Leviticus 8:7-36

DSV_Strongs(i)
  7 H5414 H0 Daar deed hij H3801 hem den rok H5414 H8799 aan H2296 H8799 , en gordde H73 hem met den gordel H3847 H0 , en trok H4598 hem den mantel H3847 H8686 aan H5414 H0 ; en deed hij H646 hem den efod H5414 H8799 aan H2296 H8799 , en gordde H2805 dien met den kunstelijken riem H646 des efods H640 H8799 , en ombond hem daarmede.
  8 H7760 H0 Voorts deed hij H2833 hem den borstlap H7760 H8799 aan H5414 H8799 , en voegde H2833 aan den borstlap H224 de Urim H8550 en de Thummim.
  9 H7760 H8799 En hij zette H4701 den hoed H7218 op zijn hoofd H4701 ; en aan den hoed H4136 boven H6440 zijn aangezicht H7760 H8799 zette hij H2091 de gouden H6731 plaat H5145 , de kroon H6944 der heiligheid H3068 , gelijk als de HEERE H4872 Mozes H6680 H8765 geboden had.
  10 H3947 H8799 Toen nam H4872 Mozes H4888 H8081 de zalfolie H4886 H8799 , en zalfde H4908 den tabernakel H6942 H8762 , en al wat daarin was, en heiligde ze.
  11 H5137 H8686 En hij sprengde H4196 daarvan op het altaar H7651 H6471 zevenmaal H4886 H8799 ; en hij zalfde H4196 het altaar H3627 , en al zijn gereedschap H3595 , mitsgaders het wasvat H3653 en zijn voet H6942 H8763 , om die te heiligen.
  12 H3332 H8799 Daarna goot hij H4888 H8081 van de zalfolie H7218 op het hoofd H175 van Aaron H4886 H8799 , en hij zalfde H6942 H8763 hem, om hem te heiligen.
  13 H7126 H0 Ook deed H4872 Mozes H1121 de zonen H175 van Aaron H7126 H8686 naderen H3847 H0 , en trok H3801 hun rokken H3847 H8686 aan H2296 H8799 , en gordde H73 hen met een gordel H2280 H0 , en bond H4021 hun mutsen H2280 H8799 op H3068 , gelijk als de HEERE H4872 Mozes H6680 H8765 geboden had.
  14 H6499 Toen deed hij den var H2403 des zondoffers H5066 H8686 bijeenkomen H175 ; en Aaron H1121 en zijn zonen H5564 H8799 leiden H3027 hun handen H7218 op het hoofd H6499 van den var H2403 des zondoffers;
  15 H7819 H8799 En men slachtte H4872 [hem]; en Mozes H3947 H8799 nam H1818 het bloed H5414 H8799 , en deed H676 het met zijn vinger H5439 rondom H7161 op de hoornen H4196 des altaars H2398 H8762 , en ontzondigde H4196 het altaar H3332 H8804 ; daarna goot hij H1818 het bloed H3247 uit aan den bodem H4196 des altaars H6942 H8762 , en heiligde H3722 H8763 het, om voor hetzelve verzoening te doen.
  16 H3947 H8799 Voorts nam hij H2459 al het vet H7130 , dat aan het ingewand H3508 is, en het net H3516 der lever H8147 , en de twee H3629 nieren H2459 en haar vet H4872 ; en Mozes H6999 H8686 stak het aan H4196 op het altaar.
  17 H6499 Maar den var H5785 met zijn huid H1320 , en zijn vlees H6569 , en zijn mest H2351 , heeft hij buiten H4264 het leger H784 met vuur H8313 H8804 verbrand H3068 , gelijk als de HEERE H4872 Mozes H6680 H8765 geboden had.
  18 H352 Daarna deed hij den ram H5930 des brandoffers H7126 H8686 bijbrengen H175 ; en Aaron H1121 en zijn zonen H5564 H8799 leiden H3027 hun handen H7218 op het hoofd H352 van den ram.
  19 H7819 H8799 En men slachtte H4872 [hem]; en Mozes H2236 H8799 sprengde H1818 het bloed H4196 op het altaar H5439 rondom.
  20 H5408 H8765 Hij deelde H352 ook den ram H5409 in zijn delen H4872 ; en Mozes H6999 H0 stak H7218 het hoofd H6999 H8686 aan H5409 , en die delen H6309 , en het smeer;
  21 H7130 Doch het ingewand H3767 en de schenkelen H7364 H8804 wies hij H4325 met water H4872 ; en Mozes H6999 H0 stak H352 dien gehelen ram H6999 H8686 aan H4196 op het altaar H5930 ; het was een brandoffer H5207 tot een liefelijken H7381 reuk H801 , een vuuroffer H3068 was het den HEERE H3068 , gelijk als de HEERE H4872 Mozes H6680 H8765 geboden had.
  22 H8145 Daarna deed hij den anderen H352 ram H352 , den ram H4394 des vuloffers H7126 H8686 , bijbrengen H175 ; en Aaron H1121 met zijn zonen H5564 H8799 leiden H3027 hun handen H7218 op het hoofd H352 van den ram.
  23 H7819 H8799 En men slachtte H4872 [hem]; en Mozes H3947 H8799 nam H1818 van zijn bloed H5414 H8799 , en deed H8571 het op het lapje H175 van Aarons H3233 H241 rechteroor H931 , en op den duim H3233 H3027 zijner rechterhand H931 , en op den groten teen H3233 H7272 van zijn rechtervoet.
  24 H7126 H0 Hij deed H1121 ook de zonen H175 van Aaron H7126 H8686 naderen H4872 ; en Mozes H5414 H8799 deed H1818 van dat bloed H8571 op het lapje H3233 H241 van hun rechteroor H931 , en op den duim H3233 H3027 van hun rechterhand H931 , en op den groten teen H3233 H7272 van hun rechtervoet H2236 H8799 ; daarna sprengde H4872 Mozes H1818 dat bloed H5439 rondom H4196 op het altaar.
  25 H3947 H8799 En hij nam H2459 het vet H451 , en den staart H2459 , en al het vet H7130 , dat aan het ingewand H3508 is, en het net H3516 der lever H8147 , en de beide H3629 nieren H2459 , en haar vet H3225 H7785 , daartoe den rechterschouder.
  26 H3947 H8804 Ook nam hij H5536 uit den korf H4682 van de ongezuurde H6440 [broden], die voor het aangezicht H3068 des HEEREN H259 was, een H4682 ongezuurde H2471 koek H8081 , en een geolieden H2471 H3899 broodkoek H259 , en een H7550 vlade H7760 H8799 ; en hij leide H2459 ze op dat vet H3225 H7785 , en op den rechterschouder.
  27 H5414 H8799 En hij gaf H3709 dat alles in de handen H175 van Aaron H3709 , en in de handen H1121 zijner zonen H5130 H8686 ; en bewoog H8573 die ten beweegoffer H6440 , voor het aangezicht H3068 des HEEREN.
  28 H3947 H8799 Daarna nam H4872 Mozes H3709 ze uit hun handen H6999 H8686 , en stak ze aan H4196 op het altaar H5930 , op het brandoffer H4394 ; zij waren vulofferen H5207 tot een liefelijken H7381 reuk H801 ; het was een vuuroffer H3068 den HEERE.
  29 H3947 H8799 Voorts nam H4872 Mozes H2373 de borst H5130 H8686 , en bewoog H8573 ze ten beweegoffer H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H4872 ; zij werd Mozes H4490 ten dele H352 van den ram H4394 des vuloffers H3068 , gelijk als de HEERE H4872 Mozes H6680 H8765 geboden had.
  30 H4872 Mozes H3947 H8799 nam H4888 H8081 ook van de zalfolie H1818 , en van het bloed H4196 , hetwelk op het altaar H5137 H8686 was, en sprengde H175 het op Aaron H899 , op zijn klederen H1121 , en op zijn zonen H899 , en op de klederen H1121 zijner zonen H6942 H8762 met hem; en hij heiligde H175 Aaron H899 , zijn klederen H1121 , en zijn zonen H899 , en de klederen H1121 zijner zonen met hem.
  31 H4872 En Mozes H559 H8799 zeide H175 tot Aaron H1121 en tot zijn zonen H1310 H8761 : Ziedt H1320 dat vlees H6607 voor de deur H168 van de tent H4150 der samenkomst H398 H8799 , en eet H3899 hetzelve daar, mitsgaders het brood H5536 , dat in den korf H4394 des vuloffers H6680 H8765 is; gelijk als ik geboden heb H559 H8800 , zeggende H175 : Aaron H1121 en zijn zonen H398 H8799 zullen dat eten.
  32 H3498 H8737 Maar het overige H1320 van het vlees H3899 en van het brood H784 zult gij met vuur H8313 H8799 verbranden.
  33 H6607 Ook zult gij uit de deur H168 van de tent H4150 der samenkomst H7651 , zeven H3117 dagen H3318 H8799 , niet uitgaan H4390 H8800 , tot aan den dag, dat vervuld worden H3117 de dagen H4394 uws vuloffers H7651 ; want zeven H3117 dagen H3027 zal men uw handen H4390 H8762 vullen.
  34 H6213 H8804 Gelijk men gedaan heeft H3117 op dezen dag H3068 , heeft de HEERE H6213 H8800 te doen H6680 H8765 geboden H3722 H8763 , om voor u verzoening te doen.
  35 H6607 Gij zult dan aan de deur H168 van de tent H4150 der samenkomst H3427 H8799 blijven H3119 , dag H3915 en nacht H7651 , zeven H3117 dagen H4931 , en zult de wacht H3068 des HEEREN H8104 H8804 waarnemen H4191 H8799 , opdat gij niet sterft H6680 H8795 ; want alzo is het mij geboden.
  36 H175 Aaron H1121 nu en zijn zonen H6213 H8799 deden H1697 al de dingen H3068 , die de HEERE H3027 door den dienst H4872 van Mozes H6680 H8765 geboden had.