1 Kings 18:15-40

DSV_Strongs(i)
  15 H452 En Elia H559 H8799 zeide H3068 : [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE H6635 der heirscharen H2416 leeft H834 , voor Wiens H6440 aangezicht H5975 H8804 ik sta H3588 , ik zal voorzeker H3117 mij heden H413 aan H7200 H8735 hem vertonen!
  16 H3212 H8799 Toen ging H5662 Obadja H256 Achab H7125 H8800 tegemoet H5046 H0 , en zeide H5046 H8686 het hem aan H256 ; en Achab H3212 H8799 ging H452 Elia H7125 H8800 tegemoet.
  17 H1961 H8799 En het geschiedde H256 , als Achab H452 Elia H7200 H8800 zag H256 , dat Achab H413 tot H559 H8799 hem zeide H859 : Zijt gij H2088 die H5916 H8802 beroerder H3478 van Israel?
  18 H559 H8799 Toen zeide hij H3478 : Ik heb Israel H3808 niet H5916 H8804 beroerd H3588 H518 , maar H859 gij H1 en uws vaders H1004 huis H4687 , daarmede, dat gijlieden de geboden H3068 des HEEREN H5800 H8800 verlaten hebt H1168 en de Baals H3212 H8799 H310 nagevolgd zijt.
  19 H6258 Nu dan H7971 H8798 , zend heen H6908 H8798 , verzamel H413 tot H3478 mij het ganse Israel H413 op H2022 den berg H3760 Karmel H702 H3967 , en de vierhonderd H2572 en vijftig H5030 profeten H1168 van Baal H702 H3967 , en de vierhonderd H5030 profeten H842 van het bos H7979 , die van de tafel H348 van Izebel H398 H8802 eten.
  20 H7971 H8799 Zo zond H256 Achab H3605 onder alle H1121 kinderen H3478 Israels H6908 H8799 , en verzamelde H5030 de profeten H413 op H2022 den berg H3760 Karmel.
  21 H5066 H8799 Toen naderde H452 Elia H413 tot H3605 het ganse H5971 volk H559 H8799 , en zeide H5704 : Hoe H5921 lang H6452 H8802 hinkt H859 gij H5921 op H8147 twee H5587 gedachten H518 ? Zo H3068 de HEERE H430 God H518 is, volgt Hem na, en zo H1168 het Baal H3212 H8798 is, volgt H310 hem na H5971 ! Maar het volk H6030 H8804 antwoordde H853 hem H3808 niet H1697 een woord.
  22 H559 H8799 Toen zeide H452 Elia H413 tot H5971 het volk H589 : Ik H909 ben alleen H5030 een profeet H3068 des HEEREN H3498 H8738 overgebleven H5030 , en de profeten H1168 van Baal H702 H3967 zijn vierhonderd H2572 en vijftig H376 mannen.
  23 H8147 Dat men ons dan twee H6499 varren H5414 H8799 geve H259 , en dat zij voor zich den enen H6499 var H977 H8799 kiezen H5408 H8762 , en denzelven in stukken delen H5921 , en op H6086 het hout H7760 H8799 leggen H3808 , maar geen H784 vuur H7760 H8799 daaraan leggen H589 ; en ik H259 zal den anderen H6499 var H6213 H8799 bereiden H5921 , en op H6086 het hout H5414 H8804 leggen H3808 , en geen H784 vuur H7760 H8799 daaraan leggen.
  24 H7121 H8804 Roept gij H8034 daarna den naam H430 van uw god H589 aan, en ik H8034 zal den Naam H3068 des HEEREN H7121 H8799 aanroepen H430 ; en de God H834 , Die H784 door vuur H6030 H8799 antwoorden zal H1931 , Die H430 zal God H1961 H804 zijn H3605 . En het ganse H5971 volk H6030 H8799 antwoordde H559 H8799 en zeide H1697 : Dat woord H2896 is goed.
  25 H452 En Elia H559 H8799 zeide H5030 tot de profeten H1168 van Baal H977 H8798 : Kiest gijlieden H259 voor u den enen H6499 var H6213 H8798 , en bereidt gij H7223 [hem] eerst H3588 , want H859 gij H7227 zijt velen H7121 H8798 ; en roept H8034 den naam H430 uws gods H7760 H8799 aan, en legt H3808 geen H784 vuur daaraan.
  26 H3947 H8799 En zij namen H6499 den var H834 , dien H5414 H8804 hij hun gegeven had H6213 H8799 , en bereidden H7121 H8799 [hem], en riepen H8034 den naam H1168 van Baal H4480 aan, van H1242 den morgen H5704 tot op H6672 den middag H559 H8800 , zeggende H1168 : O Baal H6030 H8798 , antwoord H369 ons! Maar er was geen H6963 stem H369 en geen H6030 H8802 antwoorder H6452 H8762 . En zij sprongen H5921 tegen H4196 het altaar H834 , dat H6213 H8804 men gemaakt had.
  27 H1961 H8799 En het geschiedde H6672 op den middag H452 , dat Elia H2048 H8762 met hen spotte H559 H8799 , en zeide H7121 H8798 : Roept H1419 met luider H6963 stem H3588 , want H1931 hij H430 is een god H3588 ; omdat H7879 hij in gepeins H3588 is, of omdat H7873 hij wat te doen H3588 heeft, of omdat H1870 hij een reize H194 heeft; misschien H3463 slaapt H1931 hij H3364 H8799 en zal wakker worden.
  28 H7121 H8799 En zij riepen H1419 met luider H6963 stem H1413 H8704 , en zij sneden zichzelven H2719 messen H7420 en met priemen H4941 , naar hun wijze H5704 , totdat H1818 zij bloed H5921 over H8210 H8800 zich uitstortten.
  29 H1961 H8799 Het geschiedde H6672 nu, als de middag H5674 H8800 voorbij was H5012 H8691 , dat zij profeteerden H5704 totdat H4503 men het spijsoffer H5927 H8800 zou offeren H369 ; maar er was geen H6963 stem H369 , en geen H6030 H8802 antwoorder H369 , en geen H7182 opmerking.
  30 H559 H8799 Toen zeide H452 Elia H3605 tot het ganse H5971 volk H5066 H8798 : Nadert H413 tot H3605 mij. En al H5971 het volk H5066 H8799 naderde H413 tot H7495 H8762 hem; en hij heelde H4196 het altaar H3068 des HEEREN H2040 H8803 , dat verbroken was.
  31 H452 En Elia H3947 H8799 nam H8147 H6240 twaalf H68 stenen H4557 , naar het getal H7626 der stammen H1121 van de kinderen H3290 Jakobs H413 , tot H834 welke H1697 het woord H3068 des HEEREN H1961 H8804 geschied was H559 H8800 , zeggende H3478 : Israel H8034 zal uw naam H1961 H8799 zijn.
  32 H1129 H8799 En hij bouwde H68 met die stenen H4196 het altaar H8034 in den Naam H3068 des HEEREN H6213 H8799 ; daarna maakte hij H8585 een groeve H5439 rondom H4196 het altaar H1004 , naar de wijdte H5429 van twee maten H2233 zaads.
  33 H6186 H8799 En hij schikte H6086 het hout H5408 H0 , en deelde H6499 den var H5408 H8762 in stukken H7760 H8799 , en leide H5921 [hem] op H6086 het hout H559 H8799 . En hij zeide H4390 H8798 : Vult H702 vier H3537 kruiken H4325 met water H3332 H8798 , en giet H5921 het op H5930 het brandoffer H5921 en op H6086 het hout.
  34 H559 H8799 En hij zeide H8138 H8798 : Doet het ten tweeden male H8138 H8799 . En zij deden het ten tweeden male H559 H8799 . Voorts zeide hij H8027 H8761 : Doet het ten derden male H8027 H8762 . En zij deden het ten derden male;
  35 H4325 Dat het water H5439 rondom H4196 het altaar H3212 H8799 liep H4390 H8765 ; daartoe vulde hij H1571 ook H8585 de groeve H4325 met water.
  36 H1961 H8799 Het geschiedde H4503 nu, als men het spijsoffer H5927 H8800 offerde H5030 , dat de profeet H452 Elia H5066 H8799 naderde H559 H8799 , en zeide H3068 : HEERE H430 , God H85 van Abraham H3327 , Izak H3478 en Israel H3117 , dat het heden H3045 H8735 bekend worde H3588 , dat H859 Gij H430 God H3478 in Israel H589 zijt, en ik H5650 Uw knecht H3605 ; en dat ik al H428 deze H1697 dingen naar Uw woord H6213 H8804 gedaan heb.
  37 H6030 H8798 Antwoord H3068 mij, HEERE H6030 H8798 , antwoord H2088 mij; opdat dit H5971 volk H3045 H8799 erkenne H3588 , dat H859 Gij H3068 , o HEERE H430 , die God H859 zijt, en dat Gij H3820 hun hart H322 achterwaarts H5437 H8689 omgewend hebt.
  38 H5307 H8799 Toen viel H784 het vuur H3068 des HEEREN H398 H8799 , en verteerde H5930 dat brandoffer H6086 , en dat hout H68 , en die stenen H6083 , en dat stof H3897 H0 , ja, lekte H4325 dat water H3897 H8765 op H834 , hetwelk H8585 in de groeve was.
  39 H3605 Als nu het ganse H5971 volk H7200 H8799 dat zag H5307 H8799 , zo vielen zij H5921 op H6440 hun aangezichten H559 H8799 , en zeiden H3068 : De HEERE H1931 is H430 God H3068 , de HEERE H1931 is H430 God!
  40 H452 En Elia H559 H8799 zeide H8610 H8798 tot hen: Grijpt H5030 de profeten H1168 van Baal H408 H376 , dat niemand H4480 van H4422 H8735 hen ontkome H8610 H8799 . En zij grepen H452 ze; en Elia H3381 H8686 voerde hen af H413 naar H5158 de beek H7028 Kison H7819 H8799 , en slachtte H8033 hen aldaar.