DSV_Strongs(i)
20
H559 H8799
Ook zeide
H3068
de HEERE
H175
tot Aaron
H776
: Gij zult in hun land
H5157 H8799
niet erven
H2506
, en gij zult geen deel
H8432
in het midden
H2506
van henlieden hebben; Ik ben uw deel
H5159
en uw erfenis
H8432
, in het midden
H1121
van de kinderen
H3478
Israels.
21
H1121
En zie, aan de kinderen
H3878
van Levi
H4643
heb Ik alle tienden
H3478
in Israel
H5159
ter erfenis
H5414 H8804
gegeven
H2500
, voor
H5656
hun dienst
H5647 H8802
, dien zij bedienen
H5656
, den dienst
H168
van de tent
H4150
der samenkomst.
22
H1121
En de kinderen
H3478
Israels
H5750
zullen niet meer
H7126 H8799
naderen
H168
tot de tent
H4150
der samenkomst
H2399
, om zonde
H5375 H8800
te dragen
H4191 H8800
[en] te sterven.
23
H3881
Maar de Levieten
H5647 H8804
, die zullen bedienen
H5656
den dienst
H168
van de tent
H4150
der samenkomst
H5771
, en die zullen hun ongerechtigheid
H5375 H8799
dragen
H5769
; het zal een eeuwige
H2708
inzetting
H1755
zijn voor uw geslachten
H8432
; en in het midden
H1121
van de kinderen
H3478
Israels
H5159
zullen zij geen erfenis
H5157 H8799
erven.
24
H4643
Want de tienden
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H3068
, die zij den HEERE
H8641
tot een hefoffer
H7311 H8686
zullen offeren
H3881
, heb Ik aan de Levieten
H5159
tot een erfenis
H5414 H8804
gegeven
H559 H8804
; daarom heb Ik tot hen gezegd
H8432
: Zij zullen in het midden
H1121
van de kinderen
H3478
Israels
H5159
geen erfenis
H5157 H8799
erven.
26
H3881
Gij zult ook tot de Levieten
H1696 H8762
spreken
H559 H8804
, en tot hen zeggen
H1121
: Wanneer gij van de kinderen
H3478
Israels
H4643
de tienden
H3947 H8799
zult ontvangen hebben
H5159
, die Ik u voor uw erfenis
H5414 H8804
van henlieden gegeven heb
H8641
, zo zult gij daarvan een hefoffer
H3068
des HEEREN
H7311 H8689
offeren
H4643
, de tienden
H4643
van die tienden;