DSV_Strongs(i)
2
H227
Toen
H559 H8804
zeide
H1732
David
H3808
: Niemand
H727
mag de ark
H430
Gods
H5375 H8800
dragen
H3588 H518
, dan
H3881
de Levieten
H3588
; want
H3068
die heeft de HEERE
H977 H8804
verkoren
H727
, om de ark
H430
Gods
H5375 H8800
te dragen
H8334 H8763
, en om Hem te dienen
H5704
tot in
H5769
der eeuwigheid.
3
H6950 H8686
Ook vergaderde
H1732
David
H3605
gans
H3478
Israel
H413
te
H3389
Jeruzalem
H727
, om de ark
H3068
des HEEREN
H5927 H8687
op te halen
H413
aan
H4725
haar plaats
H834
, die
H3559 H8689
hij haar bereid had.
5
H1121
Van de kinderen
H6955
van Kehath
H222
was Uriel
H8269
overste
H251
, en van zijn broederen
H3967
waren honderd
H6242
en twintig.
6
H1121
Van de kinderen
H4847
van Merari
H6222
was Asaja
H8269
overste
H251
, en van zijn broederen
H3967
waren tweehonderd
H6242
en twintig.
7
H1121
Van de kinderen
H1647
van Gersom
H3100
was Joel
H8269
overste
H251
, en van zijn broederen
H3967
waren honderd
H7970
en dertig.
8
H1121
Uit de kinderen
H469
van Elizafan
H8269
was overste
H8098
Semaja
H251
, en van zijn broederen
H3967
waren tweehonderd.
9
H1121
Uit de kinderen
H2275
van Hebron
H447
was Eliel
H8269
overste
H251
, en zijn broederen
H8084
waren tachtig.
10
H1121
Uit de kinderen
H5816
van Uzziel
H5992
was Amminadab
H8269
overste
H251
, en zijn broederen
H3967
waren honderd
H8147 H6240
en twaalf.
11
H1732
En David
H7121 H8799
riep
H3548
de priesters
H6659
Zadok
H54
en Abjathar
H3881
, en de Levieten
H222
Uriel
H6222
, Asaja
H3100
en Joel
H8098
, Semaja
H447
, en Eliel
H5992
, en Amminadab.
12
H559 H8799
En hij zeide
H859
tot hen: Gijlieden
H7218
zijt hoofden
H1
der vaderen
H3881
onder de Levieten
H6942 H8690
; heiligt u
H859
, gij
H251
en uw broeders
H727
, dat gij de ark
H3068
des HEEREN
H430
, des Gods
H3478
van Israel
H5927 H8689
, opbrengt
H413
, ter
H3559 H8689
[plaatse], [die] ik voor haar bereid heb.