Leviticus 13:3-46

DSV_Strongs(i)
  3 H3548 En de priester H5061 zal de plaag H5785 in het vel H1320 des vleses H7200 H8804 bezien H8181 ; zo het haar H5061 in die plaag H3836 [in] wit H2015 H8804 veranderd is H4758 , en het aanzien H5061 der plaag H6013 dieper H5785 is dan het vel H1320 zijns vleses H5061 , het is de plaag H6883 der melaatsheid H3548 ; als de priester H7200 H8804 hem bezien zal hebben H2930 H8765 , dan zal hij hem onrein verklaren.
  4 H934 Maar zo de blaar H5785 in het vel H1320 zijn vleses H3836 wit H4758 is, en haar aanzien H6013 niet dieper H5785 is dan het vel H8181 , en het haar H3836 niet [in] wit H2015 H8804 veranderd is H3548 , zo zal de priester H5061 hem, die de plaag H7651 heeft, zeven H3117 dagen H5462 H8689 opsluiten.
  5 H3548 Daarna zal de priester H7637 op den zevenden H3117 dag H7200 H8804 hem bezien H5061 ; indien, ziet, de plaag H5869 , naar dat hij zien kan H5975 H8804 , is staande gebleven H5061 , [en] de plaag H5785 in het vel H6581 H8804 niet uitgespreid is H3548 , zo zal de priester H7651 hem zeven H8145 andere H3117 dagen H5462 H8689 opsluiten.
  6 H3548 En de priester H8145 zal hem andermaal H7637 op den zevenden H3117 dag H7200 H8804 bezien H5061 ; indien, ziet, de plaag H3544 ingetrokken H5061 , en de plaag H5785 in het vel H6581 H8804 niet uitgespreid is H3548 , zo zal de priester H2891 H8765 hem rein verklaren H4556 ; het was een verzwering H899 ; en hij zal zijn klederen H3526 H8765 wassen H2891 H8804 , zo is hij rein.
  7 H4556 Maar zo de verzwering H5785 in het vel H6581 H8800 ganselijk H6581 H8799 uitgespreid is H310 , nadat H3548 hij aan den priester H2893 tot zijn reiniging H7200 H8736 zal vertoond zijn H8145 , zo zal hij andermaal H3548 aan den priester H7200 H8738 vertoond worden.
  8 H3548 Indien de priester H7200 H8804 merken zal H4556 , dat, ziet, de verzwering H5785 in het vel H6581 H8804 uitgespreid is H3548 , zo zal de priester H2930 H8765 hem onrein verklaren H6883 ; het is melaatsheid.
  9 H5061 Wanneer de plaag H6883 der melaatsheid H120 in een mens H3548 zal zijn, zo zal hij tot den priester H935 H8717 gebracht worden.
  10 H3548 Indien de priester H7200 H8804 merken zal H3836 , dat, ziet, een wit H7613 gezwel H5785 in het vel H8181 is, hetwelk het haar H3836 in wit H2015 H8804 veranderd heeft H4241 , en gezondheid H2416 van levend H1320 vlees H7613 in dat gezwel is;
  11 H3462 H8737 Dat is een verouderde H6883 melaatsheid H5785 in het vel H1320 zijns vleses H3548 ; daarom zal hem de priester H2930 H8765 onrein verklaren H5462 H8686 ; hij zal hem niet doen opsluiten H2931 , want hij is onrein.
  12 H6883 En zo de melaatsheid H5785 in het vel H6524 H8800 ganselijk H6524 H8799 uitbot H6883 , en de melaatsheid H5785 het gehele vel H5061 desgenen, die de plaag H7218 heeft, van zijn hoofd H7272 tot zijn voeten H3680 H8765 , bedekt heeft H4758 , naar al het gezicht H5869 van de ogen H3548 des priesters;
  13 H3548 En de priester H7200 H8804 merken zal H6883 , dat, ziet, de melaatsheid H1320 zijn gehele vlees H3680 H8765 bedekt heeft H5061 , zo zal hij hem, die de plaag H2891 H8765 heeft, rein verklaren H3836 ; zij is geheel in wit H2015 H8804 veranderd H2889 ; hij is rein.
  14 H3117 Maar ten welken dage H2416 levend H1320 vlees H7200 H8736 daarin gezien zal worden H2930 H8799 , zal hij onrein zijn.
  15 H3548 Als dan de priester H2416 dat levende H1320 vlees H7200 H8804 gezien zal hebben H2930 H8765 , zal hij hem onrein verklaren H2416 ; dat levende H1320 vlees H2931 is onrein H6883 ; het is melaatsheid.
  16 H2416 Of als dat levende H1320 vlees H7725 H8799 verkeert H3836 , en in wit H2015 H8738 veranderd zal worden H3548 , zo zal hij tot den priester H935 H8804 komen.
  17 H3548 Als de priester H7200 H8804 hem bezien zal hebben H5061 , dat, ziet, de plaag H3836 in wit H2015 H8738 veranderd is H3548 , zo zal de priester H5061 hem, die de plaag H2891 H8765 heeft, rein verklaren H2889 ; hij is rein.
  18 H1320 Het vlees H3588 ook, als H5785 in deszelfs vel H7822 een zweer H7495 H8738 zal geweest zijn, zo het genezen is;
  19 H4725 En in de plaats H7822 van die zweer H3836 een wit H7613 gezwel H3836 , of een witte H125 roodachtige H934 blaar H3548 worden zal, zo zal het aan den priester H7200 H8738 vertoond worden.
  20 H3548 Indien de priester H7200 H8804 merken zal H4758 , dat, ziet, haar aanzien H8217 lager H5785 is dan het vel H8181 , en derzelver haar H3836 in wit H2015 H8804 veranderd is H3548 , zo zal de priester H2930 H8765 hem onrein verklaren H5061 ; het is de plaag H6883 der melaatsheid H7822 , zij is door de zweer H6524 H8804 uitgebot.
  21 H3548 Wanneer nu de priester H7200 H8799 die bezien zal hebben H3836 , dat, ziet, geen wit H8181 haar H8217 daaraan is, en die niet lager H5785 dan het vel H3544 , maar ingetrokken H3548 is, zo zal de priester H7651 hem zeven H3117 dagen H5462 H8689 opsluiten.
  22 H6581 H8800 Zo zij daarna gans H5785 in het vel H6581 H8799 uitgespreid zal zijn H3548 , zo zal de priester H2930 H8765 hem onrein verklaren H5061 ; het is de plaag.
  23 H934 Maar indien de blaar H5975 H8799 in haar plaats zal staande blijven H6581 H8804 , niet uitgespreid zijnde H6867 , het is de roof H7822 van die zweer H3548 , zo zal de priester H2891 H8765 hem rein verklaren;
  24 H5785 Of wanneer in het vel H1320 des vleses H784 een vurige H4348 brand H4241 zal geweest zijn, en het gezonde H4348 van dien brand H3836 een witte H125 roodachtige H3836 of witte H934 blaar is;
  25 H3548 En de priester H7200 H8804 die gezien zal hebben H8181 , dat, ziet, het haar H934 op de blaar H3836 in wit H2015 H8738 veranderd is H4758 , en haar aanzien H6013 dieper H5785 is dan het vel H6883 ; het is melaatsheid H4348 , door den brand H6524 H8804 is zij uitgebot H3548 ; daarom zal hem de priester H2930 H8765 onrein verklaren H5061 ; het is de plaag H6883 der melaatsheid.
  26 H3548 Maar indien de priester H7200 H8799 die merken zal H934 , dat, ziet, op de blaar H3836 geen wit H8181 haar H8217 is, en zij niet lager H5785 dan het vel H3544 , maar ingetrokken H3548 is, zo zal de priester H7651 hem zeven H3117 dagen H5462 H8689 opsluiten.
  27 H3548 Daarna zal de priester H7637 hem op den zevenden H3117 dag H7200 H8804 bezien H6581 H8800 ; indien zij gans H6581 H8799 uitgespreid is H5785 in het vel H3548 , zo zal de priester H2930 H8765 hem onrein verklaren H5061 ; het is de plaag H6883 der melaatsheid.
  28 H934 Maar indien de blaar H5975 H8799 in haar plaats staande zal blijven H5785 , noch in het vel H6581 H8804 uitgespreid H3544 , maar ingetrokken zal zijn H7613 , het is een gezwel H4348 van den brand H3548 ; daarom zal de priester H2891 H8765 hem rein verklaren H6867 , want het is de roof H4348 van den brand.
  29 H376 Verder, als in een man H802 of vrouw H5061 een plaag H7218 zal zijn in het hoofd H2206 , of in den baard;
  30 H3548 En de priester H5061 de plaag H7200 H8804 zal bezien hebben H4758 , dat, ziet, haar aanzien H6013 dieper H5785 is dan het vel H6669 , en geelachtig H1851 dun H8181 haar H3548 daarop is, zo zal de priester H2930 H8765 hem onrein verklaren H5424 ; het is schurftheid H6883 , het is melaatsheid H7218 van het hoofd H2206 of van den baard.
  31 H3548 Maar als de priester H5061 de plaag H5424 der schurftheid H7200 H8799 zal bezien hebben H4758 , dat, ziet, haar aanzien H6013 niet dieper H5785 is dan het vel H7838 , en geen zwart H8181 haar H3548 daarop is, zo zal de priester H5061 hem, die de plaag H5424 der schurftheid H7651 heeft, zeven H3117 dagen H5462 H8689 doen opsluiten.
  32 H3548 Daarna zal de priester H5061 die plaag H7637 op den zevenden H3117 dag H7200 H8804 bezien H5424 ; indien, ziet, de schurftheid H6581 H8804 niet uitgespreid H6669 , en daarop geen geelachtig H8181 haar H4758 is, noch het aanzien H5424 der schurftheid H6013 dieper H5785 dan het vel is;
  33 H1548 H8694 Zo zal hij zich scheren laten H5424 ; maar de schurftheid H1548 H8762 zal hij niet scheren H3548 ; en de priester H5424 zal hem, die de schurftheid H8145 heeft, andermaal H7651 zeven H3117 dagen H5462 H8689 doen opsluiten.
  34 H3548 Daarna zal de priester H5424 die schurftheid H7637 op den zevenden H3117 dag H7200 H8804 bezien H5424 ; indien, ziet, de schurftheid H5785 in het vel H6581 H8804 niet uitgespreid is H4758 , en haar aanzien H6013 niet dieper H5785 is dan het vel H3548 , zo zal de priester H2891 H8765 hem rein verklaren H899 ; en hij zal zijn klederen H3526 H8765 wassen H2891 H8804 , en rein zijn.
  35 H5424 Maar indien de schurftheid H5785 in het vel H6581 H8800 gans H6581 H8799 uitgespreid is H310 , na H2893 zijn reiniging;
  36 H3548 En de priester H7200 H8804 hem zal bezien hebben H5424 , dat, ziet, de schurftheid H5785 in het vel H6581 H8804 uitgespreid is H3548 , de priester H6669 zal naar het geelachtig H8181 haar H1239 H8762 niet zoeken H2931 ; hij is onrein.
  37 H5424 Maar indien die schurftheid H5869 , naar dat hij zien kan H5975 H8804 , is staande gebleven H7838 , en zwart H8181 haar H6779 H8804 daarop gewassen is H5424 , die schurftheid H7495 H8738 is genezen H2889 , hij is rein H3548 ; daarom zal de priester H2891 H8765 hem rein verklaren.
  38 H376 Verder als een man H802 , of vrouw H5785 , aan het vel H1320 van hun vlees H934 blaren H3836 zullen hebben, witte H934 blaren;
  39 H3548 En de priester H7200 H8804 zal gemerkt hebben H3544 , dat, ziet, ingetrokken H3836 witte H934 blaren H5785 in het vel H1320 van hun vlees H933 zijn; het is een witte puist H5785 in het vel H6524 H8804 uitgebot H2889 , hij is rein.
  40 H3588 En als H376 een man H7218 zijn hoofdhaar H4803 H8735 zal uitgevallen zijn H7142 , hij is kaal H2889 , hij is rein.
  41 H6285 En zo van de zijde H6440 zijns aangezichts H4803 H0 het haar H7218 van zijn hoofd H4803 H8735 zal uitgevallen zijn H1371 , hij is bles H2889 , hij is rein.
  42 H7146 Maar zo in de kaalheid H1372 , of in de blesse H3836 , een witte H125 roodachtige H5061 plaag H6883 is, dat is melaatsheid H6524 H8802 , uitbottende H7146 in zijn kaalheid H1372 , of in zijn blesse.
  43 H3548 Als de priester H7200 H8804 hem zal bezien hebben H7613 , dat, ziet, het gezwel H5061 van die plaag H7146 in zijn kaalheid H1372 , of blesse H3836 , wit H125 roodachtig H4758 is, gelijk het aanzien H6883 der melaatsheid H5785 van het vel H1320 des vleses;
  44 H376 Die man H6879 H8803 is melaats H2931 , hij is onrein H3548 ; de priester H2930 H8763 zal hem ganselijk H2930 H8762 onrein verklaren H5061 , zijn plaag H7218 is op zijn hoofd.
  45 H899 Voorts zullen de klederen H6879 H8803 des melaatsen H5061 , in wien die plaag H6533 H8803 is, gescheurd zijn H7218 , en zijn hoofd H6544 H8803 zal ontbloot zijn H8222 , en hij zal de bovenste lip H5844 H8799 bewimpelen H7121 H8799 ; daartoe zal hij roepen H2931 : Onrein H2931 , onrein!
  46 H3117 Al de dagen H5061 , in welke deze plaag H2930 H8799 aan hem zal zijn, zal hij onrein zijn H2931 ; onrein H910 is hij, hij zal alleen H3427 H8799 wonen H2351 ; buiten H4264 het leger H4186 zal zijn woning wezen.