn H5982 H6051 ; de wolkkolom H5493 H8804 week H3808 niet H4480 H5921 van H3119 hen des daags H1870 , om hen op den weg H5148 H8687 te leiden H5982 H784 , noch de vuurkolom H3915 des nachts H215 H8687 , om hen te lichten H1870 , en dat, op den weg H834 , waarin H3212 H8799 zij zouden wandelen.
  20 H2896 En Gij hebt Uw goeden H7307 Geest H5414 H8804 gegeven H7919 H8687 om hen te onderwijzen H4478 ; en Uw Manna H3808 hebt Gij niet H4513 H8804 geweerd H4480 van H6310 hun mond H4325 , en water H5414 H8804 hebt Gij hun gegeven H6772 voor hun dorst.
  21 H705 Alzo hebt Gij hen veertig H8141 jaren H3557 H8773 onderhouden H4057 in de woestijn H3808 ; zij hebben geen H2637 H8804 gebrek gehad H8008 ; hun klederen H3808 zijn niet H1086 H8804 veroud H7272 , en hun voeten H3808 niet H1216 H8804 gezwollen.