DSV_Strongs(i)
7
H5414 H0
Daar deed hij
H3801
hem den rok
H5414 H8799
aan
H2296 H8799
, en gordde
H73
hem met den gordel
H3847 H0
, en trok
H4598
hem den mantel
H3847 H8686
aan
H5414 H0
; en deed hij
H646
hem den efod
H5414 H8799
aan
H2296 H8799
, en gordde
H2805
dien met den kunstelijken riem
H646
des efods
H640 H8799
, en ombond hem daarmede.
8
H7760 H0
Voorts deed hij
H2833
hem den borstlap
H7760 H8799
aan
H5414 H8799
, en voegde
H2833
aan den borstlap
H224
de Urim
H8550
en de Thummim.
9
H7760 H8799
En hij zette
H4701
den hoed
H7218
op zijn hoofd
H4701
; en aan den hoed
H4136
boven
H6440
zijn aangezicht
H7760 H8799
zette hij
H2091
de gouden
H6731
plaat
H5145
, de kroon
H6944
der heiligheid
H3068
, gelijk als de HEERE
H4872
Mozes
H6680 H8765
geboden had.
10
H3947 H8799
Toen nam
H4872
Mozes
H4888 H8081
de zalfolie
H4886 H8799
, en zalfde
H4908
den tabernakel
H6942 H8762
, en al wat daarin was, en heiligde ze.
11
H5137 H8686
En hij sprengde
H4196
daarvan op het altaar
H7651 H6471
zevenmaal
H4886 H8799
; en hij zalfde
H4196
het altaar
H3627
, en al zijn gereedschap
H3595
, mitsgaders het wasvat
H3653
en zijn voet
H6942 H8763
, om die te heiligen.
12
H3332 H8799
Daarna goot hij
H4888 H8081
van de zalfolie
H7218
op het hoofd
H175
van Aaron
H4886 H8799
, en hij zalfde
H6942 H8763
hem, om hem te heiligen.
13
H7126 H0
Ook deed
H4872
Mozes
H1121
de zonen
H175
van Aaron
H7126 H8686
naderen
H3847 H0
, en trok
H3801
hun rokken
H3847 H8686
aan
H2296 H8799
, en gordde
H73
hen met een gordel
H2280 H0
, en bond
H4021
hun mutsen
H2280 H8799
op
H3068
, gelijk als de HEERE
H4872
Mozes
H6680 H8765
geboden had.
14
H6499
Toen deed hij den var
H2403
des zondoffers
H5066 H8686
bijeenkomen
H175
; en Aaron
H1121
en zijn zonen
H5564 H8799
leiden
H3027
hun handen
H7218
op het hoofd
H6499
van den var
H2403
des zondoffers;
15
H7819 H8799
En men slachtte
H4872
[hem]; en Mozes
H3947 H8799
nam
H1818
het bloed
H5414 H8799
, en deed
H676
het met zijn vinger
H5439
rondom
H7161
op de hoornen
H4196
des altaars
H2398 H8762
, en ontzondigde
H4196
het altaar
H3332 H8804
; daarna goot hij
H1818
het bloed
H3247
uit aan den bodem
H4196
des altaars
H6942 H8762
, en heiligde
H3722 H8763
het, om voor hetzelve verzoening te doen.
16
H3947 H8799
Voorts nam hij
H2459
al het vet
H7130
, dat aan het ingewand
H3508
is, en het net
H3516
der lever
H8147
, en de twee
H3629
nieren
H2459
en haar vet
H4872
; en Mozes
H6999 H8686
stak het aan
H4196
op het altaar.
17
H6499
Maar den var
H5785
met zijn huid
H1320
, en zijn vlees
H6569
, en zijn mest
H2351
, heeft hij buiten
H4264
het leger
H784
met vuur
H8313 H8804
verbrand
H3068
, gelijk als de HEERE
H4872
Mozes
H6680 H8765
geboden had.
18
H352
Daarna deed hij den ram
H5930
des brandoffers
H7126 H8686
bijbrengen
H175
; en Aaron
H1121
en zijn zonen
H5564 H8799
leiden
H3027
hun handen
H7218
op het hoofd
H352
van den ram.
19
H7819 H8799
En men slachtte
H4872
[hem]; en Mozes
H2236 H8799
sprengde
H1818
het bloed
H4196
op het altaar
H5439
rondom.
20
H5408 H8765
Hij deelde
H352
ook den ram
H5409
in zijn delen
H4872
; en Mozes
H6999 H0
stak
H7218
het hoofd
H6999 H8686
aan
H5409
, en die delen
H6309
, en het smeer;
21
H7130
Doch het ingewand
H3767
en de schenkelen
H7364 H8804
wies hij
H4325
met water
H4872
; en Mozes
H6999 H0
stak
H352
dien gehelen ram
H6999 H8686
aan
H4196
op het altaar
H5930
; het was een brandoffer
H5207
tot een liefelijken
H7381
reuk
H801
, een vuuroffer
H3068
was het den HEERE
H3068
, gelijk als de HEERE
H4872
Mozes
H6680 H8765
geboden had.
22
H8145
Daarna deed hij den anderen
H352
ram
H352
, den ram
H4394
des vuloffers
H7126 H8686
, bijbrengen
H175
; en Aaron
H1121
met zijn zonen
H5564 H8799
leiden
H3027
hun handen
H7218
op het hoofd
H352
van den ram.
23
H7819 H8799
En men slachtte
H4872
[hem]; en Mozes
H3947 H8799
nam
H1818
van zijn bloed
H5414 H8799
, en deed
H8571
het op het lapje
H175
van Aarons
H3233 H241
rechteroor
H931
, en op den duim
H3233 H3027
zijner rechterhand
H931
, en op den groten teen
H3233 H7272
van zijn rechtervoet.
24
H7126 H0
Hij deed
H1121
ook de zonen
H175
van Aaron
H7126 H8686
naderen
H4872
; en Mozes
H5414 H8799
deed
H1818
van dat bloed
H8571
op het lapje
H3233 H241
van hun rechteroor
H931
, en op den duim
H3233 H3027
van hun rechterhand
H931
, en op den groten teen
H3233 H7272
van hun rechtervoet
H2236 H8799
; daarna sprengde
H4872
Mozes
H1818
dat bloed
H5439
rondom
H4196
op het altaar.
25
H3947 H8799
En hij nam
H2459
het vet
H451
, en den staart
H2459
, en al het vet
H7130
, dat aan het ingewand
H3508
is, en het net
H3516
der lever
H8147
, en de beide
H3629
nieren
H2459
, en haar vet
H3225 H7785
, daartoe den rechterschouder.
26
H3947 H8804
Ook nam hij
H5536
uit den korf
H4682
van de ongezuurde
H6440
[broden], die voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H259
was, een
H4682
ongezuurde
H2471
koek
H8081
, en een geolieden
H2471 H3899
broodkoek
H259
, en een
H7550
vlade
H7760 H8799
; en hij leide
H2459
ze op dat vet
H3225 H7785
, en op den rechterschouder.
27
H5414 H8799
En hij gaf
H3709
dat alles in de handen
H175
van Aaron
H3709
, en in de handen
H1121
zijner zonen
H5130 H8686
; en bewoog
H8573
die ten beweegoffer
H6440
, voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
28
H3947 H8799
Daarna nam
H4872
Mozes
H3709
ze uit hun handen
H6999 H8686
, en stak ze aan
H4196
op het altaar
H5930
, op het brandoffer
H4394
; zij waren vulofferen
H5207
tot een liefelijken
H7381
reuk
H801
; het was een vuuroffer
H3068
den HEERE.
29
H3947 H8799
Voorts nam
H4872
Mozes
H2373
de borst
H5130 H8686
, en bewoog
H8573
ze ten beweegoffer
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H4872
; zij werd Mozes
H4490
ten dele
H352
van den ram
H4394
des vuloffers
H3068
, gelijk als de HEERE
H4872
Mozes
H6680 H8765
geboden had.
30
H4872
Mozes
H3947 H8799
nam
H4888 H8081
ook van de zalfolie
H1818
, en van het bloed
H4196
, hetwelk op het altaar
H5137 H8686
was, en sprengde
H175
het op Aaron
H899
, op zijn klederen
H1121
, en op zijn zonen
H899
, en op de klederen
H1121
zijner zonen
H6942 H8762
met hem; en hij heiligde
H175
Aaron
H899
, zijn klederen
H1121
, en zijn zonen
H899
, en de klederen
H1121
zijner zonen met hem.
31
H4872
En Mozes
H559 H8799
zeide
H175
tot Aaron
H1121
en tot zijn zonen
H1310 H8761
: Ziedt
H1320
dat vlees
H6607
voor de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst
H398 H8799
, en eet
H3899
hetzelve daar, mitsgaders het brood
H5536
, dat in den korf
H4394
des vuloffers
H6680 H8765
is; gelijk als ik geboden heb
H559 H8800
, zeggende
H175
: Aaron
H1121
en zijn zonen
H398 H8799
zullen dat eten.
32
H3498 H8737
Maar het overige
H1320
van het vlees
H3899
en van het brood
H784
zult gij met vuur
H8313 H8799
verbranden.
33
H6607
Ook zult gij uit de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst
H7651
, zeven
H3117
dagen
H3318 H8799
, niet uitgaan
H4390 H8800
, tot aan den dag, dat vervuld worden
H3117
de dagen
H4394
uws vuloffers
H7651
; want zeven
H3117
dagen
H3027
zal men uw handen
H4390 H8762
vullen.
34
H6213 H8804
Gelijk men gedaan heeft
H3117
op dezen dag
H3068
, heeft de HEERE
H6213 H8800
te doen
H6680 H8765
geboden
H3722 H8763
, om voor u verzoening te doen.