DSV_Strongs(i)
15
H452
En Elia
H559 H8799
zeide
H3068
: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H6635
der heirscharen
H2416
leeft
H834
, voor Wiens
H6440
aangezicht
H5975 H8804
ik sta
H3588
, ik zal voorzeker
H3117
mij heden
H413
aan
H7200 H8735
hem vertonen!
16
H3212 H8799
Toen ging
H5662
Obadja
H256
Achab
H7125 H8800
tegemoet
H5046 H0
, en zeide
H5046 H8686
het hem aan
H256
; en Achab
H3212 H8799
ging
H452
Elia
H7125 H8800
tegemoet.
17
H1961 H8799
En het geschiedde
H256
, als Achab
H452
Elia
H7200 H8800
zag
H256
, dat Achab
H413
tot
H559 H8799
hem zeide
H859
: Zijt gij
H2088
die
H5916 H8802
beroerder
H3478
van Israel?
18
H559 H8799
Toen zeide hij
H3478
: Ik heb Israel
H3808
niet
H5916 H8804
beroerd
H3588 H518
, maar
H859
gij
H1
en uws vaders
H1004
huis
H4687
, daarmede, dat gijlieden de geboden
H3068
des HEEREN
H5800 H8800
verlaten hebt
H1168
en de Baals
H3212 H8799 H310
nagevolgd zijt.
19
H6258
Nu dan
H7971 H8798
, zend heen
H6908 H8798
, verzamel
H413
tot
H3478
mij het ganse Israel
H413
op
H2022
den berg
H3760
Karmel
H702 H3967
, en de vierhonderd
H2572
en vijftig
H5030
profeten
H1168
van Baal
H702 H3967
, en de vierhonderd
H5030
profeten
H842
van het bos
H7979
, die van de tafel
H348
van Izebel
H398 H8802
eten.
20
H7971 H8799
Zo zond
H256
Achab
H3605
onder alle
H1121
kinderen
H3478
Israels
H6908 H8799
, en verzamelde
H5030
de profeten
H413
op
H2022
den berg
H3760
Karmel.
21
H5066 H8799
Toen naderde
H452
Elia
H413
tot
H3605
het ganse
H5971
volk
H559 H8799
, en zeide
H5704
: Hoe
H5921
lang
H6452 H8802
hinkt
H859
gij
H5921
op
H8147
twee
H5587
gedachten
H518
? Zo
H3068
de HEERE
H430
God
H518
is, volgt Hem na, en zo
H1168
het Baal
H3212 H8798
is, volgt
H310
hem na
H5971
! Maar het volk
H6030 H8804
antwoordde
H853
hem
H3808
niet
H1697
een woord.
22
H559 H8799
Toen zeide
H452
Elia
H413
tot
H5971
het volk
H589
: Ik
H909
ben alleen
H5030
een profeet
H3068
des HEEREN
H3498 H8738
overgebleven
H5030
, en de profeten
H1168
van Baal
H702 H3967
zijn vierhonderd
H2572
en vijftig
H376
mannen.
23
H8147
Dat men ons dan twee
H6499
varren
H5414 H8799
geve
H259
, en dat zij voor zich den enen
H6499
var
H977 H8799
kiezen
H5408 H8762
, en denzelven in stukken delen
H5921
, en op
H6086
het hout
H7760 H8799
leggen
H3808
, maar geen
H784
vuur
H7760 H8799
daaraan leggen
H589
; en ik
H259
zal den anderen
H6499
var
H6213 H8799
bereiden
H5921
, en op
H6086
het hout
H5414 H8804
leggen
H3808
, en geen
H784
vuur
H7760 H8799
daaraan leggen.
24
H7121 H8804
Roept gij
H8034
daarna den naam
H430
van uw god
H589
aan, en ik
H8034
zal den Naam
H3068
des HEEREN
H7121 H8799
aanroepen
H430
; en de God
H834
, Die
H784
door vuur
H6030 H8799
antwoorden zal
H1931
, Die
H430
zal God
H1961 H804
zijn
H3605
. En het ganse
H5971
volk
H6030 H8799
antwoordde
H559 H8799
en zeide
H1697
: Dat woord
H2896
is goed.
25
H452
En Elia
H559 H8799
zeide
H5030
tot de profeten
H1168
van Baal
H977 H8798
: Kiest gijlieden
H259
voor u den enen
H6499
var
H6213 H8798
, en bereidt gij
H7223
[hem] eerst
H3588
, want
H859
gij
H7227
zijt velen
H7121 H8798
; en roept
H8034
den naam
H430
uws gods
H7760 H8799
aan, en legt
H3808
geen
H784
vuur daaraan.
26
H3947 H8799
En zij namen
H6499
den var
H834
, dien
H5414 H8804
hij hun gegeven had
H6213 H8799
, en bereidden
H7121 H8799
[hem], en riepen
H8034
den naam
H1168
van Baal
H4480
aan, van
H1242
den morgen
H5704
tot op
H6672
den middag
H559 H8800
, zeggende
H1168
: O Baal
H6030 H8798
, antwoord
H369
ons! Maar er was geen
H6963
stem
H369
en geen
H6030 H8802
antwoorder
H6452 H8762
. En zij sprongen
H5921
tegen
H4196
het altaar
H834
, dat
H6213 H8804
men gemaakt had.
27
H1961 H8799
En het geschiedde
H6672
op den middag
H452
, dat Elia
H2048 H8762
met hen spotte
H559 H8799
, en zeide
H7121 H8798
: Roept
H1419
met luider
H6963
stem
H3588
, want
H1931
hij
H430
is een god
H3588
; omdat
H7879
hij in gepeins
H3588
is, of omdat
H7873
hij wat te doen
H3588
heeft, of omdat
H1870
hij een reize
H194
heeft; misschien
H3463
slaapt
H1931
hij
H3364 H8799
en zal wakker worden.
28
H7121 H8799
En zij riepen
H1419
met luider
H6963
stem
H1413 H8704
, en zij sneden zichzelven
H2719
messen
H7420
en met priemen
H4941
, naar hun wijze
H5704
, totdat
H1818
zij bloed
H5921
over
H8210 H8800
zich uitstortten.
29
H1961 H8799
Het geschiedde
H6672
nu, als de middag
H5674 H8800
voorbij was
H5012 H8691
, dat zij profeteerden
H5704
totdat
H4503
men het spijsoffer
H5927 H8800
zou offeren
H369
; maar er was geen
H6963
stem
H369
, en geen
H6030 H8802
antwoorder
H369
, en geen
H7182
opmerking.
30
H559 H8799
Toen zeide
H452
Elia
H3605
tot het ganse
H5971
volk
H5066 H8798
: Nadert
H413
tot
H3605
mij. En al
H5971
het volk
H5066 H8799
naderde
H413
tot
H7495 H8762
hem; en hij heelde
H4196
het altaar
H3068
des HEEREN
H2040 H8803
, dat verbroken was.
31
H452
En Elia
H3947 H8799
nam
H8147 H6240
twaalf
H68
stenen
H4557
, naar het getal
H7626
der stammen
H1121
van de kinderen
H3290
Jakobs
H413
, tot
H834
welke
H1697
het woord
H3068
des HEEREN
H1961 H8804
geschied was
H559 H8800
, zeggende
H3478
: Israel
H8034
zal uw naam
H1961 H8799
zijn.
32
H1129 H8799
En hij bouwde
H68
met die stenen
H4196
het altaar
H8034
in den Naam
H3068
des HEEREN
H6213 H8799
; daarna maakte hij
H8585
een groeve
H5439
rondom
H4196
het altaar
H1004
, naar de wijdte
H5429
van twee maten
H2233
zaads.
33
H6186 H8799
En hij schikte
H6086
het hout
H5408 H0
, en deelde
H6499
den var
H5408 H8762
in stukken
H7760 H8799
, en leide
H5921
[hem] op
H6086
het hout
H559 H8799
. En hij zeide
H4390 H8798
: Vult
H702
vier
H3537
kruiken
H4325
met water
H3332 H8798
, en giet
H5921
het op
H5930
het brandoffer
H5921
en op
H6086
het hout.
34
H559 H8799
En hij zeide
H8138 H8798
: Doet het ten tweeden male
H8138 H8799
. En zij deden het ten tweeden male
H559 H8799
. Voorts zeide hij
H8027 H8761
: Doet het ten derden male
H8027 H8762
. En zij deden het ten derden male;
35
H4325
Dat het water
H5439
rondom
H4196
het altaar
H3212 H8799
liep
H4390 H8765
; daartoe vulde hij
H1571
ook
H8585
de groeve
H4325
met water.
36
H1961 H8799
Het geschiedde
H4503
nu, als men het spijsoffer
H5927 H8800
offerde
H5030
, dat de profeet
H452
Elia
H5066 H8799
naderde
H559 H8799
, en zeide
H3068
: HEERE
H430
, God
H85
van Abraham
H3327
, Izak
H3478
en Israel
H3117
, dat het heden
H3045 H8735
bekend worde
H3588
, dat
H859
Gij
H430
God
H3478
in Israel
H589
zijt, en ik
H5650
Uw knecht
H3605
; en dat ik al
H428
deze
H1697
dingen naar Uw woord
H6213 H8804
gedaan heb.
37
H6030 H8798
Antwoord
H3068
mij, HEERE
H6030 H8798
, antwoord
H2088
mij; opdat dit
H5971
volk
H3045 H8799
erkenne
H3588
, dat
H859
Gij
H3068
, o HEERE
H430
, die God
H859
zijt, en dat Gij
H3820
hun hart
H322
achterwaarts
H5437 H8689
omgewend hebt.
38
H5307 H8799
Toen viel
H784
het vuur
H3068
des HEEREN
H398 H8799
, en verteerde
H5930
dat brandoffer
H6086
, en dat hout
H68
, en die stenen
H6083
, en dat stof
H3897 H0
, ja, lekte
H4325
dat water
H3897 H8765
op
H834
, hetwelk
H8585
in de groeve was.
39
H3605
Als nu het ganse
H5971
volk
H7200 H8799
dat zag
H5307 H8799
, zo vielen zij
H5921
op
H6440
hun aangezichten
H559 H8799
, en zeiden
H3068
: De HEERE
H1931
is
H430
God
H3068
, de HEERE
H1931
is
H430
God!
40
H452
En Elia
H559 H8799
zeide
H8610 H8798
tot hen: Grijpt
H5030
de profeten
H1168
van Baal
H408 H376
, dat niemand
H4480
van
H4422 H8735
hen ontkome
H8610 H8799
. En zij grepen
H452
ze; en Elia
H3381 H8686
voerde hen af
H413
naar
H5158
de beek
H7028
Kison
H7819 H8799
, en slachtte
H8033
hen aldaar.