Joshua 2:1-22

DSV_Strongs(i)
  1 H3091 Jozua H1121 nu, de zoon H5126 van Nun H8147 , had twee H582 mannen H2791 , die heimelijk H7270 H8764 verspieden zouden H7971 H8799 , gezonden H4480 van H7851 Sittim H559 H8800 , zeggende H3212 H8798 : Gaat heen H7200 H8798 , bezichtigt H776 het land H3405 en Jericho H3212 H8799 . Zij dan gingen H935 H8799 , en kwamen H802 ten huize H1004 van een vrouw H2181 H8802 , een hoer H8034 , wier naam H7343 was Rachab H7901 H8799 , en zij sliepen H8033 daar.
  2 H4428 Toen werd den koning H3405 te Jericho H559 H8735 geboodschapt H559 H8800 , zeggende H2009 : Zie H3915 , in dezen nacht H2008 zijn hier H582 mannen H935 H8804 gekomen H4480 van H1121 de kinderen H3478 Israels H776 , om dit land H2658 H8800 te doorzoeken.
  3 H7971 H8799 Daarom zond H4428 de koning H3405 van Jericho H413 tot H7343 Rachab H559 H8800 , zeggende H3318 H8685 : Breng H582 de mannen H413 uit, die tot H935 H8802 u gekomen zijn H834 , die H1004 te uwen huize H935 H8804 gekomen zijn H3588 ; want H935 H8804 zij zijn gekomen H3605 , om het ganse H776 land H2658 H8800 te doorzoeken.
  4 H802 Maar die vrouw H8147 had die beide H582 mannen H3947 H8799 genomen H6845 H8799 , en zij had hen verborgen H559 H8799 ; en zeide H3651 aldus H582 : Er zijn mannen H413 tot H935 H8804 mij gekomen H3045 H8804 , maar ik wist H3808 niet H4480 , van H370 waar zij waren.
  5 H1961 H8799 En het geschiedde H8179 , als men de poort H5462 H8800 zou sluiten H2822 , als het duister H582 was, dat die mannen H3318 H8804 uitgingen H3045 H8804 ; ik weet H3808 niet H575 , waarheen H582 die mannen H1980 H8804 gegaan zijn H7291 H8798 ; jaagt H4118 hen haastelijk H310 na H3588 , want H5381 H8686 gij zult ze achterhalen.
  6 H1931 Maar zij H1406 had hen op het dak H5927 H8689 doen klimmen H2934 H8799 , en zij had hen verstoken H6086 H6593 onder de vlasstoppelen H5921 , die van haar op H1406 het dak H6186 H8803 beschikt waren.
  7 H582 Die mannen H7291 H8804 nu jaagden H310 hen na H1870 op den weg H3383 van de Jordaan H5921 , tot aan H4569 de veren H5462 H8804 ; en men sloot H8179 de poort H310 H834 toe, nadat H3318 H8804 zij uitgegaan waren H7291 H8802 H310 , die hen najaagden.
  8 H2962 Eer H1992 zij H7901 H8799 nu sliepen H5927 H8804 , zo klom H1931 zij H5921 tot H5921 hen op, op H1406 het dak.
  9 H559 H8799 En zij sprak H413 tot H582 die mannen H3045 H8804 : Ik weet H3588 , dat H3068 de HEERE H776 u dit land H5414 H8804 gegeven heeft H3588 , en dat H367 ulieder verschrikking H5921 op H5307 H8804 ons gevallen is H3588 , en dat H3605 al H3427 H8802 de inwoners H776 dezes lands H4480 voor H6440 ulieder aangezicht H4127 H8738 gesmolten zijn.
  10 H3588 Want H8085 H8804 wij hebben gehoord H834 , dat H3068 de HEERE H4325 de wateren H5488 H3220 der Schelfzee H3001 H8689 uitgedroogd heeft H4480 voor H6440 ulieder aangezicht H4480 , toen gij uit H4714 Egypte H3318 H8800 gingt H834 ; en wat H8147 gijlieden aan de twee H4428 koningen H567 der Amorieten H5511 , Sihon H5747 en Og H6213 H8804 , gedaan hebt H834 , die H5676 op gene zijde H3383 van de Jordaan H834 waren, dewelke H2763 H8689 gijlieden verbannen hebt.
  11 H8085 H8799 Als wij het hoorden H4549 H8735 , zo versmolt H3824 ons hart H6965 H8804 , en er bestaat H3808 geen H7307 moed H5750 meer H376 in iemand H4480 , vanwege H6440 ulieder tegenwoordigheid H3588 ; want H3068 de HEERE H430 , ulieder God H1931 , is H430 een God H4480 H4605 boven H8064 in den hemel H4480 H8478 , en beneden H5921 op H776 de aarde.
  12 H6258 Nu dan H7650 H8734 , zweert H4994 mij toch H3068 bij den HEERE H3588 , dewijl H2617 ik weldadigheid H5973 aan H6213 H8804 ulieden gedaan heb H859 , dat gij H1571 ook H2617 weldadigheid H6213 H8804 doen zult H5973 aan H1 mijns vaders H1004 huis H5414 H8804 , en geeft H571 H226 mij een waarteken,
  13 H1 Dat gij mijn vader H517 en mijn moeder H2421 H8689 in het leven zult behouden H251 , als ook mijn broeders H269 en mijn zusters H3605 , met alles H834 , wat H5315 zij hebben; en dat gij onze zielen H4480 van H4194 den dood H5337 H8689 redden zult.
  14 H559 H8799 Toen spraken H582 die mannen H5315 tot haar: Onze ziel H4191 H8800 zij voor ulieden om te sterven H518 , indien H2088 gijlieden deze H1697 onze zaak H3808 niet H5046 H8686 te kennen geeft H1961 H8804 ; het zal dan geschieden H3068 , wanneer de HEERE H776 ons dit land H5414 H8800 geeft H5973 , zo zullen wij aan H2617 u weldadigheid H571 en trouw H6213 H8804 bewijzen.
  15 H3381 H8686 Zij liet hen dan neder H2256 met een zeel H1157 door H2474 het venster H3588 ; want H1004 haar huis H7023 H2346 was op den stadsmuur H1931 ; en zij H3427 H8802 woonde H2346 op den muur.
  16 H559 H8799 En zij zeide H3212 H8798 tot hen: Gaat H2022 op het gebergte H6435 , opdat niet misschien H7291 H8802 de vervolgers H6293 H8799 u ontmoeten H2247 H8738 , en verbergt u H8033 aldaar H7969 drie H3117 dagen H5704 , totdat H7291 H8802 de vervolgers H7725 H8800 wedergekeerd zullen zijn H3212 H8799 ; en gaat H310 daarna H1870 uw weg.
  17 H559 H8799 Ook zeiden H582 die mannen H413 tot H587 haar: Wij H5355 zullen onschuldig H4480 zijn van H2088 dezen H7621 uw eed H834 , dien H7650 H8689 gij ons hebt doen zweren;
  18 H2009 Zie H587 , wanneer wij H776 in het land H935 H8802 komen H2088 , zo zult gij dit H8615 snoer H8144 H2339 van scharlakendraad H2474 aan het venster H7194 H8799 binden H834 , door hetwelk H3381 H8689 gij ons zult nedergelaten hebben H413 ; en gij zult tot H1004 u in het huis H622 H8799 vergaderen H1 uw vader H517 , en uw moeder H251 , en uw broeders H3605 , en het ganse H1004 huisgezin H1 uws vaders.
  19 H1961 H8804 Zo zal het geschieden H3605 , al H834 wie H4480 uit H1817 de deuren H1004 van uw huis H2351 naar buiten H3318 H8799 gaan zal H1818 , zijn bloed H7218 zij op zijn hoofd H587 , en wij H5355 zullen onschuldig H3605 zijn; maar al H834 wie H854 bij H1004 u in het huis H1961 H8799 zijn zal H1818 , diens bloed H7218 zij op ons hoofd H518 , indien H3027 een hand H1961 H8799 tegen hem zijn zal!
  20 H518 Maar indien H2088 gij deze H1697 onze zaak H5046 H8686 te kennen zult geven H5355 , zo zullen wij onschuldig H1961 H8804 zijn H4480 van H7621 uw eed H834 , dien H7650 H8689 gij ons hebt doen zweren.
  21 H559 H8799 Zij nu zeide H1931 : Het H3651 zij alzo H1697 naar uw woorden H7971 H8762 . Toen liet zij hen gaan H3212 H8799 ; en zij gingen heen H7194 H8799 ; en zij bond H8144 H8615 het scharlakensnoer H2474 aan het venster.
  22 H3212 H8799 Zij dan gingen heen H935 H8799 , en kwamen H2022 op het gebergte H3427 H8799 , en bleven H8033 aldaar H7969 drie H3117 dagen H5704 , totdat H7291 H8802 de vervolgers H7725 H8804 wedergekeerd waren H7291 H8802 ; want de vervolgers H3605 hadden hen op al H1870 den weg H1245 H8762 gezocht H3808 , maar niet H4672 H8804 gevonden.