DSV_Strongs(i)
29
H3068
Wanneer de HEERE
H430
, uw God
H6440
, voor uw aangezicht
H3772 H8686
zal hebben uitgeroeid
H1471
de volken
H935 H8802
, naar dewelke gij heengaat
H3423 H8800
, om die erfelijk te bezitten
H3423 H8804
; en gij die erfelijk zult bezitten
H776
, en in hun land
H3427 H8804
wonen;
30
H8104 H8734
Wacht u
H5367 H8735
, dat gij niet verstrikt wordt
H310
achter
H310
hen, nadat
H6440
zij voor uw aangezicht
H8045 H8736
zullen verdelgd zijn
H1875 H8799
; en dat gij niet vraagt
H430
naar hun goden
H559 H8800
, zeggende
H1471
: Gelijk als deze volken
H430
hun goden
H5647 H8799
gediend hebben
H1571
, alzo zal ik ook
H6213 H8799
doen.
31
H6213 H8799
Gij zult alzo niet doen
H3068
den HEERE
H430
, uw God
H3068
; want al wat den HEERE
H8441
een gruwel
H8130 H8804
is, dat Hij haat
H430
, hebben zij hun goden
H6213 H8804
gedaan
H1121
; want zij hebben ook hun zonen
H1323
en hun dochteren
H784
met vuur
H8313 H8799
verbrand
H430
voor hun goden.