DSV_Strongs(i)
9
H7585
De hel
H7264 H8804
van onderen was beroerd
H7125 H8800
om uwentwil, om [u] tegemoet te gaan
H935 H8800
, als gij kwaamt
H5782 H0
; zij wekt
H7496
om uwentwil de doden
H5782 H8790
op
H6260
, al de bokken
H776
der aarde
H4428
; zij doet al de koningen
H1471
der heidenen
H3678
van hun tronen
H6965 H8689
opstaan.
10
H6030 H8799
Die altegader zullen antwoorden
H559 H8799
, en tot u zeggen
H2470 H8795
: Gij zijt ook krank geworden
H4911 H8738
, gelijk wij, gij zijt ons gelijk geworden.
11
H1347
Uw hovaardij
H7585
is in de hel
H3381 H8717
nedergestort
H1998
, [met] het geklank
H5035
uwer luiten
H7415
; de maden
H3331 H8714
zullen onder u gestrooid worden
H8438
, en de wormen
H4374
zullen u bedekken.
12
H8064
Hoe zijt gij uit den hemel
H5307 H8804
gevallen
H1966
, o morgenster
H1121
, gij zoon
H7837 H8676 H3213 H8685
des dageraads
H776
! [hoe] zijt gij ter aarde
H1438 H8738
nedergehouwen
H1471
, gij, die de heidenen
H2522 H8802
krenktet!
13
H559 H8804
En zeidet
H3824
in uw hart
H8064
: Ik zal ten hemel
H5927 H8799
opklimmen
H3678
, ik zal mijn troon
H4605
boven
H3556
de sterren
H410
Gods
H7311 H8686
verhogen
H3427 H8799
; en ik zal mij zetten
H2022
op den berg
H4150
der samenkomst
H3411
aan de zijden
H6828
van het noorden.