DSV_Strongs(i)
16
H4428
En de koning
H559 H8799
zeide
H413
tot
H5704
hem: Tot
H4100
hoe vele
H6471
reizen
H589
zal ik
H7650 H8688
u bezweren
H834
, opdat
H413
gij tot
H3808
mij niet
H1696 H8762
spreekt
H7535
, dan alleen
H571
de waarheid
H8034
, in den Naam
H3068
des HEEREN?
17
H559 H8799
En hij zeide
H7200 H8804
: Ik zag
H3605
het ganse
H3478
Israel
H6327 H8737
verstrooid
H413
op
H2022
de bergen
H6629
, gelijk schapen
H834
, die
H369 H0
geen
H7462 H8802
herder
H369
hebben
H3068
; en de HEERE
H559 H8799
zeide
H428
: Dezen
H3808
hebben geen
H113
heer
H376
; een iegelijk
H7725 H8799
kere weder
H1004
naar zijn huis
H7965
in vrede.
18
H559 H8799
Toen zeide
H4428
de koning
H3478
van Israel
H413
tot
H3092
Josafat
H413
: Heb ik tot
H3808
u niet
H559 H8804
gezegd
H5921
: Hij zal over
H3808
mij niets
H2896
goed
H3588 H518
, maar
H7451
kwaads
H5012 H8691
profeteren?
19
H559 H8799
Verder zeide hij
H3651
: Daarom
H8085 H8798
hoort
H1697
het woord
H3068
des HEEREN
H7200 H8804
: Ik zag
H3068
den HEERE
H3427 H8802
, zittende
H5921
op
H3678
Zijn troon
H3605
, en al
H8064
het hemelse
H6635
heir
H5975 H8802
staande
H5921
nevens
H4480
Hem, aan
H3225
Zijn rechter
H4480
[hand] en aan
H8040
Zijn linkerhand.
20
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H4310
: Wie
H256
zal Achab
H6601 H8762
overreden
H5927 H8799
, dat hij optrekke
H5307 H8799
en valle
H7433
te Ramoth
H1568
in Gilead
H2088
? De een
H559 H8799
nu zeide
H3541
aldus
H2088
, en de andere
H559 H8802
zeide
H3541
alzo.
21
H3318 H0
Toen ging
H7307
een geest
H3318 H8799
uit
H5975 H8799
, en stond
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H559 H8799
, en zeide
H589
: Ik
H6601 H8762
zal hem overreden.
22
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H413
tot
H4100
hem: Waarmede
H559 H8799
? En hij zeide
H3318 H8799
: Ik zal uitgaan
H8267 H7307
, en een leugengeest
H1961 H8804
zijn
H6310
in den mond
H3605
van al
H5030
zijn profeten
H559 H8799
. En Hij zeide
H6601 H8762
: Gij zult overreden
H1571
, en zult het ook
H3201 H8799
vermogen
H3318 H8798
; ga uit
H6213 H8798
en doe
H3651
alzo.
23
H6258
Nu dan
H2009
, zie
H3068
, de HEERE
H8267 H7307
heeft een leugengeest
H6310
in den mond
H3605
van al
H428
deze
H5030
uw profeten
H5414 H8804
gegeven
H3068
; en de HEERE
H7451
heeft kwaad
H5921
over
H1696 H8765
u gesproken.
24
H5066 H0
Toen trad
H6667
Zedekia
H1121
, de zoon
H3668
van Kenaana
H5066 H8799
, toe
H5221 H8686
, en sloeg
H4321
Micha
H5921
op
H3895
het kinnebakken
H559 H8799
; en hij zeide
H335 H2088
: Door wat
H7307
[weg] is de geest
H3068
des HEEREN
H4480
van
H854
mij
H5674 H8804
doorgegaan
H854
, om u
H1696 H8763
aan te spreken?
25
H4321
En Micha
H559 H8799
zeide
H2009
: Zie
H7200 H8802
, gij zult het zien
H1931
, op dienzelfden
H3117
dag
H834
, als
H935 H8799
gij zult gaan
H2315
[van] kamer
H2315
in kamer
H2247 H8736
, om u te versteken.
26
H4428
De koning
H3478
van Israel
H559 H8799
nu zeide
H3947 H8798
: Neem
H4321
Micha
H7725 H8685
, en breng hem weder
H413
tot
H526
Amon
H8269
, den overste
H5892
der stad
H413
, en tot
H3101
Joas
H1121
, den zoon
H4428
des konings;
27
H559 H8804
En gij zult zeggen
H3541
: Zo
H559 H8804
zegt
H4428
de koning
H7760 H8798
: Zet
H2088
dezen
H1004 H3608
in het gevangenhuis
H398 H8685
, en spijst
H3899
hem met brood
H3906
der bedruktheid
H4325
, en met water
H3906
der bedruktheid
H5704
, totdat
H7965
ik met vrede
H935 H8800
[weder] kom.