Deuteronomy 12:29-31

DSV_Strongs(i)
  29 H3068 Wanneer de HEERE H430 , uw God H6440 , voor uw aangezicht H3772 H8686 zal hebben uitgeroeid H1471 de volken H935 H8802 , naar dewelke gij heengaat H3423 H8800 , om die erfelijk te bezitten H3423 H8804 ; en gij die erfelijk zult bezitten H776 , en in hun land H3427 H8804 wonen;
  30 H8104 H8734 Wacht u H5367 H8735 , dat gij niet verstrikt wordt H310 achter H310 hen, nadat H6440 zij voor uw aangezicht H8045 H8736 zullen verdelgd zijn H1875 H8799 ; en dat gij niet vraagt H430 naar hun goden H559 H8800 , zeggende H1471 : Gelijk als deze volken H430 hun goden H5647 H8799 gediend hebben H1571 , alzo zal ik ook H6213 H8799 doen.
  31 H6213 H8799 Gij zult alzo niet doen H3068 den HEERE H430 , uw God H3068 ; want al wat den HEERE H8441 een gruwel H8130 H8804 is, dat Hij haat H430 , hebben zij hun goden H6213 H8804 gedaan H1121 ; want zij hebben ook hun zonen H1323 en hun dochteren H784 met vuur H8313 H8799 verbrand H430 voor hun goden.