DSV_Strongs(i)
18
H4279
Zie, Ik zal morgen
H6256
omtrent dezen tijd
H3966
een zeer
H3515
zwaren
H1259
hagel
H4305 H8688
doen regenen
H3644
, desgelijks
H4714
in Egypte
H7760 H8804
niet geweest is
H4480
van
H3117
dien dag
H3245 H8736
af, dat het gegrond is, tot nu toe.
19
H7971 H8798
En nu, zend heen
H5756 H8685
, vergader
H4735
uw vee
H7704
, en alles wat gij op het veld
H120
hebt; alle mens
H929
en gedierte
H7704
, dat op het veld
H4672 H8735
gevonden zal worden
H1004
, en niet in huis
H622 H8735
verzameld zal zijn
H1259
, als deze hagel
H3381 H8804
op hen vallen zal
H4191 H8804
, zo zullen zij sterven.
20
H6547
Wie onder Farao's
H5650
knechten
H3068
des HEEREN
H1697
woord
H3373
vreesde
H5650
, die deed zijn knechten
H4735
en zijn vee
H1004
in de huizen
H5127 H8689
vlieden;
21
H3820
Doch die zijn hart
H7760 H8804
niet zette
H3068
tot des HEEREN
H1697
woord
H5800 H8799
, die liet
H5650
zijn knechten
H4735
en zijn vee
H7704
op het veld.
22
H559 H8799
Toen zeide
H3068
de HEERE
H4872
tot Mozes
H5186 H8798
: Strek
H3027
uw hand
H8064
uit naar den hemel
H1259
, en er zal hagel
H776 H4714
zijn in het ganse Egypteland
H120
; over de mensen
H929
, en over het vee
H6212
, en over al het kruid
H7704
des velds
H776 H4714
in Egypteland.
23
H5186 H8799
Toen strekte
H4872
Mozes
H4294
zijn staf
H8064
naar den hemel
H3068
; en de HEERE
H5414 H8804
gaf
H6963
donder
H1259
en hagel
H784
, en het vuur
H1980 H8799
schoot
H776
naar de aarde
H3068
; en de HEERE
H1259
liet hagel
H4305 H8686
regenen
H776 H4714
over Egypteland.
24
H1259
En er was hagel
H784
, en vuur
H8432
in het midden
H1259
des hagels
H3947 H8693
vervangen
H3966
; hij was zeer
H3515
zwaar
H776 H4714
; desgelijks is in het ganse Egypteland
H3808
nooit
H1471
geweest, sedert het tot een volk geweest is.
25
H1259
En de hagel
H5221 H8686
sloeg
H776 H4714
, in het ganse Egypteland
H7704
, alles wat op het veld
H120
was, van de mensen
H929
af tot de beesten
H5221 H8689
toe; ook sloeg
H1259
de hagel
H6212
al het kruid
H7704
des velds
H7665 H8765
, en verbrak
H6086
al het geboomte
H7704
des velds.
26
H776
Alleen in het land
H1657
Gosen
H1121
, waar de kinderen
H3478
Israels
H1259
waren, daar was geen hagel.
27
H7971 H8799
Toen schikte
H6547
Farao
H7121 H8799
heen, en hij riep
H4872
Mozes
H175
en Aaron
H559 H8799
, en zeide
H6471
tot hen: Ik heb mij ditmaal
H2398 H8804
verzondigd
H3068
; de HEERE
H6662
is rechtvaardig
H5971
; ik daarentegen en mijn volk
H7563
zijn goddelozen!
28
H6279 H8685
Bidt vuriglijk
H3068
tot den HEERE
H7227
(want het is genoeg
H6963
), dat geen donder
H430
Gods
H1259
noch hagel
H7971 H8762
meer zij; dan zal ik ulieden trekken laten
H3254 H8686
, en gij zult niet langer
H5975 H8800
blijven.
29
H559 H8799
Toen zeide
H4872
Mozes
H5892
tot hem: Wanneer ik ter stad
H3318 H8800
uitgegaan zal zijn
H3709
, zo zal ik mijn handen
H6566 H8799
uitbreiden
H3068
voor den HEERE
H6963
; de donder
H2308 H8799
zal ophouden
H1259
, en de hagel
H3045 H8799
zal niet meer zijn; opdat gij weet
H776
, dat de aarde
H3068
des HEEREN is!
30
H5650
Nochtans u en uw knechten
H3045 H8804
aangaande, weet ik
H6440
, dat gijlieden voor het aangezicht
H3068
van den HEERE
H430
God
H3372 H8799
nog niet vrezen zult.
31
H6594
Het vlas
H8184
nu, en de gerst
H5221 H8795
werd geslagen
H8184
; want de gerst
H24
was in de aar
H6594
, en het vlas
H1392
was in den halm.
32
H2406
Maar de tarwe
H3698
en de spelt
H5221 H8795
werden niet geslagen
H2007
; want zij
H648
waren bedekt.