DSV_Strongs(i)
40
H3947 H8799
En hij nam
H4731
zijn staf
H3027
in zijn hand
H977 H8799
, en hij koos
H2568
zich vijf
H2512
gladde
H68
stenen
H4480
uit
H5158
de beek
H7760 H8799
, en leide
H853
ze
H7462 H8802 H3627
in de herderstas
H834
, die
H3219
hij had, te weten in den zak
H7050
, en zijn slinger
H3027
was in zijn hand
H5066 H8799
; alzo naderde hij
H413
tot
H6430
den Filistijn.
41
H6430
De Filistijn
H3212 H8799
ging ook heen
H1980 H8802
, gaande
H7131
en naderende
H413
tot
H1732
David
H376 H5375 H8802 H6793
, en zijn schilddrager
H6440
[ging] voor zijn aangezicht.
42
H6430
Toen de Filistijn
H5027 H8686
opzag
H1732
, en David
H7200 H8799
zag
H959 H8799
, zo verachtte hij
H3588
hem; want
H1961 H8804
hij was
H5288
een jongeling
H132
, roodachtig
H5973
, mitsgaders
H3303
schoon
H4758
van aanzien.
43
H6430
De Filistijn
H559 H8799
nu zeide
H413
tot
H1732
David
H595
: Ben ik
H3611
een hond
H3588
, dat
H859
gij
H413
tot
H935 H8802
mij komt
H4731
met stokken
H6430
? En de Filistijn
H7043 H8762
vloekte
H1732
David
H430
bij zijn goden.
44
H559 H8799
Daarna zeide
H6430
de Filistijn
H413
tot
H1732
David
H3212 H8798
: Kom
H413
tot
H1320
mij, zo zal ik uw vlees
H5775
aan de vogelen
H8064
des hemels
H5414 H8799
geven
H929
, en aan de dieren
H7704
des velds.
45
H1732
David
H559 H8799
daarentegen zeide
H413
tot
H6430
den Filistijn
H859
: gij
H935 H8802
komt
H413
tot
H2719
mij met een zwaard
H2595
, en met een spies
H3591
, en met een schild
H595
; maar ik
H935 H8802
kom
H413
tot
H8034
u in den Naam
H3068
van den HEERE
H6635
der heirscharen
H430
, den God
H4634
der slagorden
H3478
van Israel
H834
, Dien
H2778 H8765
gij gehoond hebt.
46
H2088
Te dezen
H3117
dage
H3068
zal de HEERE
H5462 H8762
u besluiten
H3027
in mijn hand
H5221 H8689
, en ik zal u slaan
H7218
, en ik zal uw hoofd
H4480 H5921
van
H5493 H8689
u wegnemen
H6297
, en ik zal de dode lichamen
H6430
van der Filistijnen
H4264
leger
H2088
dezen
H3117
dag
H5775
aan de vogelen
H8064
des hemels
H2416
, en aan de beesten
H776
des velds
H5414 H8804
geven
H3605
; en de ganse
H776
aarde
H3045 H8799
zal weten
H3588
, dat
H3478
Israel
H430
een God
H3426
heeft.
47
H2088
En deze
H3605
ganse
H6951
vergadering
H3045 H8799
zal weten
H3588
, dat
H3068
de HEERE
H3808
niet
H2719
door het zwaard
H2595
, noch door de spies
H3467 H8686
verlost
H3588
; want
H4421
de krijg
H3068
is des HEEREN
H853
, Die zal ulieden
H3027
in onze hand
H5414 H8804
geven.
48
H1961 H8804
En het geschiedde
H3588
, toen
H6430
de Filistijn
H6965 H8804
zich opmaakte
H3212 H8799
, en heenging
H1732
, en David
H7125 H8800
tegemoet
H7126 H8799
naderde
H4116 H8762
, zo haastte
H1732
David
H7323 H8799
, en liep
H4634
naar de slagorde
H6430
toe, den Filistijn
H7125 H8800
tegemoet.
49
H1732
En David
H7971 H8799
stak
H3027
zijn hand
H413
in
H3627
de tas
H3947 H8799
, en hij nam
H68
een steen
H4480 H8033
daaruit
H7049 H8762
, en hij slingerde
H5221 H8686
, en trof
H6430
den Filistijn
H413
in
H4696
zijn voorhoofd
H68
; zodat de steen
H2883 H8799
zonk
H4696
in zijn voorhoofd
H5307 H8799
, en hij viel
H5921
op
H6440
zijn aangezicht
H776
ter aarde.
50
H2388 H8799 H4480
Alzo overweldigde
H1732
David
H6430
den Filistijn
H7050
met een slinger
H68
en met een steen
H5221 H8686
; en hij versloeg
H6430
den Filistijn
H4191 H8686
, en doodde
H1732
hem; doch David
H369
had geen
H2719
zwaard
H3027
in de hand.
51
H7323 H8799
Daarom liep
H1732
David
H5975 H8799
, en stond
H413
op
H6430
den Filistijn
H3947 H8799
, en nam
H2719
zijn zwaard
H8025 H8799
, en hij trok
H4480
het uit
H8593
zijn schede
H4191 H8787
, en hij doodde
H3772 H0
hem, en hij hieuw
H7218
hem het hoofd
H3772 H8799
daarmede af
H6430
. Toen de Filistijnen
H7200 H8799
zagen
H3588
, dat
H1368
hun geweldigste
H4191 H8804
dood was
H5127 H8799
, zo vluchtten zij.