DSV_Strongs(i)
3
H2708
Want de inzettingen
H5971
der volken
H1892
zijn ijdelheid
H6086
; want het is hout
H3293
, dat men uit het woud
H3772 H8804
gehouwen heeft
H4639
, een werk
H2796
van des werkmeesters
H3027
handen
H4621
met de bijl.
4
H3302 H8762
Men pronkt het op
H3701
met zilver
H2091
en met goud
H2388 H8762
; zij hechten
H4548
ze met nagelen
H4717
en met hameren
H6328 H8686
, opdat het niet waggele.
5
H8560
Zij zijn gelijk een palmboom
H4749
van dicht werk
H1696 H8762
, maar kunnen niet spreken
H5375 H8800
; zij moeten
H5375 H8735
gedragen worden
H6805 H8799
, want zij kunnen niet gaan
H3372 H8799
; vreest
H7489 H8686
niet voor hen, want zij kunnen geen kwaad doen
H3190 H8687
, ook is er geen goeddoen bij hen.
6
H3068
Omdat niemand U gelijk is, o HEERE
H1419
! zo zijt Gij groot
H1419
, en groot
H8034
is Uw Naam
H1369
in mogendheid.
7
H3372 H8799
Wie zou U niet vrezen
H4428
, Gij Koning
H1471
der heidenen
H2969 H8804
? Want het komt U toe
H2450
; omdat toch onder alle wijzen
H1471
der heidenen
H4438
, en in hun ganse koninkrijk, niemand U gelijk is.
8
H259
In een
H1197 H8799
ding zijn zij toch onvernuftig
H3688 H8799
en zot
H6086
: een hout
H4148
is een onderwijs
H1892
der ijdelheden.
9
H7554 H8794
Uitgerekt
H3701
zilver
H8659
wordt van Tarsis
H935 H8714
gebracht
H2091
, en goud
H210
van Ufaz
H4639
, [tot] [een] werk
H2796
des werkmeesters
H3027
en van de handen
H6884 H8802
des goudsmids
H8504
; hemelsblauw
H713
en purper
H3830
is hun kleding
H4639
, een werk
H2450
der wijzen zijn zij al te zamen.